Het Ministerie van Financiën heeft afgelopen voorjaar met haar internetconsultatie van het conceptwetsvoorstel ‘Wet aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid’ fiscaal Nederland behoorlijk op stelten gezet.
Met één pennenstreek werd de al ruim een halve eeuw bestaande open cv en het (open) fonds voor gemene rekening (fgr) in zijn huidige vorm afgeschaft. En dat al per 1 januari 2022! (V-N 2021/18.7) Voor menig praktiserend fiscalist was dit flink schrikken.
De aanleiding voor deze majeure wijziging, zo lezen we in de concepttoelichting, zijn de internationale mismatches. Nederland loopt internationaal kennelijk uit de pas met haar toestemmingsvereiste, waardoor de open cv en het fgr eenvoudig kunnen en ook worden gebruikt om internationale mismatches te creëren. Op zich is het natuurlijk volstrekt legitiem om die te bestrijden. Maar waarom dat nu nog moet, is onbegrijpelijk, want de internationale mismatches zijn effectief al sinds 2020 beëindigd met de ATAD2-wetgeving (artt. 12aa-12ag Wet VPB 1969).
En dat deze wetgeving effectief is, blijkt uit de recente brief van 13 juni 2021 (2021-0000119352, V-N 2021/28.9), waarin de Staatssecretaris van Financiën zelf al schrijft dat sinds de ATAD2-wetgeving vrijwel geen nieuwe cv/bv-structuren meer zijn opgezet en bestaande structuren zijn ontmanteld.
Daarbij komt dat kort vóór de consultatie van het conceptwetsvoorstel al een ander conceptwetsvoorstel was geconsulteerd dat juist, omgekeerd, een algemene belastingplichtmaatregel voor open cv’s creeërt in de VPB (V-N 2021/13.6), zodat ook langs die weg in elk geval voor open cv’s het mismatch-probleem wordt opgelost. Waarom dan nu nog een definitieve streep moet door de open cv, ontgaat mij daarom en het komt weinig doordacht over.
Het bestrijden van internationale mismatches is echter niet de enige reden voor het wetsvoorstel, zo blijkt uit de concepttoelichting. Ook anonimiseringsstructuren door middel van open cv’s en fgr’s worden erdoor beëindigd. De vraag rijst natuurlijk primair wat het Ministerie van Financiën tegen dit soort structuren heeft. Met anonimiseringsstructuren gaat namelijk geen enkele fiscale claim verloren. Belastingplichtigen proberen hiermee enkel hun vermogen onzichtbaar te houden voor ongewenste pottenkijkers, maar betrachten jegens de Belastingdienst en andere overheidsinstanties juist volledige openheid.
En het effect van afschaffing van de open cv en fgr zal juist zijn dat belastingplichtigen hun heil zullen zoeken in vreemdrechtelijke rechtsvormen, zoals Curaç aose coöperaties en dergelijke, waarmee tevens het UBO-register wordt vermeden, voor menig belastingplichtige een gunstig bijeffect. Volgens mij is het ministerie dan nog verder van huis.
Inmiddels is bekend geworden dat het wetsvoorstel niet op Prinsjesdag 2021 bij de Tweede Kamer zal worden ingediend maar pas in de winter van 2021/2022 (V-N 2021/26.14). Ik veronderstel dat dan ook de inwerkingtreding ervan (met minstens) één jaar zal worden uitgesteld naar 1 januari 2023. En zeer recent, op 2 juli 2021, is bekend geworden dat het deel over de fgr uit dit wetsvoorstel wordt gehaald, totdat de evaluatie van het vbi- en fbi-regime is afgerond en die is voorzien in het eerste kwartaal van 2022 (V-N 2021/30.11).
Uiteraard ben ik blij met de vertraging die het wetsvoorstel heeft opgelopen, waardoor de praktijk langer de tijd krijgt om zich ernaar te schikken. Ook ben ik blij dat de fgr uit het wetsvoorstel is gesloopt. Wat mij betreft wordt die andere helft over de open cv er nu ook uit gesloopt. Internationale mismatches bestaan al sinds 2020 de facto niet meer en gun belastingplichtigen hun anonimiseringsstructuren. En zoek voor de herijking van het fiscale kwalificatiebeleid van rechtsvormen, want dat is wel broodnodig, een andere oplossing. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald!