Ferry Makkinga concludeert dat een beperkt gemotiveerd besluit ook slechts met een summiere motivatie kan worden bestreden.
Al past onderstaand ook prima in de rubriek Fiscale Ergernissen, hopelijk zorgt een uitvergroting ervan voor het bereiken van de doelgroep. Als belastingadviseur heb ik cliënten die in het hele land vastgoed bezitten en daarvan graag jaarlijks de WOZ-waarden beoordeeld zien. De toets of gemeenten de waarde goed hebben bepaald, is zowel om te zorgen dat er niet te veel OZB wordt betaald als vanwege compliance: de fiscale afschrijvingsruimte op gebouwen in de IB en VPB is immers afhankelijk van de WOZ-waarde als bodemwaarde. Omdat bijna alle WOZ-beschikkingen eind februari worden opgelegd, wordt, om tijdens die piek de bezwaartermijn veilig te stellen, eerst pro forma bezwaar tegen veel van die WOZ-waarden gemaakt.
In dat bezwaarschrift wordt de hoogte van de WOZ-waarde betwist. Verder wordt verzocht om toezending van het taxatieverslag en alle andere gegevens die dienen ter onderbouwing van de WOZ-waarden, zoals bij de waarde in het economische verkeer de relevante marktgegevens die de huurwaarde en kapitalisatiefactor van de gemeente nader onderbouwen.
Veel gemeenten sturen een ontvangstbevestiging terug, waarin allereerst staat dat het bezwaarschrift niet is gemotiveerd en dat ik vier weken de tijd krijg om te motiveren, anders wordt het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Heffingsambtenaren die dit fiscale tijdschrift lezen, weten dat dit onjuist is. Zij lazen immers in V-N 2002/14.8 dat de Hoge Raad, kort na de integratie van het fiscale bestuursrecht in de Awb, oordeelde dat, als het besluit waartegen bezwaar is gemaakt, summier is gemotiveerd, de belanghebbende ook met een summiere motivering kan volstaan (zie ook HR 24 januari 2014, nr. 13/03868, V-N 2014/9.6). Met andere woorden: het feit dat de hoogte van de WOZ-waarde wordt bestreden in het pro forma bezwaarschrift is al voldoende motivering! Het bezwaar zou daarom in het verdere bezwaartraject (als het niet nader wordt gemotiveerd) hooguit ongegrond kunnen worden verklaard, maar niet niet-ontvankelijk! Ondanks een waarschuwing hierover op de website van de VNG, dringt die fout niet door bij veel gemeenten.
Op het verzoek om nadere (markt)gegevens toe te zenden, reageren gemeenten – als ze al reageren! – verschillend. Sommigen zijn transparant en maken keurig hun onderbouwing inzichtelijk door de waarde in het economische verkeer te staven met daadwerkelijke marktgegevens. Een substantieel deel van de gemeenten echter weigert hun waarde aannemelijk te maken. Zij stellen dat zij niet meer hoeven (of zelfs mogen) verstrekken dan het taxatieverslag. Onzin! Een taxatieverslag is weliswaar een minimum aan gegevens dat gemeenten moeten verstrekken, maar zonder verdere marktgegevens wordt de waarde nog steeds niet aannemelijk gemaakt. Want wat zegt een kapitalisatiefactor van 9,8 een belanghebbende zonder achterliggende verkooptransacties (die openbaar zijn, dus ook niet eens privacygevoelig)? Een enkele gemeente presteert het zelfs om die gegevens te anonimiseren; hoezo transparantie? Wederom in strijd met vaste rechtspraak (zie V-N 2014/50.29).
De titel van deze column maakt moedeloos: zou bovenstaand bericht ooit die betreffende heffingsambtenaren bereiken? Wishful thinking: zij lezen dit blad (en andere fiscale vakliteratuur) waarschijnlijk niet, want anders wisten ze wel dat het anders moet. Kunt u het ze misschien influisteren? Alvast bedankt.
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingen van lagere overheden