Burgers moeten worden beschermd tegen een al te inhalige overheid. Daar staat tegenover dat iedereen zijn wettelijke verplichting moet nakomen om bij te dragen aan de schatkist. Ik heb het idee dat het evenwicht hier zoek aan het raken is. We zijn een beetje als verwende kinderen geworden die al te snel onrecht ervaren, terwijl de rechter zich geen strenge opvoeder toont.

De materiële belastingschuld vloeit voort uit de wet. Deze schuld wordt geformaliseerd in de aanslag. Personen met dezelfde materiële belastingschuld worden soms ongelijk behandeld, omdat er met de formalisering iets mis gaat. A betaalt bijvoorbeeld over de bijtelling voor zijn BMW, terwijl B met de tegenbewijsregeling fraudeert. Hier is sprake van materiële ongelijkheid. Die ongelijkheid ontstaat soms ook omdat geen navordering kan plaatsvinden vanwege het ontbreken van het nieuwe feit of omdat iemand vertrouwen heeft ontleend aan contra-legem-uitlatingen van de inspecteur. Ik geef voorbeelden van zaken waarin de rechter het belang van het individu naar mijn mening ten onrechte heeft laten prevaleren boven dat van de samenleving.

In een recente zaak bij Hof Arnhem-Leeuwarden ging het om iemand over wiens fiscale woonplaats twijfel bestond 1. Hij had zich laten inschrijven in Zwitserland, maar de Belastingdienst had een tip ontvangen waaruit kon worden afgeleid dat hij al die tijd feitelijk in Nederland was blijven wonen. De inspecteur legde een zeer aanzienlijke aanslag op ter zake van vervreemding van een ab-pakket. De rechtbank oordeelde dat dit terecht was. In hoger beroep eiste belanghebbendes advocaat informatie over de tipgever. De inspecteur, die de tipgever anonimiteit had toegezegd, weigerde. De fiscus was geheimzinnig en niet eerlijk geweest over hoe het allemaal was gelopen. Belanghebbende meende dat hij daardoor zozeer was beperkt in zijn mogelijkheden de rechtmatigheid van het woonplaatsonderzoek te toetsen, dat geen sprake meer was van een eerlijk proces. De navorderingsaanslag moest worden vernietigd. Het hof honoreerde dit. Het hof vond de opstelling van de inspecteur dermate ernstig dat hij belanghebbende een vergoeding van (een deel van) zijn advocaatkosten toekende van € 80.000.

De reacties op dit vonnis zijn begripvol. Goed dat de rechter het gebrek aan openheid van de fiscus afstraft en rechtsbescherming biedt. Er wordt aan voorbij gegaan dat dat deze belastingplichtige aan heffing over een uit de wet voortvloeiende belastingschuld van meer dan € 5 miljoen ontkomt. Een heffing die anderen in dezelfde situatie wel betalen. Het is volgens mij niet onredelijk dat de identiteit van een tipgever, die wraakacties moet vrezen, verborgen blijft. Anonieme tipgevers zijn onmisbare informatiebronnen voor de fiscus. Zij dragen bij aan materiële gelijkheid tussen hen die te goeder trouw zijn en hen die te kwader trouw zijn.

Een ander voorbeeld is het verwerpen van de Fierensmarge 2 door de Hoge Raad in 2010. Deze regeling houdt in dat bij kleine verschillen geen correctie van de WOZ-waarde plaatsvindt. Zij was volgens de Hoge Raad in strijd met art. 1 Eerste Protocol EVRM (ongestoord genot van eigendom). De Fierensmarge is een praktische regeling, omdat één objectieve waarde van vastgoed nu eenmaal niet bestaat. Met mensenrechten heeft dat niets te maken.

Nog een aantal voorbeelden:

  • De Belastingdienst mag geen gebruik maken van camerabeelden voor de controle op de tegenbewijsregeling voor de auto van de zaak 3. De Hoge Raad vond het belang van het individu op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer zwaar wegen en plaatste dit boven het algemene belang van de samenleving. Kwaadwillenden ontkomen hierdoor met een vervalste kilometeradministratie aan de bijtelling over hun BMW.

  • De sinds 2017 geldende box 3-heffing is in strijd met het EVRM, wat leidde tot het Kerstarrest 4. De belastingplichtigen die het forfaitaire rendement niet halen, krijgen rechtsbescherming. Dit oordeel wordt door de meeste fiscalisten onderschreven. Weinigen lijken zich af te vragen of de schade voor de samenleving in de vorm van rechtsonzekerheid, chaos en willekeur niet te hoog is. Zo moeten we gissen naar wat onder werkelijke rendement moet worden verstaan. Iedereen is het er wel over eens dat de wetgever heeft gefaald, maar het is de vraag of de rechter in het licht van de trias politica de geëigende partij is om helend op te treden.

  • In januari hebben de gezamenlijke bestuursrechters bekend gemaakt een ruimere invulling te geven aan de verschoonbaarheid bij termijnoverschrijdingen 5. Het adagium dat termijnen van openbare orde zijn, komt daarmee in feite te vervallen.

Het door de rechter met een beroep op internationale verdragen of de redelijkheid afwijken van de wet brengt burgers ertoe de rechtmatigheid van allerlei regelingen ter discussie te stellen. Naar verluidt is een massaclaim in voorbereiding tegen het verhoogde eigenwoningforfait voor woningen met een WOZ-waarde hoger dan € 1.310.000, de zogenoemde villabelasting. Voor de al dan niet kwalificerende buitenlandse belastingplicht is de wet al lang niet meer leidend. We zijn hard op weg naar een situatie waarin iedereen veiligheidshalve, ter behoud van rechten, tegen iedere aanslag bezwaar maakt.

De meeste belastingplichtigen betalen zonder te protesteren, ook al valt er mogelijk wat op de rechtmatigheid van de aanslag af te dingen. Zij hebben geen zin in gedoe met de Belastingdienst of kunnen zich geen adviseur veroorloven. Rechtsbescherming is er dan ook vooral voor degenen die het zich kunnen en willen veroorloven. Er is uiteindelijk maar een kleine groep die terecht of onterecht in bezwaar komt en/of de gang naar de rechter maakt.

De door de rechter opgelegde rechtsbescherming eist veel van de fiscus. Assertieve burgers vinden met hun adviseurs haakjes om een aanslag of een boete te verlagen. Ook lukt het vaak om een dwangsom of proceskostenvergoeding te krijgen. Over de ‘no cure no pay’-bureaus, die de rechtspraak uit de rails doen lopen, wil ik het nog niet eens hebben. Deze bureaus hebben hun succes deels te danken aan ‘excessief formalisme’ van de Hoge Raad 6. We moeten ons ernstig afvragen of de rechtsbescherming niet te ver is doorgeschoten. Belastingheffing is een massaproces. Daar kun je nu eenmaal niet rücksichtslos de waarborgen van het strafrecht en de mensenrechtenverdragen op toepassen.

-----------------------------------

1 Hof Arnhem-Leeuwarden, 16 april 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:2464. Zie ook het persbericht op Rechtspraak.nl
2 HR 22 oktober 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1943
3 HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:286
4 HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1963
5 Zie het persbericht op Rechtspraak.nl
6 Deze term is gemunt door A-G Koopman in conclusie van 1 maart 2024, 23/02277

Informatiesoort: Column

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Focus: Focus

2127

Gerelateerde artikelen