Daarmee is een aantal scherpe randjes van het wetsvoorstel afgezwakt en lijkt het door beide Kamers van het parlement gesteund te worden. Dit is interessant omdat zowel de Minister van Klimaat en Groene Groei – die het voorstel in de Kamer verdedigde – als de Kamerleden nadrukkelijk aangaven dat de wijze waarop het vorige kabinet voorstelde om de salderingsregeling geleidelijk af te bouwen een stuk ‘zorgvuldiger’ was geweest.

Afgelopen februari verwierp de Eerste Kamer het wetsvoorstel ingediend door het vorige kabinet om de salderingsregeling, op basis waarvan huishoudens en kleine bedrijven de elektriciteit die ze zelf opwekken en terugleveren aan het netwerk wegstrepen tegen hun eigen gebruik, stapsgewijs af te bouwen. Destijds stemden GL-PvdA, PVV, SP, PvdD, JA21 en BBB tegen. In hun ogen was het onbetrouwbaar van de overheid en tevens onrechtvaardig dat de mogelijkheid om elektriciteit te salderen stopt op het moment dat de aanschaf van zonnepanelen in het bereik van huurders en lagere inkomens komt. Daarbij gaven ze aan eerst alternatieven voor deze groepen te willen zien.

Consumentenbescherming

Alle politieke partijen begrijpen dat de huidige salderingsregeling bijdraagt aan netcongestie en dat de kosten oneerlijk worden verdeeld. Er wordt geen energiebelasting, opslag duurzame energie en btw betaald over gesaldeerde stroom. Deze ‘ontlopen’ kosten worden betaald door de mensen zonder zonnepanelen. Desondanks was er vanuit de Tweede Kamer een aantal punten van kritiek op het huidige wetsvoorstel. Allereerst wordt erop gewezen dat het onbetrouwbaar is tegenover mensen die recent zonnepanelen hebben gekocht om deze regeling niet stapsgewijs af te schaffen. Ook is er kritiek vanuit de oppositie op de beperkte ambities van het kabinet ten aanzien van verduurzaming.

Het grootste punt van kritiek vanuit de Tweede Kamer ziet op de kosten die energiebedrijven in rekening mogen brengen en de redelijke vergoeding die ze moeten betalen over de ontvangen elektriciteit. De Kamer vraagt zich af hoe burgers de juiste leverancier kunnen kiezen en besluiten over zonnepanelen als er in energiecontracten met verschillende staffels wordt gewerkt en er extra kosten in de vaste leveringskosten worden verstopt. Op verzoek van de Kamer zal minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) hierover met de sector spreken. Daarnaast heeft de Tweede Kamer een aantal amendementen aangenomen die de positie van de consument ten opzichte van de energieleveranciers moet verbeteren.

Parlementair

De aangenomen amendementen op het wetsvoorstel dat de salderingsregeling voor elektriciteit beëindigt, zien op grofweg drie onderwerpen: de kosten voor teruglevering van elektriciteit; de omvang van de vergoeding die mensen ontvangen voor geleverde elektriciteit; en de positie van de ACM als toezichthouder. Een amendement van de VVD, SP en CU verbiedt het in rekening brengen van discriminatoire of niet (in)direct aan de teruglevering gerelateerde kosten en een amendement van de BBB zorgt ervoor dat de terugleveringskosten alleen bij actieve afnemers in rekening mogen worden gebracht. Ten aanzien van de redelijke vergoeding stelt een amendement van CU, D66 en VVD vast dat dit niet minder dan 50% van de contractuele afgesproken energieprijs mag zijn.

De Kamer wil dat de ACM in kan grijpen als energiebedrijven onredelijke kosten opleggen aan consumenten. Het markttoezicht van de ACM wordt door een amendement van CU en D66 uitgebreid met toezicht op de beschikbaarheid van een concurrerend aanbod overeenkomsten voor de teruglevering van energie. Een verdergaand amendement van Postma (NSC) waarmee de ACM de mogelijkheid zou krijgen om met terugwerkende kracht hogere vergoedingen vast te stellen, haalde geen meerderheid. Het lijkt erop dat er voldoende steun in de Eerste Kamer is voor het huidige – gewijzigde – voorstel om de salderingsregeling te stoppen.