
De Tweede Kamer debatteerde afgelopen week met staatssecretaris Van Oostenbruggen over alle onderwerpen ten aanzien van de Belastingdienst.
Het laatste debat over deze dossiers vond meer dan een jaar geleden plaats, waardoor er veel verschillende onderwerpen op de agenda stonden. In het debat ging de meeste aandacht uit naar het onrechtmatige gebruik van het ‘Risico Analyse Model’ door de Belastingdienst en de ontwikkelingen bij de Belastingdienst ten aanzien van ICT en personeel. Daarnaast vroegen de Kamerleden onder andere aandacht voor de niet-fiscale taken van de Belastingdienst. Door de overvolle agenda was er weinig ruimte om uitgebreid over alle onderwerpen te spreken.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen informeerde de Tweede Kamer begin deze maand dat de Belastingdienst 20 jaar lang gebruik heeft gemaakt van het Risico Analyse Model (RAM). Deze database met (fiscale) gegevens werd o.a. gebruikt om burgers en bedrijven te selecteren voor een handmatige controle. Op basis van onafhankelijk onderzoek concludeert de staatssecretaris dat “het gebruik van RAM niet voldeed aan de destijds geldende (wettelijke) eisen op het gebied van privacywetgeving, beveiligingsvoorschriften en de Archiefwet”. Daarbij benadrukte hij dat de Belastingdienst deze gegevens niet op deze manier had moeten en mogen gebruiken. Op dit moment onderzoekt de Belastingdienst of het gebruik van deze gegevens in specifieke gevallen tot een schending van grondrechten heeft geleid.
Institutionele discriminatie
In het debat was met name Ergin (DENK) bijzonder kritisch op de wijze waarop de Belastingdienst met RAM is omgegaan. Hij benadrukte dat in deze database onder andere de tweede nationaliteit en giften aan een moskee mogelijke selectiecriteria waren. Daarbij vroeg hij de staatssecretaris hoe het mogelijk was dat het systeem jaren nadat het officieel was stopgezet nog steeds is gebruikt. Ook wilde hij weten hoe veilig deze gevoelige data is in de digitale systemen van de Belastingdienst. Stultiens (PvdA-GL) vroeg zich af waarom een tweede nationaliteit überhaupt relevant kan zijn voor de Belastingdienst. Van Vroonhoven (NSC) wilde weten hoeveel mensen hierdoor getroffen zijn.
De staatssecretaris benadrukte, zowel in zijn brief als tijdens het debat, dat deze RAM-database “buitenproportioneel fout” was en dat het maximale gedaan wordt om te zorgen dat er alleen met noodzakelijke data gewerkt wordt. In deze database stonden 50.000 unieke burgers (BSN’s), en bij 2000 van deze mensen is de belastingaangifte gecorrigeerd. De Belastingdienst onderzoekt – proactief – of daarbij grondrechten zijn geschonden. Het is de verwachting dat de uitkomsten van dit onderzoek aankomende juli met de Kamer gedeeld kunnen worden. Met deze proactieve en open houding heeft de staatssecretaris – voorlopig – succesvol de angel uit dit politiek explosieve dossier gehaald.
Parlementaire agenda
In het debat vroegen de Kamerleden ook naar de (toekomstige) ontwikkelingen op het gebied van personeel en ICT bij de Belastingdienst. Op deze punten benadrukte de staatssecretaris dat de situatie aanzienlijk is verbeterd. De wervingsdoelstellingen zijn ruimschoots gehaald, er wordt hard gewerkt aan het behouden van talent en er werken nul schijnzelfstandigen bij de Belastingdienst. Ten aanzien van de ontwikkelingen rondom de ICT-systemen benadrukte de staatssecretaris dat al het mogelijke om op te schalen en te versnellen al is gedaan. Op dit moment is “doorakkeren zonder al te veel interrupties” geboden, waarbij de verschillende hersteloperaties tot de meeste problemen kunnen leiden.
Op korte termijn zal de staatssecretaris de Kamer, op verzoek van Van Eijk (VVD), informeren over hoe de Belastingdienst meer niet-fiscale taken kan afstoten en een inhoudelijke reactie sturen op het advies van de NOB en het RB over de samenwerking tussen de Belastingdienst en de fiscaal dienstverleners. Het onrechtmatige gebruik van de RAM-database door de Belastingdienst zal de komende tijd hoog op de parlementaire agenda blijven staan. In afwachting van het onderzoek naar de mogelijke schending van grondrechten, zal de Kamer (schriftelijk) overleggen over de uitkomsten van het onafhankelijke onderzoek en de benodigde verbeteringen.
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Informatiesoort: Parlementair