De Hoge Raad heeft zich uitgesproken in een curieuze zaak. Een kind erft van zijn biologisch vader en moet erfbelasting betalen alsof hij een vreemde is. Dat is niet terecht, aldus de Hoge Raad. Maar het gaat toch gebeuren. Wat speelt hier precies?

De situatie is als volgt. Een kind erft van zijn biologische vader. Het kind is echter niet tijdens een huwelijk geboren, dus de vader is niet automatisch de juridische ouder. Daarvoor moet een erkenning plaatsvinden en de moeder van het kind heeft daar niet mee ingestemd.

Er was wel sprake van family life (een ‘vader-zoonrelatie’) tussen het kind en de biologische vader. Zo was er een omgangsregeling en gingen vader en zoon met elkaar op vakantie.

De moeder is later getrouwd en haar huwelijkspartner heeft het kind erkend. Daarmee had het kind het maximale aantal van twee juridische ouders.

De vader laat het kind een bedrag na van afgerond € 500.000. Voor de erfbelasting is er de vraag hoe dit wordt behandeld. Geldt de vrijstelling van € 2.658 en voor het meerdere de tarieven van 30 procent en 40 procent? Of kan dit kind als eigen kind worden belast en geldt een vrijstelling van € 25.187 en voor het meerdere tarieven van 10 procent en 20 procent?

Noot: dit zijn de vrijstellingen en tarieven van 2024, het kind erfde in 2017. Volgens de tarieven voor 2024 is het belang van dit vraagstuk bijna € 104.000 (€ 183.669 versus € 79.726).

Erfbelasting betalen als vreemde of als kind?

De Belastingdienst past de lage vrijstelling en hoge tarieven toe. Het kind is het daar niet mee eens en stapt naar de rechter. Het kind trekt aan het kortste eind bij de rechtbank maar krijgt gelijk bij het hof. De Belastingdienst legt de situatie voor aan de Hoge Raad. Soepel zijn in dit soort situaties zou te veel geld kosten.

De Advocaat-Generaal meent dat het kind als eigen kind moet worden belast. Maar de argumentatie is anders dan die van het hof. De vader had het kind willen erkennen en dat de erkenning niet heeft plaatsgevonden, is buiten het kind omgegaan.

Verder was er ‘family life’ en daarom zou het discriminerend zijn als het kind in deze situatie niet als eigen kind wordt belast. Kortom, de situatie rechtvaardigt een uitzondering op de hoofdregel.

Wat vindt de Hoge Raad?

De Hoge Raad zit op hetzelfde spoor als de Advocaat-Generaal. Lees de samenvatting van de uitspraak. Het zou gezien de situatie juist zijn als het kind als een echt kind wordt behandeld voor de erfbelasting. Maar, er spelen meer discussies op dit vlak (meerouderschap, meeroudergezag en draagmoederschap). Hierbij moeten politieke keuzes worden gemaakt en het is niet aan de rechter om die te maken. De wetgever moet de situatie dus oplossen en de Hoge Raad vermindert de aanslag niet.

Kortom, het kind krijgt gelijk maar vist achter het net.

Wat is de status van de wetgeving?

Er zijn zeker stappen gezet in het verleden. De Staatscommissie Herijking ouderschap is in 2016 na uitgebreid onderzoek met een lange lijst aanbevelingen gekomen op het terrein van juridisch meerouderschap, meerpersoonsgezag en draagmoederschap. Voor wat betreft het draagmoederschap ligt er een wetsvoorstel: de Wet kind, draagmoederschap en afstamming. Maar dit wetsvoorstel zit nog in de voorbereidende fase. Het vorige kabinet heeft het onderwerp doorgeschoven naar het huidige kabinet (Kamerbrief).

Kan de Belastingdienst nog wat doen?

Als een wet onjuist uitpakt, kan een beroep op de ‘hardheidsclausule’ soms uitkomst bieden. Dat lijkt hier redelijk. Het kind valt buiten de boot bij een recht-toe-recht-aan toepassing van de wet, maar dat is in strijd zijn met een hogere wet (Europese mensenrechten). De Hoge Raad heeft aangegeven dat de wet sowieso op dit punt moet worden aangepast.

In het verleden is de hardheidsclausule al eens toegepast in een vergelijkbare situatie. Een kind erfde van zijn biologische moeder die hem ter adoptie had afgestaan. Bij adoptie werd de familierechtelijke betrekking met de moeder verbroken. Toen het kind van zijn biologische maar niet-juridische moeder erfde, is toch erfbelasting geheven in ouder-kindrelatie.

Drie ouders? Is dat niet vreemd?

Als het biologische kind als eigen kind wordt belast, heeft dat kind als het ware drie ouders voor de erfbelasting. Immers, de juridische ouders gelden sowieso als ouders. Maar dat is minder vreemd dan het lijkt. Een kind kan namelijk meerdere ouders hebben voor de erfbelasting:

  • Stel dat de moeder en vader getrouwd waren geweest, dan waren dit de ouders geweest
    van het kind.

  • Stel dat de moeder en vader beide hertrouwd zouden zijn, dan waren de stiefouders voor de erfbelasting gelijkgesteld aan eigen ouders. Dat is ook zo als het kind bijvoorbeeld niet thuis woont en er geen ‘family life’ is met de stiefouder.

Op naar nieuwe wetgeving

Voor zover het nieuwe kabinet wetgeving op dit punt nog niet had gepland, is er nu een goede aanleiding om dat alsnog te doen. De verwachting is dat vergelijkbare situaties zich in de toekomst meer zullen voordoen. Er worden bijvoorbeeld meer kinderen geboren buiten het huwelijk dan vroeger. Bij het overlijden van de ouders kunnen dan ingewikkelde vraagstukken ontstaan over de vraag wie de wettelijke/juridische ouders zijn, wie de biologische ouders zijn, of dat nog kan worden vastgesteld en of er family life bestond.

Informatiesoort: Column

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

530

Gerelateerde artikelen