Afgelopen week presenteerden de PVV, VVD, NSC en BBB hun gezamenlijke hoofdlijnenakkoord, op basis waarvan het nieuwe kabinet zijn beleid verder zal vormgeven. Dit akkoord plaatst vooral de politieke piketpaaltjes voor de belangrijkste onderwerpen.

Het is daarbij duidelijk dat dit kabinet een andere politieke koers wil varen: minder buitenland, focus op de korte termijn en de portemonnee van de werkende Nederlander. De fiscaliteit in het hoofdlijnenakkoord is gericht op lastenverlichting op de korte termijn. Het valt daarbij op dat er (nog) geen keuzes gemaakt zijn over de grote fiscale dossiers van dit moment.

In het akkoord wordt bijvoorbeeld niets gezegd over het nieuwe stelsel voor box 3, behalve dat er een structurele tariefsverlaging zal komen. Dit betekent dat het onduidelijk blijft of het kabinet zal kiezen voor een ‘hybride stelsel’ of dat er toch een vermogenswinstbelasting komt, zoals de PVV en BBB onlangs vurig hebben bepleit. Er wordt met geen woord gerept over rechtsherstel, noch is hiervoor financiële dekking opgenomen. Ten aanzien van de herziening van het toeslagen- en belastingstelsel bevat het akkoord ook weinig handvatten, behalve dan dat “stapsgewijs wordt gewerkt aan verbeteringen in de sociale zekerheid, fiscale regelingen en de toeslagen” en dat er wetgeving zal worden voorbereid.

Terugdraaien

De fiscale punten uit het hoofdlijnenakkoord zijn er grotendeels op gericht eerdere – deels door de oude Tweede Kamer afgedwongen – lastenverzwaringen voor het bedrijfsleven terug te draaien. De verlaging van de MKB-winstvrijstelling en de verhoging van de Energiebelasting op aardgas (beiden uit de Voorjaarsnota 2024) worden teruggedraaid. Ook de maatregel om de inkoop eigen aandelen te belasten en de (extra) verhoging van het box 2-tarief worden ongedaan gemaakt. Een deel van de dekking hiervan komt uit het niet verhogen van het wettelijk minimumloon. Dit was al eerder door de Eerste Kamer tegengehouden. Daarmee gaan we deels terug naar het fiscale beleid van Rutte IV.

Het fiscale beleid van het vorige kabinet wordt ook op andere punten voortgezet. De wetgeving die duidelijkheid moet bieden over de fiscale positie van zelfstandigen (Wet VBAR) zal worden voortgezet. In dit licht is het goed om te noteren dat er in het akkoord niets is opgenomen over de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Een ander opvallend punt – dat veel aandacht in de media heeft gekregen – is het afschaffen van de salderingsregeling voor particulieren en mkb die zelf elektriciteit opwekken en terugleveren. Op dit punt hebben de PVV en BBB, die in februari in de Eerste Kamer tegen dit plan stemden, een concessie gedaan aan de VVD en NSC.

Parlementair

Op twee fiscale punten draaien de PVV, VVD, NSC en BBB de fiscale klok verder terug: box 1 en de ‘fossiele subsidies’. Om te zorgen dat werk meer gaat lonen wordt overwogen om weer een extra schijf in box 1 te introduceren. Het nieuwe kabinet zal – zoals verwacht – minder ambitieus zijn om het afbouwen van ‘fossiele subsidies’. Dit “vindt plaats in Europees verband”. Tegelijkertijd worden er (opnieuw) fiscale voordelen voor fossiele energie ingevoerd: een lager accijnstarief voor diesel in de landbouw (rode diesel), en een verlaging van de energiebelasting op aardgas. Op de fiscale dossiers krijgen we – tot vreugde van het bedrijfsleven – grotendeels oud beleid.

Het hoofdlijnenakkoord bevat – door zijn opzet – een groot aantal open eindes. Allereerst is het de vraag hoe het beleid er concreet uit zal zien en hoe dit betaald zal worden. Is het realistisch dat de dekking vooral voortvloeit uit bezuinigingen en het verhogen van de btw op cultuur en logies?

Volgens veel experts niet. Dit betekent dat er de komende periode niet alleen gezocht wordt naar passende beleidsopties, maar dat er ook constant gezocht wordt naar dekking. Met oog op de zoektocht naar geld blijf ik benieuwd wat de nieuwe coalitie wil met de herziening van het belastingstelsel en met name box 3.

Informatiesoort: Parlementair

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

261

Gerelateerde artikelen