
De Tweede Kamer is teleurgesteld in de wijze waarop het kabinet zoekt naar alternatieve dekking om de voorgenomen btw-verhoging op sport, cultuur en boeken af te wenden.
Tijdens de voortzetting van het debat over de btw-onderwerpen was er stevige kritiek op de woordkeuze van de staatssecretaris in zijn laatste brief en het ontbreken van concrete voorstellen om deze dekking buiten het btw-domein te vinden. Tegelijkertijd ziet een deel van de Kamer mogelijkheden om toch (een deel van) de alternatieve dekking binnen de btw te realiseren. Daarbij is het de vraag of de coalitiepartijen het aandurven om ‘de boodschappen duurder te maken’.
Het kabinet moet vóór de Voorjaarsnota samen met de Tweede Kamer een alternatief vinden voor de btw-verhoging op cultuur, media en sport. Staatssecretaris Van Oostenbruggen (fiscaliteit) had aanvankelijk drie opties bedacht: het hoge tarief verhogen; het lage tarief (gericht) verhogen; en bewegen naar een uniform btw-tarief. Nog voordat deze opties openlijk besproken waren hadden de coalitiepartijen de verhoging van het hoge btw-tarief al publiekelijk afgeserveerd. In het vorige debat over de alternatieve dekking was er veel kritiek op het kabinet en de PVV, omdat ze leken aan te sturen op het handhaven van de oorspronkelijke btw-verhoging (zie WFR 2024/53).
Lage btw-tarief
In de schriftelijke beantwoording van de vragen over de alternatieve dekking focuste het kabinet, tot grote irritatie vanuit de Kamer, wederom op het vinden van dekking binnen het btw-domein. In het debat benadrukten het CDA, D66, SGP, CU, GL-PvdA, BBB, PVV, SP en DENK dat de dekking juist buiten het btw-domein moet worden gevonden. Vijlbrief (D66) en Grinwis (CU) noemden het hervormen van de verbruiksbelasting op suikerhoudende dranken en het schrappen van de rode diesel als alternatieven. Stultiens (GL-PvdA) gaf aan dat er dekking gevonden zou kunnen worden in het versoberen van de expatregeling en Dijk (SP) noemde de bankenbelasting.
De coalitiepartijen zijn zich er zeer van bewust dat de zoektocht naar dekking buiten de btw alle tijdens de formatie gemaakte financiële afspraken onder druk zal zetten. Het is de vraag of de vier coalitiepartijen het nogmaals eens kunnen worden. In dit licht is het begrijpelijk dat Vermeer (BBB) hoopt “dat nieuwe cijfers en ramingen meer ruimte geven voor een lager bedrag”. Van Eijk (VVD) wil pas naar dekking buiten de btw kijken nadat alle opties in het btw-domein zijn afgelopen. Van Vroonhoven (NSC) vindt het inmiddels “doodzonde” dat de verhoging van het hoge btw-tarief onmiddellijk door de coalitie van tafel is geveegd en wil deze optie heroverwegen.
Parlementair
De meeste partijen staan bijzonder kritisch tegenover het idee om de btw te verhogen omdat ze de boodschappen niet (nog) duurder willen maken in tijden van hoge inflatie. Met name de PVV, SP en DENK vinden dat onacceptabel. Desondanks zijn er nog twee mogelijkheden om dekking te vinden binnen het btw-domein. Allereerst de uniformering van de btw. Van Dijk (CDA) wijst erop dat deze optie op voorhand al kaltgestellt lijkt, zonder dat de mogelijkheden zijn onderzocht. Met het – al dan niet vanaf 2027 – uniformeren van de btw kan het kabinet ook tegemoetkomen aan de wens vanuit de Kamer om de btw te vereenvoudigen.
De tweede mogelijkheid werd geopperd door Grinwis (CU): het verhogen van het lage btw-tarief. Daarbij wijst hij erop dat deze optie nog niet is afgeserveerd door de coalitie en dat dit een eerste stap naar een meer uniforme btw kan zijn. Een bijkomend voordeel is dat onderzoek laat zien dat lagere inkomens niet onevenredig zwaar getroffen worden door deze verhoging. Daarmee heeft de staatssecretaris twee serieuze opties om uit te werken naast zijn nadrukkelijke opdracht vanuit de Kamer om ook opties buiten het btw-domein uit te werken.
Informatiesoort: Parlementair
Rubriek: Omzetbelasting