Voor vele Nederlanders nadert weer de spannende periode voor de aangifte IB. De aangiftetermijn is dit jaar voor het eerst wat opgerekt. Bij wijze van proef wordt die verlengd tot 1 mei. Dat komt mede omdat het aangifteprogramma niet meer per 1 januari beschikbaar is gesteld, maar pas per 1 maart om het gebruik van de vooringevulde aangifte (VIA) te stimuleren.

De vertraging in het beschikbare aangifteprogramma vormt dan wel een ongelukkige combinatie met de ‘‘naheffing'' die miljoenen Nederlanders over 2014 te wachten staat en waarover het afgelopen najaar zoveel ophef ontstond. De oorzaak is genoegzaam bekend: de per 1 januari 2014 ingevoerde inkomensafhankelijke afbouw van de algemene heffingskorting. Die maatregel, die kennelijk een verhoging binnen het belastingtarief heeft moeten versluieren, was onvoldoende verwerkt in de loonbelastingtabellen en zelfs helemaal niet in het geautomatiseerde systeem van de voorlopige aanslagen 2014. Sterker: door een haastig doorgevoerde wijziging van de Uitvoeringsregeling AWR is belastingplichtigen zelfs de mogelijkheid ontnomen om in dergelijke situaties een voorlopige aanslag naar het juiste bedrag gewijzigd te krijgen (V-N 2014/8.8)!
 
Naar aanleiding van alle commotie heeft de staatssecretaris al vele keren uitleg moeten geven en daarbij heeft hij alles uit de kast (lees: de kast met Kamerstukken) gehaald. Uit de parlementaire archieven kon hij vele tirades opdiepen waaruit bleek dat die systeemgebreken van stonde aan bekend waren. Daarover kon ook geen twijfel bestaan. Het is geen chaos, het is georganiseerde chaos, wilde de staatssecretaris maar zeggen. Daarbij hield hij steeds wel zorgvuldig het ontbreken van een mogelijkheid tot aanpassing van de voorlopige aanslag buiten beeld.
 
Maar veel belangrijker dan de informatie aan de Kamer is de communicatie over de ‘‘naheffing'' richting belastingplichtigen. Daar heeft het veel te lang aan ontbroken.
 
De staatssecretaris laat weten een voorkeur te hebben voor zogenoemde ‘‘deurmatmomenten''. Dat is in veel gevallen pas bij de aangiftebrief 2014, de uitnodiging tot het doen van aangifte over het afgelopen jaar. En zelfs dan kan dat voor belastingplichtigen nog bepaald geen richting geven over de omvang van de bijbetaling (of van de lagere teruggaaf) over 2014. Veelal is er namelijk ook nog samenhang met de inkomensafhankelijke arbeidskorting. Voor een indicatie is het echt wachten op het aangifteprogramma, en dat is dit jaar toevallig dus ook nog even langer dan gebruikelijk.
 
Effe wachten, effe wachten nog, ... geen ‘‘pizza'' maar ... ‘‘naheffing''. En als toetje, indien die – vermoedelijk dus tegenvallende - aanslag over 2014 in pakweg mei of juni 2015 echt niet smaakt, zal dat vrijwel samenvallen met een ongetwijfeld lager vakantiegeld. Door die vermaledijde inkomensafhankelijke afbouw van de heffingskortingen wordt er dan namelijk wel meer belasting ingehouden. Daarmee moeten weer nieuwe naheffingen worden voorkomen. Als pleister op de wonde is er een generieke uitstelregeling getroffen voor aanslagen 2014. Die regeling oogt bepaald niet simpel en ook daarvoor worden de 'systemen' van de Belastingdienst als bottleneck opgevoerd.
 
Het moge duidelijk zijn: niet langer wachten met de belastingherziening. Verwerk die versluierende belastinggevolgen zo snel mogelijk in de gewone belastingtarieven!
 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Inkomstenbelasting

8

Gerelateerde artikelen