Eind januari 2024 verliep de deadline voor het indienen van de eerste DAC7- rapportage: die over 2023. Deze rapportageplicht geldt voor platformexploitanten.

Een digitaal platform is elke software, bijvoorbeeld een website of een app, die verkopers in staat stelt verbonden te zijn met gebruikers van die software om een relevante activiteit te verrichten. Platformexploitanten moeten aan de Belastingdienst rapporteren over – vrij vertaald – de omzet die de verkoper via het platform heeft gegenereerd.

De rapportages zijn bedoeld om de Europese belastingdiensten meer informatie te geven. Hiermee kunnen zij controleren of alle betrokken verkopers wel aan hun fiscale verplichtingen voldoen. Hierbij moet voornamelijk gedacht worden aan de heffing van BTW en van inkomstenbelasting/ vennootschapsbelasting. De belastingwetten zijn niet veranderd, maar de verkopers op Marktplaatsachtige platforms met een ‘uit de hand gelopen hobby’ komen nu wel eerder in het vizier van de fiscus.

Er doemen diverse vragen op. Wanneer is sprake van een platform? De Belastingdienst noemde op haar website als (sprekend) voorbeeld een restaurant waarin schilderijen van lokale kunstenaars hangen, die via een website van het restaurant kunnen worden gekocht. Ook zouden touroperators die via hun website reizen verkopen door de Belastingdienst als een platform worden gezien. Ze faciliteren immers de verkoop van hotelovernachtingen door bijvoorbeeld een Spaans hotel. Blijkbaar maakt het niet uit dat het Spaanse hotel zelf helemaal geen toegang heeft tot het platform? Dit schuurt wel met de definitie van een platform, waaruit blijkt dat de verkoper verbonden moet zijn met de gebruikers van het platform.

Ook wordt het interessant als platforms zelf een platform gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan een platform voor het boeken van vakantiewoningen, dat zelf is aangesloten op een website als Booking. com. Wie gaat er dan rapporteren, en wat? Booking.com weet niet wie de achterliggende eigenaren van de vakantiewoningen zijn, dus rapporteert vermoedelijk over de transacties die het platform heeft gegenereerd. Dan zou het platform dus zelf ook nog een rapportage moeten indienen. Dat klinkt als dubbel werk.

En wat als een verhuurbureau (dat geen platform is) op eigen naam vakantiewoningen van derden op Booking.com verhuurt. Booking.com zal vermoedelijk enkel over de transacties van het verhuurbureau rapporteren. Zo krijgen de belastingdiensten dus vooralsnog niet de informatie binnen over de bedragen die de eigenaren van de vakantiewoningen aan huur ontvangen. Deze informatie kunnen ze dan alsnog (buiten DAC7 om) bij het verhuurbureau opvragen. Dan zijn er nog de praktische vraagstukken. Indiening van de DAC7- rapportages moet via Digipoort gebeuren. Er schijnen nog niet veel softwareleveranciers te zijn die de DAC7- rapportages faciliteren. Daarnaast zijn er boetes voor niet- naleving van de rapportageplicht. Deze kunnen maximaal € 1.030.000 bedragen. Volgens paragraaf 28f het BBBB zal de Belastingdienst terughoudend omgaan met het opleggen van boetes. Boetes zullen slechts in overleg met de vaktechnisch coördinator formeel recht worden opgelegd, en 25% (bij grove schuld) of 50% (bij opzet) van de wettelijke maximale boete bedragen. Met dergelijke boetebedragen als zwaard van Damocles boven het hoofd, zullen veel platformexploitanten inderdaad rekenen/hopen op terughoudendheid met het opleggen van boetes, zeker gezien de vele vraagstukken en uitdagingen die de rapportageplicht van DAC7 meebrengen.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Europees belastingrecht

Focus: Focus

1101

Gerelateerde artikelen