Waarom is Nederland geen belastingparadijs? Het Nederlandse vennootschapsbelastingtarief bedraagt 20% respectievelijk 25%, het inkomstenbelastingtarief bedraagt maximaal 52% en er zijn genoeg andere belastingen met relatief hoge tarieven. Desalniettemin heeft Nederland wel een groot aantal fiscale voordelen. Zo heeft Nederland sinds jaar en dag de deelnemingsvrijstelling waardoor economisch dubbele belasting wordt voorkomen. Dit betekent dat winsten die al bij een entiteit in het buitenland zijn belast, niet nogmaals in Nederland bij een andere entiteit worden belast. Daarnaast kent Nederland in beginsel geen bronbelasting op rente en royalty's en heeft ze – in overleg met andere landen – goede belastingverdragen gesloten om juridisch dubbele belasting te ontgaan (twee keer heffing bij dezelfde belastingplichtige). In Nederland kan verder zekerheid vooraf worden verkregen van de belastingdienst in de vorm van een ruling. Dergelijke generieke gunstige maatregelen die door andere landen – zoals met name het Verenigd Koninkrijk – zijn overgenomen en verbeterd, zouden een land niet tot belastingparadijs moeten bestempelen.
Maar wanneer spreekt men van een belastingparadijs? Uit diverse onderzoeken is gebleken dat er – zoals zo vaak – geen eenduidige definitie bestaat. Wel komen bepaalde kenmerken terugkerend naar voren, waaronder (a) het gebrek aan transparantie en informatie-uitwisseling, (b) het niet of nauwelijks heffen van belasting, (c) het assisteren bij het bewust ontduiken van belasting in een ander land; én (d) een gebrek aan zogenaamde ‘substance' door het hebben van geen of een enkele werknemer (geen economische realiteit, maar slechts een juridische huls).
Hoe ontwikkelen deze kenmerken zich? Gisteren – 11 juni – heeft de staatssecretaris van Financiën medegedeeld dat de Europese Commissie heeft besloten (uiteindelijk ook gisteren) een formeel onderzoek in te stellen naar één belastingplichtige (die symboolpolitiek heeft bedreven en mogelijk om fiscale redenen is gevlucht). Gelukkig heeft de Commissie voorafgaand aan dit onderzoek bevestigd dat in Nederland sprake is van een robuuste en gedegen rulingpraktijk. Tevens heeft de staatssecretaris meermaals aan het parlement bevestigd dat geen afwijkende (tarief)afspraken mogelijk zijn. De Nederlandse regelgeving en het Nederlandse rulingbeleid zijn openbaar en transparant. Nederland wisselt op verzoek, automatisch en spontaan informatie uit, soms verregaander dan internationaal gebruikelijk is. Het dunkt me dat Nederland niet aan het eerste kenmerk (a) voldoet. Ook aan het tweede kenmerk – (b) – wordt zoals hiervoor omschreven niet voldaan.
Met betrekking tot kenmerk (c) maak ik graag gewag van een kop uit de Volkskrant (en herhaald door De Telegraaf) van gisteren: "Voor de VS is Nederland hét favoriete belastingparadijs". De krant verwijst hierbij naar het – gekleurde en enigszins tendentieuze – onderzoek "Offshore Shell Games" dat recent en net als in voorgaande jaren is uitgevoerd door Citizens for Tax Justice en de Public Interest Research Group. In het krantenbericht wordt echter geen aandacht besteed aan het feit dat de reden voor het eventuele probleem een gevolg is van het Amerikaanse belastingsysteem. Amerika kent – in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland – geen vrijstellingssysteem, maar een verrekensysteem. Dat betekent dat de Verenigde Staten uitgekeerde winsten volledig in de heffing betrekt en verrekent wat er in het buitenland is betaald. Zolang de winsten niet aan Amerika worden overgemaakt, worden deze nog niet belast. In 1996 heeft de Verenigde Staten de zogenaamde ‘check-the-box regulations' ingevoerd welke het gebruik van andere jurisdicties – zoals Nederland – in de praktijk aantrekkelijker maken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillen in wetgeving – de Nederlandse entiteit wordt voor Nederlandse fiscale doeleinden als transparant gezien en voor Amerikaanse fiscale doeleinden als niet-transparant ‘aangevinkt' ("check-the-box") – maar Nederland veroorzaakt dit probleem niet.
De Nederlandse handelsgeest heeft en maakt uiteraard graag gebruik van deze toegestane mogelijkheid (nadrukkelijk onderkend door beide landen) en desgewenst zou de Amerikaanse overheid dit probleem zo kunnen oplossen (bijvoorbeeld door het invoeren van een vrijstelling of te dwingen dat langdurig overtollige gelden binnen een bepaalde termijn moeten worden overgemaakt). Obama heeft Nederland op 5 mei 2009 onbedoeld enkele uren als belastingparadijs aangemerkt, maar dat werd snel weer teruggedraaid. Amerika wíl de – al bijna twintig jaar bestaande – ‘check-the-box regulations' / de ‘spaarpot-over-zee' blijkbaar niet aanpakken en Nederland hoeft andermans problemen in dit geval niet op te lossen. In 2005 had de Verenigde Staten overigens een tijdelijke belastingverlaging voor winstovermakingen wat resulteerde in meer dan USD 300 miljard aan extra uitkeringen! Kortom: áls de noodzaak / wens er zou zijn ...
Een ander opmerkelijk gegeven is dat bepaalde ondernemingen die in het onderzoek worden genoemd, in Nederland duizenden mensen in dienst hebben (in plaats van geen of een enkele), of echte grote vestigingen of winkels waar iedere Nederlander regelmatig komt. De in Nederland behaalde winst wordt – naast de loonbelasting en omzetbelasting – zeker in de heffingsgrondslag meegenomen.
Tot slot heeft Nederland eerder en ook dit jaar – inzake het ‘substance' kenmerk (d) – al eenzijdig maatregelen genomen door impliciet meer functies en werkzaamheden in Nederland te verlangen. Hier komt ook de meerwaarde van Nederland flagrant naar voren; Nederland blinkt uit door het hebben van goed opgeleide mensen, zoals hoog gekwalificeerde fiscalisten, accountants, juristen en ict-ers, maar eveneens door het hebben van een stabiel (juridische) klimaat en goede investeringsbeschermingsverdragen. En Nederland versterkt zijn concurrentiepositie door het hebben van een goede infrastructuur, dankzij Schiphol (dat nagenoeg met alle economische centra rechtstreekse vluchten heeft) en de Rotterdamse haven (nog steeds een van de grootste van Europa). Wel blijkt uit diverse (economische) onderzoeken dat zowel in Schiphol als in de Nederlandse havens nog veel moet worden geïnvesteerd. Schiphol uitbreiden, Lelystad als extra echt vliegveld of de Rotterdamse haven weer verbinden met het achterland zijn belangrijke politieke dossiers waarbij op korte termijn geschakeld dient te worden!
Ik ben een voorstander van het voeren van een discussie. Ook sta ik een transparante en eerlijke wereld voor. Tevens zie ik de toegevoegde waarde van Nederland als hoogstaande en hoogwaardige kennis- en dienstverleningseconomie. Internationaal moeten we niet uit de pas lopen (linksom of rechtsom). De discussie ‘Nederland belastingparadijs' wordt al jaren gevoerd. Deze discussie moeten we – bewust – voeren, temeer daar de publieke opinie er om vraagt en de kwestie op de politieke agenda's staat. Van jongs af aan hebben we geleerd te discussiëren op grond van argumenten en feiten. Laten we deze discussie dan ook voeren op grond van de juiste argumenten en niet door middel van drogredenen. Daarnaast dienen we niet alle belastingplichtigen over een kam te scheren. Het Nederlandse fiscale klimaat is essentieel voor ons land en onze rol in de wereldeconomie. Laten we opkomen voor onze echte belangen en waar het kan deze nog verbeteren!
Informatiesoort: Column
Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht