Momenteel zijn de onderhandelingen over een nieuw kabinet druk gaande. Voor een nieuw pakket aan fiscale maatregelen om gestelde beleidsdoelen te realiseren lijkt de inzet van belastingen als sturingsinstrument welhaast vanzelfsprekend.

Momenteel zijn de onderhandelingen over een nieuw kabinet druk gaande. Dat nieuwe kabinet zal ongetwijfeld een nieuw pakket aan fiscale maatregelen afkondigen om door hem gestelde beleidsdoelen te realiseren. De inzet van belastingen als sturingsinstrument lijkt welhaast vanzelfsprekend. Beleidsmakers lijken uit het oog te verliezen dat het beleidsinstrumentarium meer omvat dan alleen belastingen, maar bijvoorbeeld ook regulering, subsidiëring en voorlichting. En het is geen wetmatigheid dat belastingen steeds het meest geschikte instrument vormen om een bepaalde beleidsdoelstelling te realiseren. Sterker nog, het in februari jongstleden verschenen rapport van de Algemene Rekenkamer ‘Zicht op belastingverlichtende regeling' (zie V-N 2017/11.3) laat zien dat men daarbij, op zijn zachtst gezegd, zijn bedenkingen kan hebben. Volgens dat rapport is voor 89 van 179 belastingfaciliteiten en voor 34 belastinginstrumenten onduidelijk of de achterliggende beleidsdoelen dan wel de beoogde doelstellingen op het gebied van koopkracht-, inkomens- of vermogensbeleid, worden bereikt en tegen welke prijs dat gebeurt. Kortom, wie beleidsdoelstellingen wil realiseren, dient zich vooral niet blind te staren op de inzet van belastingen; belastingen zijn geen panacee voor elk maatschappelijk probleem.

Opvallend is dat de houding van de overheid in menig fiscaal getint (beleids)dossier niet neutraal is. Ik denk daarbij onder andere aan de (fiscale) subsidiëring van huishoudens op de woningmarkt. Eigenwoningbezitters worden gesubsidieerd via de eigenwoningregeling en bepaalde huurders via de toekenning van huurtoeslag, terwijl een aanzienlijke groep huurders met een huur en/of inkomen boven de huurtoeslaggrenzen buiten de boot valt. Dat oogt bepaald niet neutraal, terwijl een deugdelijke rechtvaardigingsgrond daarvoor ontbreekt en een neutraler alternatief zich laat denken (zie mijn eerdere Uitvergroot). En wat te denken van het verschil in fiscale behandeling van eigen vermogen (vergoeding niet-aftrekbaar) en vreemd vermogen (vergoeding wel aftrekbaar)? Dat verschil heeft een aanzuigende werking op de financiering met vreemd vermogen en kan zodoende financieringsbeslissingen verstoren. Een neutrale houding betekent dat het onderscheid wordt aangepakt, inclusief bijbehorende internationale kwalificatieverschillen en daarmee samenhangende besparingsmogelijkheden. Ook wijs ik op het verschil in belastingdruk tussen werknemers en ondernemers. Ofschoon tussen beiden ontegenzeggelijk verschillen bestaan, is het de vraag of die verschillen het verschil in belastingdruk op de door hen geleverde (productiefactor) arbeid rechtvaardigen. Ik geef grif toe dat het afzonderlijk belasten van die factor arbeid bij ondernemers praktisch lastig kan zijn, maar niet onmogelijk, getuige (bijvoorbeeld) het bestaan van de gebruikelijkloonregeling voor dga's. Beleidsmakers zouden er mijns inziens goed aan doen meer stil te staan bij (het rechtvaardigen van) de grondhouding van de overheid in fiscaal getinte (beleids)dossiers.

Een laatste aspect bij de inzet en vormgeving van belastingen betreft de toepassing van het gelijkheidsbeginsel. Gelijke gevallen dienen gelijk te worden behandeld en ongelijke gevallen naar de mate van hun ongelijkheid. Men verliest daarbij uit het oog dat een gelijke behandeling geen gelijke uitkomst garandeert. Een gelijke behandeling grijpt aan bij door de overheid relevant geachte parameters, zoals inkomen en/of vermogen. Parameters die onvolkomenheden kunnen bevatten (bijvoorbeeld hiaten in het inkomensbegrip), beïnvloeden zodoende (mogelijk) de uitkomst van de daadwerkelijke belastingdruk. Een gelijke behandeling hoeft derhalve paradoxaal genoeg niet uit te monden in een feitelijk gelijke belastingdruk.

Drie aandachtspunten die de betrokkenen bij vorming van het nieuwe kabinet hopelijk voor ogen houden. Ik wens hen daarbij veel wijsheid toe.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Belastingrecht algemeen

21

Gerelateerde artikelen