Dick van den Hoeven vindt dat het de hoogste tijd is om een aantal aftrekposten in de inkomstenbelasting de nek om te draaien. De recent verschenen evaluatie van de giftenaftrek biedt hiervoor een perfect aangrijpingspunt.

Vorig najaar bepleitte ik in deze rubriek het schrappen van de aftrekpost van specifieke zorgkosten, omdat de regeling bepaald niet doelmatig is en bovendien een schrikbarend correctiepotentieel kent. Een alternatief kan geboden worden via een (verhoogde) subsidie of (zorg)toeslag voor chronisch zieken.

Uit de evaluatie van de giftenregeling blijkt dat ook deze zeker niet doelmatig is. Maar dat niet alleen. De giftenregeling is complex en bovendien erg fraudegevoelig. Het evaluatierapport van onderzoekbureau Dialogic geeft sprekende aanwijzingen in die richting. Er blijkt veel te worden geconstrueerd en gefraudeerd. Een voorbeeld van de complexiteit vormt de giftenaftrek voor mensen die afzien van vergoedingen voor gemaakte kosten of van toegekende vrijwilligersvergoedingen. Uit steekproeven bleek dat het in circa 65-70% van de gevallen fout gaat.

Dat is bepaald geen verrassing. De voorwaarden voor aftrek roepen ook grote frustraties op. Aftrek is bijvoorbeeld afhankelijk van de vraag of de goededoeleninstelling bereid is en in staat is de vrijwilligersvergoeding te betalen en de vrijwilliger dus uit vrijgevigheid afziet van die vergoeding. In de praktijk is dan ook de liquiditeitspositie van de instelling van belang. Heeft zij voldoende financiële middelen, dan is aftrek mogelijk – men ziet dan immers uit vrijgevigheid af van de vergoeding – maar zit de instelling financieel moeilijk – en kán zij dus eigenlijk geen vergoeding betalen – dan is aftrek juist uitgesloten. Een gevolgtrekking die toch heel moeilijk te verenigen is met het veronderstelde maatschappelijke belang van een regeling als de giftenaftrek.

Soms wordt geopperd dat het afschaffen van de vrijwilligersvergoedingsaftrek geen probleem hoeft te zijn, omdat hetzelfde resultaat te bereiken is via een kasrondje (zie o.m. S.J.C. Hemels in WFR 2017/43). De vrijwilliger zou in elk geval giftenaftrek kunnen genieten als hij zijn ontvangen vrijwilligersvergoeding weer terugstort naar de instelling. Volgens mij valt dat in de categorie ‘papier is geduldig'. Minder draagkrachtige instellingen zullen zich immers een uitbetaling niet kunnen veroorloven zonder voorafgaande toezegging van de vrijwilliger dat de vergoeding zal worden teruggestort. En daarmee ontvalt dan toch weer de basis aan de giftenaftrek (de vrijwilliger verarmt immers niet omdat hij louter een verplichte terugbetaling pleegt).

Het afschaffen van aftrekposten is politiek bepaald niet eenvoudig. Te denken valt aan het zware weer dat ontstond bij het – inmiddels aangehouden – wetsvoorstel tot afschaffing van de aftrek voor scholingsuitgaven en de uitgaven voor monumentenpanden. Voor de giftenregeling zal dat mogelijk nog sterker gelden. Maar zonodig kan als alternatief dienen een systeem, waarin de instellingen van de overheid een bonus krijgen op de ontvangen giften (gebeurt nu ook soms al bij landelijke acties), in eerdergenoemde evaluatie aangeduid als ‘‘matching''. Een voordeel daarvan is dat een mogelijk niet te honoreren gift de belastingplichtige zelf ook niet meer raakt. Een ander – daarmee samenhangend – voordeel is dat de schenker persoonlijk geen baat heeft bij het fingeren
van giften of andere vormen van fraude.

 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Inkomstenbelasting

11

Gerelateerde artikelen