De aof-premie is één van de premies werknemersverzekeringen. Deze wordt volledig door de werkgever gedragen, werknemers betalen er niet voor. Vanuit werkgeversperspectief is de aof-premie een loonkostenpost. De Aof-premie is bedoeld om het Arbeidsongeschiktheidsfonds te vullen. Dat fonds is gebaseerd op een zogenoemd omslagstelsel. Met de premies die in een jaar binnenkomen, worden de uitkeringen die dat jaar ten laste van het fonds komen, betaald. Bij een omslagstelsel hoort niet dat er structureel overschotten worden gerealiseerd.
Uit onderzoek is mij gebleken dat de werkgevers echter sinds 2019 veel te veel premie betalen inzake het Aof. De jaarverslagen van het UWV maken dit ook duidelijk. Er wordt jaarlijks een ‘saldo van baten en lasten’ bepaald. De overschotten per jaar nemen echter grootse vormen aan. Als je ieder jaar € 4 à 6 miljard te veel premie heft, ontstaat er natuurlijk een onterechte, erg goed gevulde spaarpot bij het UWV. Er zit ultimo 2024 inmiddels € 33 miljard te veel in het Aof 1.
De bevoegdheid om de premie Aof vast te stellen, berust bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (artikel 36 Wet financiering sociale verzekeringen). Ieder jaar stelt deze Minister de Aof-premie dus vast. Laatstelijk gebeurde dat met de premies voor het jaar 2025 via artikel VI van de ‘Regeling’ d.d. 19 november 2024 2. Ook de premies voor het jaar 2025 zijn veel te hoog vastgesteld, men begroot op voorhand al weer een 2025-overschot van € 6,7 miljard...3
Als je de totale premieontvangsten afzet tegen het overschot per jaar, dan is de conclusie dat de jaarlijkse premie ruim 20 procent te hoog is. Het wisselt per jaar enigszins maar steeds is het ruim 20 procent. Een voorbeeld:
In 2021 werd de Aof-premie vastgesteld op 7,03 procent 4. Het overschot-2021 bedroeg afgerond € 4,9 miljard, terwijl de premiebaten in dat jaar € 19,2 miljard bedroegen. Als de 2021-premie 25 procent lager was vastgesteld, dus zeg 5,25 procent, had het UWV genoeg gehad om alle uitkeringen te betalen. Inzake het jaar 2021 hebben werkgevers dus zo’n 1,75 procent te veel Aof-premie betaald. Omdat sinds 2019 dit een structureel patroon heeft met heel serieuze bedragen, schiet het UWV volledig door met het oppotten van teveel Aof-premie. Er zit inmiddels zoveel in de pot dat je de premie nu een jaar op nul kan stellen en zelfs dan nog houd je geld over.
Werkgevers betalen dus al jaren te veel aan het UWV. Het wordt tijd dat daar een eind aan komt en dat het te veel betaalde netjes wordt teruggegeven aan alle werkgevers (profit en non-profit). Bedenk dat ook de overheid een (grote) werkgever is, dus macro-economisch bezien zit hier ook zeker een hoog vestzak-broekzak gehalte in.
Dat de Aof-premies structureel veel te hoog zijn, is begin 2024 ook bij rijksambtenaren opgevallen 5. Zij kwalificeren dit eveneens als een verkeerde gang van zaken en spreken van een verkapte werkgevers-loonkostenbelasting. Economisch gezien is het dat ook. Premies behoren te staan tegenover rechten op uitkeringen. Onterecht hoge premies doen dat niet en zijn inderdaad een verkapte werkgevers-loonkostenbelasting.
De Aof-premie is in het recente verleden ook ingezet als budgettair ‘duizenddingendoekje’. Zo is voor het jaar 2025 de premie extra verhoogd met 0,04 procent om budgettaire dekking te vinden voor de verruiming van de WBSO-regeling 6. Het betreft een structurele verruiming van de WBSO waar € 100 miljoen budgettaire dekking voor gezocht moest worden. Omdat die verhoging structureel is, is de vraag of we in lengte van jaren een ietwat verhoogde Aof-premie gaan hebben?
Het zou het UWV sieren als:
- men met terugwerkende kracht naar 1 januari 2025 de Aof-premie voor het lopende jaar verlaagt naar 4,89 procent (is nu vastgesteld op 6,28 procent) voor kleine werkgevers en verlaagt naar 5,94 procent (is nu 7,64 procent) voor grote werkgevers. Bij deze verlaagde percentages zal het begrote overschot voor het jaar 2025 nihil zijn en zo moet het in een omslagstelsel. Laat werkgevers in 2025 niet 1,39 procent (klein) respectievelijk 1,70 procent (groot) te veel betalen over hun loonsom; en
- men erkent dat men jarenlang teveel Aof-premie van werkgevers heeft geheven en dat men vanaf 2019 7 het excedent per jaar per werkgever bepaalt en terugbetaalt.
Ik vrees echter dat er een juridisch gevecht voor nodig gaat zijn om dit voor de werkgevers te bereiken. Eerlijk duurt het langst...
----------------------------
1 https://www.rijksfinancien.nl/memorie-van-toelichting/2025/OWB/XV/onderdeel/3150814
2 Geplaatst in Staatscourant d.d. 27 november 2024, Stcrt 2024, 38722
3 https://www.rijksfinancien.nl/memorie-van-toelichting/2025/OWB/XV/onderdeel/3150814
4 In 2021 hadden we nog geen differentiatie tussen kleine en grote werkgevers maar gold er één percentage voor alle werkgevers.
5 Zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/02/01/belastingen-in-maatschappelijk-perspectief-bouwstenen-voor-een-beter-belastingstelsel
6 Kamerstuk 36 602, nr. 68
7 Dan mag het UWV wat mij betreft het teveel dat is opgepot in de jaren tot en met 2018, afgerond zo’n € 8 miljard, houden. Dat lijkt mij genoeg geld om het herstel te plegen dat wegens verkeerde uitkeringen in het verleden allemaal nog rechtgezet moet gaan worden.
Informatiesoort: Column
Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid