In de afgelopen maanden heeft een brede coalitie van goede doelen, kerkelijke organisaties en een aantal (familie) bedrijven ervoor gezorgd dat het kabinet de voorgenomen versobering van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting heeft teruggedraaid. Daarbij hebben vooral de confessionele politieke partijen een sleutelrol gespeeld.
Het is de inzet van de goede doelen- en kerkelijke organisaties om bij de behandeling van het Belastingplan ook de beperking van de giftenaftrek voor bedrijven van tafel te krijgen. Grinwis (CU), Stoffer (SGP) en Van Dijk (CDA) hebben een amendement ingediend om de giftenaftrek onverkort in stand te houden en hiervoor dekking te vinden in het met 0,75% punt minder verruimen van de renteaftrekbeperking.
In het Hoofdlijnenakkoord van de PVV, VVD, NSC en BBB, dat afgelopen mei werd gepresenteerd, was opgenomen dat de fiscale regelingen rond giften (geven uit de vennootschap, giftenaftrek IB en Vpb) beperkt zouden worden. Dit moest structureel € 250 miljoen opleveren. In alle debatten met het huidige kabinet hebben CDA, CU en de SGP felle kritiek geleverd op dit voorstel, waarbij de SGP en CU dreigden tegen het hele Belastingplan te stemmen als deze maatregel zou worden gehandhaafd. Dit bleek deels succesvol. In de Miljoenennota werd de voorgenomen versobering van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting teruggedraaid. Sindsdien is de focus verschoven naar giften door bedrijven.
Sponsoring en zakelijk belang
Er zijn twee punten van kritiek op de beperking van de fiscale regelingen voor giften van bedrijven. Enerzijds wordt benadrukt dat het onwenselijk is om het geefgedrag te beperken. Waarom moet het minder aantrekkelijk worden voor bedrijven om aan goede doelen te geven? Wat is het maatschappelijke effect hiervan op deze goede doelen? Anderzijds is de kritiek dat het hiermee onaantrekkelijk wordt om een bedrijf ‘aan de samenleving te schenken’. Daarmee wordt gedoeld op steward ownership. Dit zijn situaties waarbij een bedrijf door de eigenaar aan een stichting wordt geschonken, waarna deze stichting de winst gebruikt voor maatschappelijke initiatieven.
De reactie vanuit het kabinet op deze punten van kritiek is interessant, omdat het kabinet vooral lijkt op te roepen om het geven vanuit bedrijven anders in te richten. Staatssecretaris Idsinga benadrukt dat bedrijven nog steeds fiscaal aantrekkelijk kunnen geven. Allereerst in de vorm van sponsoring en reclame. Dit zijn zakelijke kosten en daardoor aftrekbaar. Maar daarnaast zijn “ook uitgaven die worden gedaan in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen zakelijk en dus in principe aftrekbaar”. Tot slot wijst de staatssecretaris erop dat onderzoek laat zien “dat er door de giftenaftrek weinig extra wordt gegeven in verhouding tot de budgettaire lasten voor de overheid”.
Parlementaire agenda
Ten aanzien van het steward ownership staat het kabinet lijnrecht tegenover de wens vanuit de confessionele politieke partijen. De staatssecretaris schrijft in de beantwoording van deze vragen aan de Tweede Kamer dat het een persoonlijke keuze is als iemand een steward owned-structuur wil opzetten, waarbij een bijdrage vanuit de overheid niet noodzakelijk is. Ook word benadrukt dat er al een vrijstelling van de schenkbelasting geldt indien er wordt geschonken aan een stichting die als ANBI kwalificeert. Tot slot geeft de staatssecretaris aan dat het kabinet werkt aan een eenvoudiger belastingstelsel en “daarin past geen nieuwe regeling voor steward-ownership”.
In de komende weken zullen de belangenbehartigers van goede doelen, kerkelijke organisaties en familiebedrijven hartstochtelijk pleiten voor het behoud van de fiscale regelingen voor giften van bedrijven. Maar het zal lastig worden om de coalitiepartijen hiervan te overtuigen. Door het terugdraaien van de versobering van de giftenaftrek in de IB is de meeste politieke weerstand weggenomen. Het zal daarnaast niet helpen dat de coalitiepartijen de beoogde dekking voor het amendement van CU, SGP en CDA – de renteaftrekbeperking iets minder verruimen dan voorgesteld door het kabinet – ook overwegen voor andere aanpassingen in het Belastingplan.
Informatiesoort: Parlementair