De maand september is doorgaans voor fiscalisten een interessante maand, omdat het belastingplan voor het volgende jaar en enkele andere fiscale wetsvoorstellen het levenslicht zien. September 2014 is ook interessant voor fiscalisten die zich met internationaal belastingrecht bezig houden.

Niet alleen omdat het gewijzigde OESO-modelverdrag begin september is gepubliceerd (in V-N 2014/40.8 is aandacht besteed aan deze update), maar vooral omdat de eerste rapporten in het kader van het Actieplan Base Erosion and Profits Shifting (BEPS) openbaar zullen worden gemaakt.
 
De verwachtingen zijn over het algemeen hooggespannen. Eerder dit jaar heeft de OESO een aantal ‘discussion drafts' gepubliceerd. Het gaat hierbij om de ‘discussion draft' van de actiepunten 1 (''Address the Tax Challenges of the Digital Economy''), 2 (‘‘Neutralise the Effects of Hybrid Mismatch Arrangements''), 6 (‘‘Preventing Treaty Abuse'') en 13 (‘‘Re-examine Transfer Pricing Documentation''). In Vakstudie Nieuws hebben we eerder dit jaar uitvoerig aandacht besteed aan de verschillende ‘discussion drafts'. Naast deze onderwerpen voorziet de timetable uit het Action Plan BEPS ook voor actiepunt 15 (‘‘Develop a multilateral instrument'') in een eerste resultaat in september 2014. Dit multilaterale instrument (verdrag) wordt nodig geacht voor een snelle implementatie van de BEPS-resultaten, zonder dat vrijwel alle bilaterale belastingverdragen zouden moeten worden gewijzigd. Voor de volledigheid zij opgemerkt dat begin augustus ook een ‘discussion draft' bij actiepunt 11 is gepubliceerd.
 
Ondanks de aanvankelijk hooggespannen verwachtingen rond BEPS, zijn er de afgelopen tijd signalen geweest die mijns inziens aanleiding geven tot tempering van àl te hoge verwachtingen. Zo werd er van de zijde van ontwikkelingslanden kritiek geuit dat zij onvoldoende worden betrokken bij de BEPS-discussies, terwijl ontwikkelingslanden relatief gezien doorgaans zwaar worden getroffen door uitholling van de heffingsgrondslag en verschuiving van winsten. De OESO is weliswaar in gesprek met ontwikkelingslanden en op 30 juli 2014 verscheen deel 1 van een OESO-rapport ‘‘to G20 Development Working Group on the Impact of BEPS in Low Income Countries'', maar de kritiek is niet verstomd.
 
Belangrijker wellicht is de tendens bij een aantal OESO-lidstaten om kritisch te kijken naar de gevolgen van de verschillende voorgestelde maatregelen voor de eigen ondernemingen. Vooral uit de Verenigde Staten zijn waarschuwende geluiden te horen, waarbij niet wordt uitgesloten dat het gehele BEPS-project kan falen. In Tax Analysts van 20 juni 2014 wordt melding gemaakt van een bijeenkomst van de IFA US Branch, Washington DC Region, van 17 juni 2014 waarin Robert Stack (US Treasury Deputy Assistant Secretary) naar mijn mening terecht grote vraagtekens plaatst bij met name de haalbaarheid van actiepunt 15: het multilaterale instrument. Een multilateraal instrument dat op volledige instemming van alle OESO-lidstaten, alle G20-lidstaten, ontwikkelingslanden, ‘tax havens' en overige staten kan rekenen, is een illusie. Haalbaar lijkt hooguit een verwaterd geheel vol schone intenties, maar met weinig concrete maatregelen.
 
Andere landen hebben tot op heden minder duidelijk standpunten ingenomen dan de Verenigde Staten. Landen die verwachten dat zij, of in die landen gevestigde ondernemingen, schade zullen ondervinden van BEPS, zullen vermoedelijk niet aarzelen om BEPS - daar waar mogelijk - tegen te werken. Kortom, om Robert Stack te citeren: "Failure is an option".
 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Internationaal belastingrecht

21

Gerelateerde artikelen