Hans Bakker verbaast zich erover dat juist bij de Belastingdienst het Tax Control Framework niet op orde is.

De Belastingdienst heft niet alleen belasting, hij betaalt ook belasting. Circa € 700 mln. per jaar, waarvan het grootste deel loonheffing. Je zou verwachten dat juist de Belastingdienst zijn zaken prima op orde heeft als het gaat om aangifte en afdracht. Dat is niet zo. De Belastingdienst participeert sinds mei 2011 in een individueel convenant Horizontaal Toezicht, maar de interne beheersing van de fiscale processen is nog steeds onvoldoende op orde, zo bleek uit de 18e halfjaarsrapportage. Dat was geen verrassing meer, omdat inmiddels bekend was dat de Belastingdienst zich (om het maar vriendelijk te zeggen) had verkeken op de werking van de RVU in het kader van de eigen vertrekregeling.
 
Bij de stukken die de Staatssecretaris van Financiën op 27 januari jl. aan de Tweede Kamer zond, zat ook het interne rapport inzake de fiscale beheersing bij de Belastingdienst. In meer dan 140 bladzijden wordt beschreven wat er mis is. De verdienste van het rapport is dat het absoluut geen blad voor de mond neemt. De constateringen zijn duidelijk en hard. Het antwoord op de vraag ‘‘Wat is er aan de hand?'' mondt uit in: ‘‘Feitelijk kan de belastingdienst geen uitspraak doen over de aanvaardbaarheid van de door hem ingediende belastingaangiften''. In het standaardconvenant, beschikbaar op de website van de Belastingdienst, staat als eerste verplichting voor de belastingplichtige dat hij zorgdraagt voor een systeem van interne beheersing, interne controle en externe controle met als doel het opstellen en indienen van een aangifte die voldoet aan wet- en regelgeving en vrij is van materiële fouten. Waarom is het convenant niet opgezegd, nu de Belastingdienst zoveel jaren in gebreke is gebleven? Is het hemd nader dan de rok? Mogelijk is er een andere verklaring. De website bevat ook een opsomming van de convenanten die de Belastingdienst heeft gesloten met provincies en gemeenten. Die verschillen op dit punt nogal. In sommige is een streven naar een tax control framework (TCF) opgenomen. In andere is het een verplichting. En in nog weer andere is er op dit punt niets opgenomen. De vraag is dan: wat staat er in het convenant van de Belastingdienst? Maar eigenlijk is het niet nodig dat te weten. Ook al zou uit het convenant geen verplichting voortvloeien, de eerste die uit zichzelf zoiets tot stand zou moeten brengen, is de Belastingdienst. Gelukkig laat de staatssecretaris er nu in zijn antwoord op de vragen over het rapport geen twijfel over bestaan: de tien aanbevelingen uit het rapport worden integraal overgenomen.
 
Twee vragen houden mij bezig: hoe staat het eigenlijk met de fiscale beheersing bij de andere ministeries? En: zal de Belastingdienst er in slagen om binnen een passende termijn wel een TCF op te tuigen?
 
Met de recente ervaring in het achterhoofd heb ik dan toch wat moeite met de uitlating in het FD van de nieuwe eindverantwoordelijke voor de Belastingdienst, de project-plaatsvervangend secretaris-generaal Harry Paul. Hij meent dat de Belastingdienst een aantal jaren met rust zou moeten worden gelaten door de politiek. Is het niet juist logisch dat de Kamer dit proces voorlopig met enige regelmaat blijft volgen? Op gepaste afstand, dat wel, maar die spiegel kan de Belastingdienst – na alle interne gerichtheid – alleen maar baten, zou ik zeggen.
 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Belastingrecht algemeen

17

Gerelateerde artikelen