Als belastingadviseur koesterde ik als een van mijn vele principes dat de belastingheffing de business volgt (‘Tax Follows Business’), en niet andersom (‘Business Follows Tax’).

Een principe dat uitstekend past bij de BTW en waaraan het Hof van Justitie EU strikt de hand houdt. Onderdeel van deze benadering is dat wordt getoetst wat de economische en functionele realiteit van een bepaalde handeling is, zodat deze handeling kan worden geduid en kan worden bepaald hoe deze moet worden behandeld voor de BTW. Het is niet de bedoeling dat met behulp van kunstgrepen een alternatieve werkelijkheid wordt gecreeërd die uitsluitend voor de BTW geldt. ‘Substance over form’ is een ander principe dat bij een eerlijke belastingheffing onontbeerlijk is. Het gaat om de inhoud, niet om de verpakking.

Onderscheid naar rechtsvorm is in de BTW verboden en gelijksoortige, met elkaar concurrerende, goederen en diensten worden gelijksoortig behandeld. Een uitzondering maakte de eerder genoemde Unierechter voor digitale boeken, kranten en tijdschriften: zij mogen wel worden gediscrimineerd vanwege de vorm waarin zij verschijnen en worden gelezen. Het verlaagde BTW-tarief mag worden beperkt tot redactionele inhoud op dragers, zoals papier, cd en dvd. Er was een wijziging van de Btw-richtlijn voor nodig om deze discriminatie op te heffen en mogelijk te maken dat de lidstaten hetzelfde BTW-tarief kunnen toepassen op publicaties op dragers en digitale publicaties. Deze wijziging is inmiddels doorgevoerd, wat, gelet op de gebruikelijke stroperigheid van het wetgevend proces binnen de Europese Unie en het vereiste van unanimiteit, getuigt van daadkracht van en harmonie tussen de lidstaten.

De wetgever heeft in het Belastingplan 2020 voorgesteld het verlaagde BTW-tarief van 9% uit te breiden naar digitale boeken, kranten en tijdschriften. Uit het wetsvoorstel en de toelichting blijkt dat het niet de bedoeling is dat de reikwijdte van het verlaagde tarief wordt uitgebreid naar andersoortige publicaties. Het gaat dus om de digitale vorm van publicaties, waarvoor nu al het verlaagde BTW-tarief geldt. Toch roept de toelichting vragen op, omdat sommige functionaliteiten niet en andere wel aan toepassing van het verlaagde tarief in de weg staan. Ook gelet op de voortschrijding van de technologie en de schier oneindig lijken de mogelijkheden om digitale informatie te verspreiden, te bewerken en te personaliseren, ligt een bredere en fundamentele discussie over de vraag wat we willen (bereiken) met het verlaagde BTW-tarief in de nabije toekomst, voor de hand.

Als pleitbezorger van digitalisering en digitaal werken ben ik er een voorstander van dat zo snel mogelijk op het niveau van de EU een discussie wordt gevoerd over de toekomstige reikwijdte van het verlaagde BTW-tarief. Ook en vooral omdat de EU ambities heeft uitgesproken op het gebied van de digitale economie en niet achter wil lopen op andere economische machtsblokken, zoals de Verenigde Staten. Digitalisering is de sleutel tot innovatie en verbetering van onze economie, vooral op het gebied van dienstverlening. Ik ben daarom blij met het voornemen om de rechtspraak te digitaliseren. Wat de informatievoorziening betreft, is de verlaging van het BTW-tarief op digitale vakliteratuur goed getimed.

 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

10

Gerelateerde artikelen