Afgelopen juni kondigde de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een proef aan met snelle, oplossingsgerichte rechtspraak.
De CRvB start deze proef onder de noemer GOO ("Gericht op Oplossing"), omdat de aandacht én noodzaak voor maatschappelijk effectieve rechtspraak groeit. Net als bij het bericht dat Oostenrijkse skiliften gedurende het seizoen 2020/2021 in een hogere versnelling naar boven gaan, zodat men, ondanks het afstand houden, toch snel boven is, denk ik: "Was dat niet eerder een goed idee geweest?"
De Rechtspraak staat onder druk. Zoveel is wel duidelijk. Voor de periode 2020–2022 reserveert het Kabinet jaarlijks € 95 mln. voor investeringen die onder meer kortere doorlooptijden moeten opleveren en moeten bijdragen aan het wegwerken van achterstanden. De pilot GOO doet een poging om doorlooptijden te verkorten door tijdens een zitting oplossingen voor geschillen te vinden zonder dat de rechter uitspraak doet. Ik vraag me af of de werkdruk bij Belastingkamers van rechtbanken en gerechtshoven kan afnemen zonder iets te doen aan de voortdurende instroom van nieuwe zaken.
Meer wegen leiden naar Rome. Bijvoorbeeld via Lissabon. In 2011 hebben de Portugezen fiscale arbitrage wettelijk vastgelegd en geïnstitutionaliseerd als alternatief voor de eerste feitelijke instantie in beroep ('Centro de Arbitragem Administrativa', https://www.caad.org.pt/). In principe wijst de CAAD een of meer arbiters aan. Belastingplichtigen en de belastingdienst behouden zich het recht voor om zelf ieder een arbiter aan te wijzen en tezamen een voorzitter van de arbitragecommissie. Het arbitragecollege doet – zonder uitzondering – binnen zes maanden een uitspraak die formele rechtskracht heeft. Hoger beroep is onder omstandigheden mogelijk bij een tweede feitelijke instantie en in voorkomend geval bij de hoogste nationale rechter. Zie S. Vasques, Tax Arbitration and VAT: The Portuguese Experience, International VAT Monitor, 2020 (Volume 31), No. 5, voor meer achtergrondinformatie.
In Nederland kennen we de Wet fiscale arbitrage als opmaat naar internationale geschilbeslechting (zie ook WFR 2020/63). Bij nationale fiscale aangelegenheden kom ik arbitrage nog niet tegen. Zijlstra voorziet in een eerste verkenning van de (on)mogelijkheden 'serieuze hobbels' (NTB 2019/34), maar die lijken vooral geënt op het huidige bestuursrecht. Wettelijk is veel te regelen. In Portugal is de wet die het werk van de CAAD mogelijk maakt, overigens niet zonder slag of stoot aangenomen.
Kan Nederland baat hebben bij fiscale arbitrage? "The usefulness of tax arbitration in Portugal owes to the persistent clogging of the judicial courts and the limited specialization of career judges, which resulted in lengthy proceedings and unsatisfactory decision-making", aldus Vasques. Nu getuigt de Nederlandse belastingrechtspraak naar mijn mening ervan dat rechters hun vakgebied bijhouden en rechtspreken naar de laatste stand van zaken. Daar zit niet het probleem. Wel in de doorlooptijden (zie het Eindrapport project doorlooptijden Rechtspraak van oktober 2019, p. 94 en 98). Invoering van de mogelijkheid om arbitrage in te stellen, zou een deel van de (nieuwe) werkstroom kunnen wegnemen, waardoor de Rechtspraak tijd krijgt om de achterstanden weg te werken. Huidige rechters- en raadsheren-plaatsvervangers kunnen hun opgedane ervaringen (ook) inzetten in het scheidsgerecht. En misschien mogen fiscaal-economen ook eens (fiscale) geschillen beslechten. Al is het laatste preken voor eigen parochie.
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht