De Tweede Kamer wacht niet op het kabinet en neemt zelf het initiatief om de rechten van de belastingbetalers en toeslagenontvangers beter te beschermen.
Dit blijkt uit het schriftelijk overleg over een initiatiefnota van Van Dijk (CDA) waarin voorstellen worden gedaan om de praktische rechtsbescherming voor burgers en bedrijven verder te verbeteren. De andere Kamerfracties reageerden overwegend positief op het initiatief en de inhoudelijke voorstellen vanuit het CDA. Daarbij werden er vragen gesteld over de verdere invulling van deze voorstellen en inhoudelijke aanbevelingen gegeven. Op deze manier geeft de Tweede Kamer zelf al grotendeels invulling aan hoe de rechtsbescherming van belastingbetalers en toeslaggerechtigden verbeterd moet worden.
Dit voorstel om de fiscale rechtsbescherming te verbeteren hangt nauw samen met de introductie van een laagdrempelige fiscale rechtshulp. Het CDA vindt het belangrijk om, in aanvulling op deze fiscale Belangenbehartiger, meer duidelijkheid te bieden over de rechten van belastingbetalers en toeslagontvangers. De initiatiefnota bevat twee voorstellen om dit te realiseren, die voortbouwen op de petitie die de Bond voor Belastingbetalers begin dit jaar aan de Kamer overhandigde (zie WFR 2024/42). Allereerst moet er “samen met relevante partijen een Handvest praktische rechtsbescherming” worden opgesteld. Daarnaast moet worden onderzocht hoe deze rechten “volledig, begrijpelijk en op een centrale plek in de wet kunnen worden verankerd”.
Menselijke maat
In het schriftelijk overleg hebben de PVV, GL-PvdA, VVD, NSC, BBB en SGP gereageerd op deze initiatiefnota. Al deze partijen onderschrijven het belang van goede rechtsbescherming en reageerden positief op het initiatief vanuit het CDA om dit te verbeteren. Daarbij stelden ze wel een aantal vragen over de uitwerking hiervan. GL-PvdA, VVD en de SGP vroegen zich af wat de materiële waarde zal zijn van een centrale opsomming van basisrechten én hoe dit het beste vorm kan krijgen. In de beantwoording van deze vragen gaf het CDA aan dat het er vooral om gaat dat burgers hun rechten op een duidelijke en laagdrempelige manier kunnen vinden.
Veel ingediende vragen gingen over de verhouding tussen de overheid en de burgers. Daarbij was er vooral aandacht voor de introductie van een ‘menselijke maat’ en de wijze waarop de overheid communiceert. De PVV, BBB en SGP wilden weten hoe een aanvullende normering als de menselijke maat zich verhoudt tot de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en bestaande wetgeving. In het verlengde hiervan waren de PVV en VVD benieuwd hoe de initiatiefnota zich verhoudt tot de Belangenbehartiger. GL-PvdA, NSC en BBB vroegen daarnaast aandacht voor begrijpelijke communicatie vanuit de overheid. Tot slot vroeg de VVD naar de impact van deze plannen op de uitvoering.
Parlementaire agenda
In de beantwoording van de vragen benadrukt het CDA dat de voorstellen in de initiatiefnota de burgers vooral moeten helpen om gebruik te maken van de rechten die ze nu al hebben, maar die burgers momenteel niet benutten. Dit betekent dat de nieuwe Belangenbehartiger, maar ook de bestaande instituties, met deze plannen juist geholpen worden. Tegelijkertijd zullen deze plannen niet alle problemen oplossen en dat realiseert de Kamer zich ook. Zoals GL-PvdA en de SGP in hun reacties benadrukken, heeft de politiek ook een rol te spelen door goede (begrijpelijke) wetgeving te maken en voldoende ruimte te bieden voor de ‘menselijke maat’.
Op 24 oktober bespreekt de vaste Kamercommissie Financiën wat de volgende stappen zijn voor dit initiatief. Het is de bedoeling dat er op korte termijn een notaoverleg zal plaatsvinden waarbij deze initiatiefnota en de reacties hierop van de verschillende partijen worden besproken. Tijdens dit notaoverleg zal de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst aangeven hoe het kabinet denkt over deze voorstellen én hoe het kabinet hieraan opvolging zal geven.