
Na een lange en moeizame onderhandeling zijn de PVV, VVD, NSC en BBB het eens geworden over de bijstelling van hun financiële plannen.
Het was niet vanzelfsprekend dat het de vier coalitiepartijen zou lukken om hierover overeenstemming te vinden. Alle inhoudelijke onenigheid, grote politieke pijnpunten en financiële tegenvallers werden de afgelopen maanden geparkeerd voor de onderhandelingen over de Voorjaarsnota. Inmiddels blijkt dat de coalitiepartijen een aantal politieke beloften breken én terugkomen op de inhoudelijke afspraken met verschillende sectoren. De eerste reacties vanuit de oppositiepartijen en maatschappelijke organisaties waren zeer kritisch. Daarbij werd de coalitie vooral kortzichtigheid verweten.
Normaliter is de voorjaarsbesluitvorming een moment om de lopende begroting bij te stellen en een voorschot te nemen op de nieuwe begrotingen die op Prinsjesdag worden gepresenteerd. Dit jaar was dat om drie redenen anders. Allereerst moesten de coalitiepartijen het nog eens worden over meerdere inhoudelijke dossiers die bij de onderhandelingen over het regeerprogramma open waren gelaten. Daarnaast had de coalitie alle mogelijke twistpunten in de afgelopen periode laten liggen. De gesprekken over de Voorjaarsnota werden daarmee de facto de heronderhandeling van het regeerprogramma. Ten slotte speelden de bewindspersonen, die verantwoordelijk zijn voor het te voeren beleid, geen enkele rol in de onderhandelingen.
Uitstel van fundamentele keuzes
In de Voorjaarsnota moesten een aantal belangrijke financiële puzzels worden gelegd. Allereerst de alternatieve dekking voor de btw-verhoging op cultuur, media en sport. Met oog op de kosten van boodschappen vond een groot deel van de Tweede Kamer het onwenselijk dat deze middelen in het btw-domein gevonden zouden worden. Dit zou slecht zijn voor de koopkracht van burgers. Desondanks kiest de coalitie ervoor om deze tegenvaller te dekken door “ongeveer de helft van de reguliere inflatiecompensatie binnen de inkomstenbelasting” niet toe te kennen. Daarmee gaat de dekking alsnog ten koste van de koopkracht van de ‘hardwerkende Nederlander’ via de inkomstenbelasting.
Op een groot aantal onderwerpen heeft de coalitie geen keuzes kunnen of durven maken en de plannen uitgesteld. Denk aan de bijna gratis kinderopvang die twee jaar wordt uitgesteld, wat het kabinet € 4,7 miljard bespaart. Of aan het buiten beschouwing laten van de € 16 miljard die nodig is voor defensie. Er is geen geld beschikbaar gemaakt voor de (verduurzaming van de) industrie die momenteel zwaar onder druk staat en er zijn ook geen middelen ingeruimd om de problemen rondom stikstof op te lossen. Daarmee schuift de coalitie wederom politiek explosieve dossiers – met verstrekkende financiële consequenties – door naar de volgende onderhandeling over de begroting.
Parlementaire agenda
De reacties vanuit de oppositiepartijen en maatschappelijke organisaties waren bijzonder kritisch. Allereerst wordt de coalitie verweten om wederom geen keuzes te maken over de grote dossiers van dit moment, maar vooral gericht douceurtjes uit te delen aan de verschillende achterbannen. Daarnaast wordt de coalitie verweten dat deze Voorjaarsnota wederom niet leidt tot verbeterde koopkracht voor mensen. Ook is er het verwijt dat de coalitie reeds toegezegde middelen schrapt en daarmee onbetrouwbaar blijkt. Denk aan het geld dat eerder voor een spoorlijn van Lelystad naar Groningen was gereserveerd en ineens gebruikt wordt voor een treinverbinding tussen Groningen, Ter Apel en Enschede.
De coalitiepartijen kan ten slotte worden verweten dat het begrotingstekort door hun afspraken enorm oploopt. Met oog op alle geopolitieke ontwikkelingen, zoals de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne en de Amerikaanse handelsoorlog, is dat een enorm risico. Een bijkomend nadeel van het minder prudente begrotingsbeleid is dat het kabinet geen enkele financiële bewegingsruimte over heeft. Dit betekent dat elke financiële tegenvaller van het kabinet-Schoof automatisch leidt tot een nieuwe ronde onderhandelingen in de coalitie. Ondertussen kan het kabinet dan niets doen. In juni zal de Tweede Kamer over de Voorjaarsnota 2025 debatteren.
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Informatiesoort: Parlementair