Er waren eens zeven provinciën die hun landheer aan de dijk zetten en zelfstandig verder gingen. De samenwerking tussen die zeven werd een succes van wereldformaat. Maar uiteindelijk is deze Republiek ingehaald door andere grootmachten. Een tijd van economische achteruitgang brak aan.
Het besef brak door dat het ‘allemaal anders’ móest. En het wérd, met de Bataafse Republiek, ook allemaal anders. Die bracht ons land democratie, een gekozen parlement, een eerste Grondwet, referenda, de rechten van de mens en voor het eerst in onze geschiedenis een eenheidsstaat. Binnen die eenheidsstaat werd er uiteindelijk – ook weer voor het eerst in onze geschiedenis – op nationaal niveau belasting geheven. De man achter de invoering van dit nationale belastingstelsel en een nationale belastingdienst is Alexander Gogel.
Dit jaar is het 200 jaar geleden dat Alexander Gogel overleed. Sommigen zullen hem nog kennen uit de studieboeken, anderen van zijn portret in het Rijksmuseum. Een enkeling zal hem misschien zelfs kennen van het als dank voor aan het land bewezen diensten aan hem geschonken zilveren vaatwerk, eveneens te zien in het Rijksmuseum. Gogel was overigens ook nauw betrokken bij de oprichting van de voorganger van het Rijksmuseum, de Nationale Konst-Gallerij. Want Gogel is zoveel meer dan de grote man van Financiën. Een bevlogen politicus die stond voor zijn principes. Toen in 1794 de Franse troepen en het Bataafs legioen op het punt stonden hier een omwenteling te bewerkstelligen, was het Gogel die driemaal naar hen toe reisde om informatie te verschaffen over de situatie in de Republiek. Gogel vond een Franse inval gerechtvaardigd. Want was het Oranjebewind in 1787 niet ook hersteld door een Pruisische invasie? Tienduizenden vaderlanders moesten vluchten voor de oranje terreur die volgde. Het Bataafs Legioen zat vol met deze vluchtelingen die stonden te popelen om naar huis te gaan. Het werd een ‘fluwelen revolutie’. De Bataafse Republiek was een feit.
Het had best wat kunnen worden met die Bataafse Republiek als niet een Corsicaan roet in het eten had gegooid. In 1806 maakte Gogel onderdeel uit van de delegatie die naar Parijs reisde om te voorkomen dat het Bataafse volk een Franse koning zou krijgen. Het mocht niet baten. De Corsic aanzette zijn broer op de Hollandse troon. Gogel werd zijn Minister van Financiën. Uit de aanvaringen van Gogel met deze Lodewijk Napoleon blijkt wel dat hij geen windvaan was. Meermaals heeft Gogel op zijn ontslag aangedrongen. In 1809 was het zover. Maar de dagen van de koning waren ook geteld. Een jaar later lijfde Napoleon het koninkrijk in bij zijn keizerrijk.
Weldoordachte belastingstelsels, waarbij naar een maatschappelijk verantwoorde belastingheffing wordt gestreefd, kennen we pas vanaf ongeveer 1800. Met ingang van 1 januari 1806 werd in de Bataafse Republiek het stelsel van algemene belastingen ingevoerd. Daarmee was voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis sprake van een eenheid van Nederlandse belastingheffing. Dat is, zoals gezegd, Gogels verdienste. Hij heeft daarmee de uniteit op financieel gebied verwezenlijkt en daarvan plukken wij nu nog de vruchten. Ere wie ere toekomt.
Wie meer wil weten over Alexander Gogel verwijzen wij naar Jan Postma’s boek Alexander Gogel (1765-1821) – Grondlegger van de Nederlandse staat, Hilversum 2017.