Kent u dat gevoel? Op papier lijkt alles mooi geregeld, maar in de praktijk blijkt het een doolhof van onwerkbare regels en kleine lettertjes. Dat is precies wat er aan de hand is met de belastingheffing in box 3. Ondanks meerdere waarschuwingen van de Hoge Raad blijft de wetgever halsstarrig vasthouden aan een systeem dat niet eerlijk is en juridisch op drijfzand staat.

De hoogste rechter heeft inmiddels twee keer een rode kaart getrokken richting de fiscus. De wet is in strijd met Europees recht, zo luidde de boodschap. De laatste keer dat deze rode kaart werd uitgedeeld was in juni 2024. In theorie bood de Hoge Raad toen een alternatief voor het vaste fictieve rendement uit de wet: de zogenaamde tegenbewijsregeling. Klinkt rechtvaardig, maar de kleine lettertjes maken dit vrijwel onuitvoerbaar:

  • kosten zijn niet aftrekbaar;
  • papieren winsten moeten jaarlijks afgerekend worden;
  • geen correctie voor inflatie of verliescompensatie over meerdere jaren;
  • geen heffingvrij vermogen, waardoor kleine vermogens onevenredig zwaar worden belast.

Met dit soort spelregels is het voor vrijwel niemand mogelijk om een eerlijke belastingheffing te realiseren. Het systeem lijkt eerder ontworpen om tegenbewijs onmogelijk te maken dan om recht te doen. Draagkracht is kennelijk een begrip dat multi-interpretabel is.

Een redelijke toekomst, maar een oneerlijk verleden

De wetgever belooft vanaf 2028 (of later, want deadlines worden keer op keer verschoven) een nieuw systeem waarin kosten aftrekbaar zijn en papieren winsten niet jaarlijks belast worden als het om moeilijk liquide beleggingen gaat. Maar tot die tijd zitten burgers opgescheept met een systeem dat de toets der redelijkheid niet kan doorstaan.

En waarom eigenlijk? Het parlement heeft de mogelijkheid om in te grijpen en te zorgen voor een eerlijke regeling, ook voor de tussenliggende jaren. Maar het ministerie van Financiën houdt die deur potdicht. Te duur, zo luidt het argument. Het gevolg? Grote groepen burgers zullen opnieuw naar de rechter stappen om dit systeem aan te vechten. En dan? Weer een peperdure hersteloperatie die bakken met geld en schaarse capaciteit bij de Belastingdienst kost?

Momenteel is al 1 op de 16 medewerkers van de Belastingdienst 1 bezig met rechtsherstel. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Efficiënt inzetten van schaarse middelen zou juist moeten betekenen dat we juridische procedures voorkomen in plaats van uitlokken.

Een belastingdruk van meer dan 100%?

Als de voorgestelde tegenbewijsregeling niet wordt aangepast, dreigt een belastingdruk van meer dan 100 procent voor sommige burgers. Er zijn zelfs cijfervoorbeelden van een belastingdruk van 156 procent. Stel je voor dat zoiets in box 1 (waar onder meer salarissen van ambtenaren worden belast) zou gebeuren. Het Malieveld zou binnen no-time volstaan met (terecht) boze mensen.

Maar in box 3 wordt dit zonder enige schroom voorgesteld. Het vaste rendement wordt bovendien om budgettaire redenen extra opgehoogd met 1,78 procent, wat neerkomt op een fictief rendement van 7,78 procent netto. De realiteit is dat vrijwel niemand dat rendement haalt.

Negatieve impact op de woningmarkt

De kromme belastingregels hebben niet alleen gevolgen voor spaarders en beleggers, maar ook voor de woningmarkt. Wie beleggers fiscaal dooddrukt, jaagt hen uit de markt. Huurwoningen die leegkomen, worden verkocht omdat verhuur onrendabel is geworden. De toch al krappe huurmarkt raakt verder op slot. Huurders zullen zich wel duizend keer bedenken voordat ze hun woning opzeggen.

Waarschuwingen uit eigen kring

Zelfs ambtenaren van het ministerie van Financiën waarschuwen dat het voorgestelde systeem juridisch kwetsbaar is:

“Wij adviseren om verliesverrekening (carry-forward) en kostenaftrek op te nemen in dit scenario. Het is juridisch zeer kwetsbaar om te heffen over werkelijk rendement (inclusief ongerealiseerde waardemutaties) zonder kostenaftrek en verliesverrekening. Wel heffen over ongerealiseerde waardestijgingen maar geen verliesverrekening toestaan leidt tot ongerijmde uitkomsten.”

Hoeveel waarschuwingen zijn er nog nodig? Het voorkomen van nieuwe juridische procedures zou juist iets waard moeten zijn.

Beste wetgever, bezin u

Het is hoog tijd dat de wetgever tot bezinning komt. Voer geen onredelijk systeem in voor de jaren tot 2028. Luister naar de signalen uit de samenleving en zelfs uit eigen kring. Een rechtvaardig belastingstelsel is niet alleen een juridische noodzaak, maar ook een kwestie van fatsoen.

Deze column is in samenwerking met Stefan Tax geschreven.

-------------------------------------

1 Zie antwoord op vraag 76, https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belasting-betalen/documenten/kamerstukken/2025/01/27/bijlage-1-beantwoording-feitelijke-vragen-van-de-vaste-commissie-voor-financien waaruit blijkt dat ultimo 2026 6,3 procent van het personeelsbestand bezig is met het rechtsherstel

Rubriek: Inkomstenbelasting

Informatiesoort: Column

Dossiers: Box 3

105

Gerelateerde artikelen