Al in de Voorjaarsnota 2023 kondigde het kabinet een aanpassing van de earningsstrippingmaatregel aan. Als anti-fragmentatiemaatregel voor megagrote beleggers wordt de drempel in de renteaftrekbeperking van art. 15b Wet Vpb 1969 geschrapt. Het Kabinet gaat die maatregel in het Belastingplan 2025 opnemen, zo blijkt uit de Kamerbrief over de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda van 16 april 2024.

Volgens het Register Belastingadviseurs leidt het volledig schrappen van een renteaftrekdrempel echter tot overkill, aldus hun reactie van 24 juli 2024 op de aangekondigde earningsstrippingmaatregel voor vastgoedlichamen. Ook een flink aantal bedrijven in het mkb en kleine beleggers worden onnodig door deze aanpassing getroffen. En dga’s die via een eigen bv’tje een bedrijfspand aan hun familie verhuren, zoals een dga aan zijn eigen kind, zijn eveneens collateral damage.

Ik onderschrijf de mening van het RB volledig en ga zelfs nog een stapje verder. Los van de terecht gesignaleerde overkill is de aangekondigde earningsstrippingmaatregel door zijn complexiteit ondoenlijk voor burgers en onuitvoerbaar voor de Belastingdienst. Niet doen, dus.

Wat houdt de earningsstrippingmaatregel in?

Volgens de huidige earningsstrippingmaatregel is betaalde rente bij een Vpb-plichtig lichaam alleen aftrekbaar tot 20 procent van de EBITDA. In het Hoofdlijnenakkoord wordt die 20 procent verhoogd tot 25 procent. Maar een bedrag van € 1.000.000 aan betaalde rente is sowieso aftrekbaar. Het meerdere aan betaalde rente wordt voortgewenteld. Het mkb redt zich daar prima mee, want € 1.000.000 aan betaalde rente is nogal een bedrag.

Het kabinet is echter van plan om de drempel van € 1.000.000 te schrappen. Dat zou betekenen dat rente bij een bv alleen nog maar aftrekbaar is, indien en voorzover die lager is dan 25 procent van de EBITDA.

Voorbeeld
In Fiscaal tijdschrift FED 2024/64 schreef ik een beschouwing over de aanschaf van beleggingsvastgoed na de 6 juni-arresten, met een poging om de vraag te beantwoorden of je een beleggingspand voortaan beter in box 3 kunt aanschaffen of in een eigen bv.

In dat artikel hanteerde ik een eenvoudig voorbeeld. Een belegger koopt een pand voor € 500.000, dat € 35.000 huur per jaar oplevert en € 6.000 directe kosten (OZB, verzekeringspremies, onderhoudskosten, e.d.) met zich meebrengt. Het pand stijgt met 2 procent per jaar in waarde. Dat pand is gefinancierd met een lening van € 300.000, waarvoor 4 procent rente wordt betaald, ofwel € 12.000 per jaar.

Volgens de bestaande earningsstrippingmaatregel is de volledige rente van € 12.000 aftrekbaar, omdat die minder is dan de drempel van € 1.000.000. Maar dat gaat volgens de aangekondigde maatregel veranderen. In bovengenoemde situatie bedraagt de EBITDA € 35.000 minus € 6.000, ofwel € 29.000. Van de betaalde rente is in die casus maar 25 procent van € 29.000 aftrekbaar, ofwel € 7.250. Het meerdere, € 12.000 -/- € 7.250 = € 4.750, wordt voortgewenteld. Door het gebruik van het woordje ‘voortgewenteld’ lijkt het dat die rente later alsnog aftrekbaar wordt. Maar schijn bedriegt.

Benutten van voortgewentelde renteaftrek?

Die voortgewentelde rente is later alleen alsnog aftrekbaar, als de EBITDA van de bv in enig jaar stijgt. Dat kan het geval te zijn als het beleggingspand later wordt verkocht. Dan wordt een boekwinst op het pand gerealiseerd, die in de EBITDA van dat jaar terugkomt.

Alleen in het voorbeeld bedraagt de waardestijging van het pand ‘maar’ 2 procent van € 500.000, ofwel € 10.000 per jaar. Volgens de earningsstrippingmaatregel is daarvan opnieuw slechts 25 procent te benutten voor de voortgewentelde renteaftrek, dus maar € 2.500, terwijl de voortgewentelde renteaftrek meer bedroeg, namelijk € 4.750. Dat zou betekenen dat later bij verkoop toch niet de volledig voortgewentelde renteaftrek benut kan worden. € 2.250 renteaftrek per jaar verdampt. De voortgewentelde renteaftrek is alleen aftrekbaar als de waardestijging minimaal vier keer zo hoog is als de voortgewentelde renteaftrek. In het voorbeeld moet de waardestijging dus minimaal € 4.750 x 4 = € 19.000 per jaar zijn, ofwel minimaal 3,8 procent per jaar. En dat zal lang niet altijd het geval zijn.

Als het volledig schrappen van de renteaftrekdrempel betekent dat een deel van de rente nooit aftrekbaar blijkt, is dat in strijd met de totaalwinstgedachte. En dat is dogmatisch fout. Dan heb je over een hoger bedrag belasting betaald, dan de winst van de bv uiteindelijk was.

Oplossingen?

Het RB stelt voor om de huidige drempel van € 1.000.000, het bedrag dat altijd als rente aftrekbaar is, niet op nihil te stellen, maar op € 100.000. Dat redt in elk geval het midden- en kleinbedrijf en kleine beleggers. Daar is iets voor te zeggen.

Het mag niet zo zijn dat de bestrijding van misbruik, wanneer grote beleggers vastgoedlichamen splitsen in meerdere vennootschappen, zodat elke vennootschap de drempel van € 1.000.000 renteaftrek kan benutten, ook het mkb en kleine beleggers afstraft. Zij hebben de truc van het splitsen van grote vennootschappen om zo meer rente te kunnen aftrekken immers niet toegepast. Zij hebben geen misbruik gemaakt van het meerdere keren toepassen van de drempel van € 1.000.000. En mogen dus ook niet de dupe worden van de anti-fragmentatiemaatregel.

Overkill die eenvoudig te vermijden is door de renteaftrekdrempel niet geheel te schrappen, maar te beperken tot € 100.000. Voor grote vastgoedlichamen te weinig om nog te fragmenteren, maar wel genoeg om het mkb en kleine beleggers uit de wind te houden. Vandaar mijn steun aan dit voorstel.

Globaal evenwicht

Maar er zijn meer motieven om een renteaftrekdrempel van € 100.000 in stand te laten. Het voorkomt een verdere verstoring van het gelijk behandelen van beleggers in box 3 en in een eigen bv. Want als een belegger een gefinancierd pand in box 3 heeft staan, is de betaalde rente wel altijd en geheel aftrekbaar. Box 3 kent niet zoiets als een renteaftrekbeperking. De earningsstrippingmaatregel geldt immers alleen in de vennootschapsbelasting, niet in box 3. Ook daarom al is een drempel van € 100.000 wenselijk. Het voorkomt een ongelijke behandeling van renteaftrek in box 3 en in de eigen bv.

Maar er zijn meer voordelen verbonden aan het in stand laten van een renteaftrekdrempel van € 100.000. De belangrijkste is eenvoud. Het is een dga met een eigen bv niet uit te leggen dat hij de rente die hij voor de financiering van zijn beleggingspand daadwerkelijk betaalt, toch niet mag aftrekken. Hij zal dat op zijn zachtst gezegd als onrechtvaardig ervaren. De uitvoering van een renteaftrekbeperking is voor het mkb daarnaast uitermate complex en de handhaving daarvan door de Belastingdienst nagenoeg onuitvoerbaar. Het wordt een drama, zo vrees ik.

Kortom, het volledig schrappen van de renteaftrekdrempel is niet doeltreffend, is niet doelmatig en schaadt de neutraliteit. Tel daarbij op dat deze aangekondigde earningsstrippingmaatregel door haar complexiteit ondoenlijk voor burgers wordt en onuitvoerbaar voor de Belastingdienst. Nogmaals, niet doen dus.

Informatiesoort: Column

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Focus: Focus

1183

Gerelateerde artikelen