Afgelopen week debatteerde de Tweede Kamer plenair over het hoofdlijnenakkoord van de PVV, VVD, NSC en BBB. De oppositie plaatste vooral grote vraagtekens bij de financiële plannen, die in hun ogen te optimistisch zijn ingeschat of ontoereikend zullen zijn.

Daarnaast was de oppositie benieuwd wat de coalitie gaat doen met alle dossiers waarover niets in het akkoord is opgenomen. Wilders (PVV) bevestigde dat alles “wat er niet staat, per saldo een vrije kwestie is”. Dit betekent dat er op deze dossiers andere meerderheden, buiten de coalitie om, gevormd kunnen worden. Het toekomstige box 3-stelsel lijkt de eerste vrije kwestie voor deze coalitie te worden.

In het debat over het hoofdlijnenakkoord kwamen drie fiscale thema’s aan de orde. Allereerst de vermogensongelijkheid en toenemende armoede. Dijk (SP) en Van Baarle (Denk) benadrukten dat de fiscale lastenverlichting vooral ten goede komt aan ‘rijken’ en grote bedrijven, terwijl de armen er juist op achteruit gaan. Daarnaast ageerden Timmermans (GL-PvdA), Jetten (D66) en Bikker (CU) tegen de “valse en rancuneuze” btw-verhoging op boeken, tijdschriften en kranten, waardoor lezen en cultuur duurder zullen worden. Tot slot ageerde Jetten (D66) tegen het plan om rode diesel, een fossiele subsidie voor de agrarische sector, opnieuw in te voeren.

Witte vlekken

In het debat verweerden de coalitiepartijen zich vrij gemakkelijk. De inhoudelijke discussies over de politiek ingewikkelde dossiers werd daarbij deels vooruit geschoven. Het is de bedoeling dat de regering die op dit moment wordt geformeerd, het hoofdlijnenakkoord zal uitwerken tot een programma met inhoudelijke beleidsvoorstellen. Pas daarna wil de coalitie over deze plannen debatteren. Dit leidt tot de interessante politieke situatie waarin de Tweede Kamer voorlopig weinig kan zeggen over de politieke dossiers die voor de coalitie het belangrijkst zijn, maar alle ruimte heeft om beleid te maken ten aanzien van de “witte vlekken” - de onderwerpen waarover niets is opgenomen- in het hoofdlijnenakkoord.

Een van deze witte vlekken in het hoofdlijnenakkoord is het toekomstige box 3-stelsel. Afgelopen week vond er, op initiatief van Idsinga (NSC), een tweeminutendebat over box 3 plaats. Tijdens dit debat diende Idsinga een motie in met het verzoek het voorbereidingsproces voor de Wet werkelijk rendement box 3 “voort te zetten, zodat de boogde invoeringsdatum van het nieuwe box 3-regime op basis van werkelijk rendement per 1 januari 2027 gehaald kan worden”. Dit betekent dat het huidige wetsvoorstel op basis van het ‘hybride stelsel’ verder wordt voorbereid, besproken wordt in de ministerraad en dat de Raad van State om advies wordt gevraagd. [Deze motie is op 28 mei 2024 aangenomen.]

Parlementaire agenda

Interessant is dat Vermeer (BBB) mede-indiener van de bovenstaande motie is, maar daarbij benadrukte dat wat BBB betreft – anders dan in het huidige wetsvoorstel – gekozen moet worden voor “de vorm van vermogenswinstbelasting, zodat niet geheven hoeft te worden over papieren winsten”. Aangezien het hoofdlijnenakkoord niet bepaalt hoe het nieuwe box 3-stelsel wordt vormgegeven, lijkt dit – zoals gezegd – de eerste ‘vrije kwestie’ te zijn, waarbij de Kamer zonder coalitiedwang kiest hoe het beleid eruit zal zien. Daarbij is de steun van de VVD of de SGP nodig voor een meerderheid in de Tweede Kamer. Op 11 juni wordt er over box 3 gedebatteerd en krijgen we meer duidelijkheid.

In het tweeminutendebat over box 3 maakte Grinwis (CU) zich hard voor de rechtspositie van de spaarders in box 3. Samen met Van Dijk (CDA) diende hij een motie in die de regering oproept om “te bewerkstelligen dat een onherroepelijke uitspraak van de rechter in deze box 3-kwestie automatische doorwerking heeft naar alle belastingplichtigen die ingevolge de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2023 box 3-heffing verschuldigd zijn, zodat spaarders niet worden achtergesteld op beleggers”. Deze week stemt de Tweede Kamer over deze motie en zullen we zien of financiële consequenties of rechtstatelijke principes prevaleren. [Deze motie is op 28 mei 2024 aangehouden.]

Informatiesoort: Parlementair

Rubriek: Inkomstenbelasting

Dossiers: Box 3

607

Gerelateerde artikelen