Ik heb een bijzonder talent voor het gokken op het verkeerde (fiscale) paard. Neem bijvoorbeeld de Spaarrenterichtlijn: vele uren, zelfs dagen heb ik erop gestudeerd totdat ik op een gegeven moment de tekst haast kon dromen. Een enkeling kon ik daar blij mee maken. En nu gaan ze de richtlijn afschaffen. Hetzelfde geldt voor de ‘financial transaction tax' (FTT). En deze heeft het tot nu toe niet eens zover geschopt om zelfs maar te worden ingevoerd. Zou ik dezelfde fout hebben gemaakt met de CCCTB, de ‘Common Consolidated Corporate Tax Base'?
Want na de in 2011 met veel bombarie omgeven lancering van het voorstel is het de laatste tijd akelig stil. Althans, tot afgelopen december, toen de Europese Commissie op het slimme idee kwam om de CCCTB te koppelen aan de BEPS-problematiek. In plaats van het oorspronkelijk beoogde doel, namelijk het wegnemen van fiscale marktgroei-belemmeringen, wordt het voorstel nu geplaatst in de context van agressieve fiscale planning.
Beide op zichzelf lovenswaardige doelstellingen, maar gezien het huidige politieke en maatschappelijke momentum achter BEPS-achtige initiatieven zijn door deze omwending de slagingskansen van een herlancering navenant hoger. Maar hoe hoog zijn die kansen eigenlijk? Met het laten vallen van de tweede ‘C' van ‘consolidated' – al is dat tijdelijk zoals nu wordt voorgesteld – zal het voorstel voor bepaalde lidstaten een stuk beter verteerbaar zijn. Dit zijn met name de landen die aan het kortste eind zouden trekken bij de verdeling van de geconsolideerde winst, bijvoorbeeld landen met een relatief grote dienstverleningssector en innovatiecultuur, zoals Nederland. Dat de heilige koe van tariefharmonisatie nog steeds uitdrukkelijk geen deel uitmaakt van de huidige plannen lijkt een noodzakelijke randvoorwaarde voor acceptatie door alle lidstaten. Wel zou het invoeren van een soort grensoverschrijdende verliesverrekening een van de politieke knelpunten in stand houden, al betreft het alleen verrekening ‘naar boven toe' en wordt de ‘schade' voor lidstaten teruggebracht tot een cashflownadeel door middel van een ‘recapture'-mechanisme.
En stel dat de CCTB er wel doorkomt, wat hebben we daaraan? Het bedrijfsleven zal in elk geval blij zijn, indien er enigszins rekening wordt gehouden met grensoverschrijdende verliezen. Wel zou de veronderstelde kostenbesparing door het loslaten van het ‘arm's length-beginsel', onder de CCTB aan bedrijven voorbijgaan (al is het de vraag in hoeverre die besparing er werkelijk zou zijn geweest onder de CCCTB). Vanzelfsprekend zal het mogen werken met slechts één stel belastingregels binnen de EU praktische voordelen hebben, al blijft de vraag in hoeverre die regels uniform zullen worden geïnterpreteerd. En mits niet optioneel, zoals nu voorgesteld (althans voor MNE's), zal een geharmoniseerde grondslag ook voordelen opleveren voor belastingadministraties binnen de EU. Zolang tarieven echter niet zijn geharmoniseerd, zal de CCTB waarschijnlijk maar gedeeltelijk agressieve tax planning kunnen bestrijden. Voor het overige zal moeten worden teruggevallen op BEPS-achtige maatregelen.
En hoe graag landen als Duitsland en Frankrijk het ook zouden willen, zolang er geen 28 lidstaten achter geharmoniseerde tarieven staan, blijft dat een brug te ver. Of zou ‘versterkte samenwerking' uitkomst kunnen bieden? Ik blijf maar gokken...
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Internationaal belastingrecht