De differentiatie in de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken, ook wel de suikertaks genoemd, lijkt een potentiële fiscale splijtzwam te vormen voor het nieuwe kabinet.
Beoogd staatssecretaris Idsinga (NSC) zal bij het uitwerken van het fiscale deel van het hoofdlijnenakkoord moeten kiezen hoe suikerhoudende dranken belast moeten worden. NSC wil als enige coalitiepartij ongezonde producten zwaarder belasten. De PVV en BBB zien een gezondheidsbelasting als doorgeslagen betutteling en de VVD promoot gezonde producten liever op een andere manier. Desondanks zal de nieuwe staatssecretaris aan de slag moeten met de aangenomen moties om differentiatie in de verbruiksbelasting te realiseren.
De verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken is sinds afgelopen januari fors hoger. Dit betekent dat er nu aanzienlijk meer belasting over frisdrank, alcoholvrij bier en vruchtensap betaald wordt. Een groot punt van kritiek is daarbij dat alle categorieën dranken dezelfde belastingverhoging hebben gekregen. Producenten van pure fruitsappen, havermelk en frisdranken met weinig suikers benadrukken dat deze belastingverhoging onrechtvaardig én ondoelmatig is, omdat er geen onderscheid is tussen producten met geen, weinig of veel suiker. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2024 was de (vorige) Tweede Kamer het eens met deze kritiek en werd het kabinet opgeroepen om met alternatieven te komen.
Uitgewerkte opties
Het demissionaire kabinet heeft de Tweede Kamer afgelopen april per brief geïnformeerd over de verschillende mogelijkheden. Hierin wordt benadrukt dat een hogere belasting op dranken met veel suiker bijdraagt aan het halen van de gezondheidsdoelstellingen. Daarbij heeft het kabinet vijf scenario’s uitgewerkt, met verschillende tarieven en grondslagen. Het is nu aan de Tweede Kamer, en dus aan de coalitie, om te kiezen welke productcategorieën zullen worden uitgezonderd van deze belasting en hoe zwaar de andere dranken worden belast. Na de zomer zal er in de Tweede Kamer een commissiedebat plaatsvinden over de suikerbelasting op voedingsmiddelen.
Afgelopen week werd een aanvullende beleidsoptie gepresenteerd: een brede suikerbelasting. In dit voorstel worden ook voorverpakte voedingsmiddelen belast op basis van hun suikergehalte. Deze oplossing is op initiatief van de Bond voor Belastingbetalers onderzocht en uitgewerkt door een groep studenten fiscaal recht aan de Universiteit van Amsterdam. Van Dijk (CDA) nodigde de studenten uit om hun onderzoek én oplossing te presenteren aan de vaste Kamercommissie Financiën. De studenten adviseren om vanuit doelmatigheid en handhaafbaarheid te kiezen voor een brede suikerbelasting met zo min mogelijk vrijstellingen en schreven een initiatiefwetsvoorstel waarin dit voorstel is uitgewerkt. Daarmee liggen er zes uitgewerkte beleidsopties op tafel.
Parlementair
De keuze voor een gedifferentieerde (brede) suikerbelasting is ingewikkeld. Enerzijds omdat de keuze verregaande gevolgen kan hebben voor producenten van voedingsmiddelen en non-alcoholische dranken. Anderzijds omdat de suikertaks twee tegenstrijdige politieke doelstellingen nastreeft. Allereerst moet deze belasting gezonder gedrag, door consumenten en producenten, fiscaal stimuleren. Idealiter wordt er hierdoor steeds minder suiker geconsumeerd, wat leidt tot minder belastingopbrengsten. Tegelijkertijd wil het Ministerie van Financiën dat “onder een gedifferentieerde verbruiksbelasting hetzelfde bedrag wordt opgehaald als onder het huidige stelsel”. Alle uitgewerkte scenario’s voor een gedifferentieerde verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken zijn daarom budgetneutraal opgesteld. Vanuit de industrie worden er vraagtekens bij dit uitgangspunt geplaatst.
Het komende kabinet moet bezuinigen én een aantal fiscale en financiële tegenvallers verwerken, waardoor het onwaarschijnlijk is dat de beoogde opbrengst vanuit de verbruiksbelasting verlaagd kan worden. Dit betekent dat een lagere verbruiksbelasting voor de ene productcategorie leidt tot meer kosten voor andere productcategorieën. Alle producenten zullen de komende maanden lobbyen voor hun eigen productcategorie. Het voorstel van de UvA om niet alleen alcoholvrije dranken, maar ook voedingsmiddelen te belasten, staat haaks op de principiële overtuigingen van een deel van de coalitie, maar kan wel een budgettair probleem oplossen. Het CDA overweegt om een initiatiefwet in te dienen op dit punt.
Informatiesoort: Parlementair
Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen