Afgelopen week debatteerde de Tweede Kamer zowel over de internationale fiscaliteit als over het extra belasten van ‘extreem rijke particulieren’. In beide debatten stonden verdergaande internationale afspraken over internationale minimumbelastingen centraal.

Een ruime Kamermeerderheid ziet een mondiale minimumbelasting voor hele rijke particulieren als een oplossing om daarmee zowel belastingontwijking als vermogensongelijkheid te bestrijden. Ondanks dat er voldoende politieke steun in Nederland is voor dit initiatief, is het de vraag in hoeverre een dergelijke internationale minimumbelasting op korte termijn realistisch zal zijn. De mondiale winstbelastinghervorming (Pijler 1 en 2) laat zien dat de fiscaal-politieke praktijk weerbarstig kan zijn.

In het commissiedebat over de internationale fiscaliteit stonden onder andere de ontwikkelingen ten aanzien van Pijler 1 en Pijler 2 centraal. De Kamerleden stelden daarbij enerzijds vragen over de (snelheid van) implementatie in andere landen en anderzijds over de initiatieven vanuit andere landen om belastingvoordelen aan te bieden binnen de kaders van Pijler 2. Vlottes (PVV) en Van Eijk (VVD) wilden weten hoe effectief een mondiale minimumwinstbelasting zal zijn als deze niet wordt geïmplementeerd door de Verenigde Staten en China. Staatssecretaris Van Rij gaf aan op dit punt minder pessimistisch te zijn dan de Kamerleden, maar feit blijft dat we afhankelijk zijn van de nationale politiek in andere landen.

Extreem rijken

De vragen ten aanzien van belastingvoordelen binnen de minimumwinstbelasting (Pijler 2) tonen een andere uitdaging ten aanzien van internationale fiscale samenwerking. Andere landen bieden qualified refundable tax credits aan. Plat gezegd is dit belastingteruggave in cash voor bedrijven die investeren in innovatie. Sneller (D66) en Maatoug (GL-PvdA) zien dit als ondermijning van de mondiale minimumbelasting en vrezen fiscale concurrentie. Van Eijk (VVD) daarentegen pleitte er juist voor om vergelijkbare faciliteiten in Nederland te introduceren om zo het investeringsklimaat te versterken. In zijn beantwoording gaf Van Rij aan dat expliciet is afgesproken dat deze tax credits zijn toegestaan en dat deze ontwikkelingen nauwlettend worden gevolgd.

In het plenaire debat over een extra belasting voor extreem rijken bleek wederom dat er brede politieke steun is voor het tegengaan van belastingontwijking en vermogensongelijkheid. Daarbij is er ook brede overeenstemming dat dit zoveel mogelijk in internationaal verband moet gebeuren. Op twee punten wordt er in de Tweede Kamer wel verschillend over gedacht. Allereerst de vraag hoe de groep met ‘extreem rijken’ moet worden afgebakend. Idsinga (NSC) en Van Eijk (VVD) geven aan dat dit niet zomaar voor ondernemers geldt en leggen de focus op “hyper mobile wealthy individuals”. Als het aan Dijk (SP) en Maatoug (GL-PvdA) ligt worden niet alleen miljardairs, maar ook miljonairs zwaarder belast.

Parlementaire agenda

Het tweede punt waarover in de Tweede Kamer verschillend wordt gedacht is de noodzaak om ook op nationaal niveau vermogen extra te belasten. Dijk (SP) en Maatoug (GL-PvdA) bepleitten een nationale miljonairsbelasting om vermogensongelijkheid tegen te gaan en verzochten het kabinet per motie om hier een voorstel voor te doen. NSC en de VVD zijn mordicus tegen een dergelijke belasting. Idsinga (NSC) benadrukt daarbij dat de huidige box 2 en box 3 feitelijk al een miljonairsbelasting zijn. Van Eijk (VVD) wijst op het risico dat ondernemersvermogen wegbelast wordt, terwijl dat geld hard nodig is om ondernemend Nederland te verduurzamen en te innoveren.

Het is goed om zich te realiseren dat de partijen die tijdens de verkiezingscampagne vóór een extra nationale miljonairsbelasting waren, op dit moment een meerderheid in de Tweede Kamer hebben. In dat licht is het vooral interessant hoe de PVV en de BBB, die eerder voor een nationale miljonairsbelasting leken te zijn, zullen stemmen over de motie van de SP en GL-PvdA. Met oog op de formatie is het waarschijnlijk dat ze zich eerst willen richten op het internationaal aanpakken van de extreem rijken en het nieuwe box 3-stelsel voordat ze naar een miljonairsbelasting kijken.

Informatiesoort: Parlementair

Rubriek: Internationaal belastingrecht

231

Gerelateerde artikelen