Onmiddellijk na zijn inauguratie kondigde de Amerikaanse president Trump aan dat de Verenigde Staten zich terugtrekt uit de mondiale afspraken over de belasting van multinationals (Pijler 1 en Pijler 2). Daarbij werd tevens aangegeven dat de nieuwe Amerikaanse regering kijkt naar vergeldingsmaatregelen die aan landen kunnen worden opgelegd die belastingen heffen die “extraterritoriaal zijn of disproportioneel effect hebben op Amerikaanse bedrijven”.
Dit besluit van de nieuwe Amerikaanse regering maakt het nog lastiger om op mondiaal niveau samen te werken op fiscale thema’s. Interessant is dat zowel de Nederlandse regering als de Verenigde Naties juist meer internationale samenwerking zoekt op fiscale onderwerpen.
In 2021 kwamen meer dan 135 landen, waaronder de lidstaten van de Europese Unie en de Verenigde Staten, in OESO-verband overeen om een mondiale effectieve minimumbelasting op bedrijfswinsten te introduceren. Daarmee werd er naar een gelijk fiscaal speelveld toegewerkt waarbij multinationals belast worden over de winst die zij in alle landen waar ze gevestigd zijn, maken. Veel van de deelnemende landen, zoals Nederland, hebben de minimumbelasting inmiddels geïmplementeerd in hun nationale wetgeving. In de Verenigde Staten heeft de wetgevende macht – het Congres – de minimumbelasting nooit omgezet in wetgeving. Ondanks de scherpe veroordeling van de mondiale minimumbelasting door de nieuwe Amerikaanse regering, zou het Congres dat alsnog kunnen doen.
Implementatie
In het memorandum over de mondiale minimumbelasting benoemt president Trump twee redenen waarom zijn regering zeer kritisch is over de wereldwijde fiscale afspraken. Allereerst dat andere landen daardoor ‘extraterritoriale jurisdictie’ over de inkomsten van Amerikaanse multinationals krijgen en daarnaast dat de mogelijkheden beperkt worden om fiscaal beleid te voeren waarmee de Amerikaanse belangen gediend zijn. Daarbij wordt aangegeven dat deze afspraken niet gelden in de Verenigde Staten zolang het Congres de relevante bepalingen niet heeft geïmplementeerd in wetgeving. Dit laat de mogelijkheid open dat (delen van) de minimumbelasting in enige vorm nog steeds ingevoerd kan c.q. kunnen worden.
In hun eerste reacties wijzen experts in de Verenigde Staten op het feit dat er ook onder de vorige regering geen wetgeving is voorgesteld om de OESO-afspraken over een minimumwinstbelasting te implementeren. Daarbij benadrukken ze dat de Amerikaanse wetgeving op bepaalde punten – zoals de tarieven voor internationale winsten – deels strenger is dan de OESO-afspraken vereisen. De grote inhoudelijke bezwaren vanuit de Verenigde Staten zaten bij de afspraken over de fiscale behandeling van uitgaven aan kennis en innovatie en de wijze waarop het internationale inkomen van bedrijven berekend wordt. Daardoor was het al onwaarschijnlijk dat de minimumbelasting volledig zou worden ingevoerd.
Parlementair
Het is onduidelijk of de soep zo heet gegeten wordt als de Trump-regering haar afgelopen week heeft opgediend. Grote woorden, ophef en vooral het dreigen met vergeldingsmaatregelen richting andere landen zijn de inmiddels zeer bekende onderhandelingstactiek van de nieuwe president. Op een aantal dossiers, zoals het verbod op een Chinees sociale-mediaplatform en de vele tariefsverhogingen, werden harde woorden al ingeruild voor een meer pragmatische opstelling. Ook op de fiscale dossiers blijft er waarschijnlijk ruimte om samen met de nieuwe Amerikaanse regering samen te werken, al zal Trump op de korte termijn willen voorkomen dat er additionele belastingen worden geheven over de winsten van Amerikaanse bedrijven.
De Amerikaanse aanpak is een belangrijke stresstest voor de fiscale samenwerking binnen de Europese Unie en de OESO. De onderhandelingen over de verdeling van heffingsrechten (Pijler 1) lijken nu definitief te zijn mislukt. Dit opent de deur voor de landen om – gezamenlijk – te kijken naar het belasten van digitale diensten. Ten aanzien van de mondiale minimumwinstbelasting (Pijler 2) hebben de landen uiteraard de mogelijkheid om gezamenlijk aan de gemaakte afspraken vast te houden. Daarbij is het belangrijk om op korte termijn met een duidelijk en zoveel mogelijk gezamenlijk antwoord op de aangekondigde tegenmaatregelen te komen.
Informatiesoort: Parlementair
Rubriek: Internationaal belastingrecht