IB-ondernemers zijn dus de klos. Zij hebben overigens wel voordeel van de tariefsverlaging. Maar als je eerst helemaal wordt uitgekleed en je krijgt er een onderbroekje voor terug, dan is het toch bibberend koud. De commissie stelt voor binnen acht jaar de zelfstandigenaftrek af te schaffen. Ook is er volgens de commissie geen plaats meer voor startersfaciliteiten voor ondernemers (extra zelfstandigenaftrek, willekeurige afschrijving, startersaftrek voor arbeidsongeschikten), stakingsaftrek en meewerkaftrek. Ook de FOR wordt aan banden gelegd.
De commissie spreekt wel haar voorkeur uit voor de MKB-winstvrijstelling als "centrale ondernemersfaciliteit". Door de MKB-winstvrijstelling worden ondernemers geprikkeld om meer winst te maken en er gaat geen oneigenlijke prikkel vanuit naar het ondernemerschap. Je zou dus denken dat de MKB-winstvrijstelling wel wat omhoog gaat nu alle andere ondernemersfaciliteiten verdwijnen. Echter, de commissie schuift met meer dan 12 miljard euro (en op lange termijn met 24 miljard euro), maar de MKB-winstvrijstelling gaat met geen euro omhoog.
Waarom zet de commissie de ondernemers zo in de onderbroek? Ik kan me niet aan de indruk ontrekken dat de modelmatige werkelijkheid van de rekenmachine hier aan ten grondslag ligt. Het doet me denken aan de verkiezingscampagne. Veel politieke partijen leverden toen bij het Centraal Planbureau (CPB) een lijstje met veel al dan niet realistische fiscale maatregelen in, om daarmee zo goed mogelijk uit de doorrekening te komen. De een werd koopkrachtkampioen, de ander banenkampioen. Het was me niet eens direct opgevallen, maar ik hoor nu net iets te vaak dat het door de commissie voorgestelde pakket 142.000 extra banen oplevert. Ik lees daarbij nergens heel duidelijk wanneer dit effect zich zal voordoen. Het zal dus wel een paar decennia duren en niet binnen een paar jaar zijn.
De commissie wil dus klaarblijkelijk banenkampioen worden en heeft hiertoe in haar interimrapport een ultiem scenario geschetst. De titel "Naar een activerender belastingstelsel" spreekt eigenlijk al boekdelen. Toetsing op de effecten van arbeidsparticipatie stond inderdaad in de taakopdracht, maar het was nou niet het hoofdthema van de motie Dijkgraaf, wat de directe aanleiding was voor instelling van de commissie. De commissie heeft in dat haakje van arbeidsparticipatie een erg grote kapstok gezien om daar een aanzienlijk deel van het rapport aan op te hangen. Door de tarieven te verlagen en de arbeidskorting te verhogen (en voor hogere inkomens op nul te zetten), kietel je de banenindicator in het CPB-model enorm.
Een substantieel deel van de meer dan 700.000 ondernemers c.q. ZZP'ers zullen door de kaalslag in de ondernemersfaciliteiten misschien wel hun onderneming aan de wilgen hangen. Inderdaad. Maar dat effect zit niet in het model. Het CPB merkt op dat: "Het effect van het inperken van de fiscale faciliteiten voor ondernemers is niet in de participatie-effecten meegenomen, omdat hiervan geen inschatting kon worden gemaakt."
Dus het zou kunnen dat binnen een paar jaar 250.000 ondernemers ermee stoppen. Hoe ik erbij kom? Geen idee, maar niemand weet het, dus kan ik het makkelijk roepen. Pas op lange termijn komen er dan 142.000 banen bij. Een deel van de ondernemers kan tegen die tijd wellicht in loondienst aan de slag. Maar een ander deel zal dan dus niet meer deelnemen aan het economisch verkeer.
Als er met een modelmatige bril naar de fiscaliteit wordt gekeken, is het weinig opportuun daarbij een oog dicht te houden. Of je presenteert alle effecten, of je presenteert er geen. Gelukkig komt er komend voorjaar nog een definitief rapport. Hopelijk is er daarbij oog voor ondernemerschap en de flexibiliteit van de ZZP'ers in het economisch verkeer.
Informatiesoort: Column
Rubriek: Belastingrecht algemeen