De klok slaat twaalf keer, we omhelzen onze geliefden en wensen elkaar een gezond en gelukkig nieuwjaar. Vervolgens schiet door mijn hoofd dat het handhavingsmoratorium is opgeheven. Een juiste beslissing. Langer wachten betekent dat schijnzelfstandigheid blijft toenemen.

De media staan vol met oneliners die veelal kort door de bocht zijn en niet van toepassing zijn op de hele populatie ZZP’ers en hun opdrachtgevers. En dan de politiek. Kamerleden vinden het prima dat schijnzelfstandigheid blijft bestaan als opdrachtgever en opdrachtnemer daar zelf voor kiezen. ‘Samen voor ons eigen’, zouden Jacobse en Van Es hebben gezegd. Het is het probleem ontkennen en het wekt verkeerde verwachtingen. Kamerleden kunnen toch een initiatiefwetsvoorstel indienen?! Wel of geen werknemer volgens de huidige wet? Het hangt af van alle feiten en omstandigheden. De Belastingdienst gaat niet meer en strenger handhaven op de kwalificatie van arbeidsrelaties, maar correcties loonheffingen kunnen wel terugwerkende kracht hebben tot 1 januari 2025. Dat betekent een financieel risico voor wie werkt met schijnzelfstandigen. Er ontstaat een gelijker speelveld dan vóór 2025, toen alleen opdrachtgevers met een aanwijzing hun werkwijze moesten veranderen en anderen verder gingen met de inhuur van schijnzelfstandigen. Van arbeidsrechtelijke risico’s, waaronder het pensioenrisico, is al 20 jaar sprake. Bijzonder dat de voorzitter van de Pensioenfederatie in zijn LinkedIn-bericht van 29 december 2024 de wetgever verzoekt om schijnzelfstandigen met een schone lei te laten beginnen. In het kader van nieuwe wetgeving verdedigbaar, maar niet als alleen het handhavingsmoratorium vervalt. Dit gold toch niet voor pensioenfondsen?

Waardering voor de rechtspraak. Daar moeten regelmatig knopen worden doorgehakt of sprake is van werknemers of niet. Ook de rechtspraak heeft te maken met het holistische besliskader. Al tientallen zaken zijn beslist met inachtneming van de omstandighedencatalogus uit het Deliveroo-arrest. Het is dus wel te doen, maar het is geen simpele check-the-box. Heel benieuwd naar de antwoorden van de Hoge Raad in de Uber-zaak. Opdrachtgevers en opdrachtnemers bevinden zich soms nog in de kloof tussen wens en realiteit. De wens is geen arbeidsovereenkomst, maar de realiteit kan anders zijn. Het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden kan volgens de Raad van State met enkele toelichtingen en mogelijk beperkte veranderingen naar het parlement. Maar zal dit wetsvoorstel ongewijzigd het Staatsblad halen? Ik ga er niet op gokken. In hoofdzaak is het de codificatie van het huidige besliskader. Wat goed is aan de wettelijke verduidelijking, is dat het legitimiteit geeft aan beslissingen van alle partijen die het arbeidsrecht moeten toepassen.

Wat de arbeidsmarkt echt nodig heeft is een globaal evenwicht tussen kosten en opbrengsten van arbeid. En dat betekent dat de zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling nog verder teruggeschroefd moeten worden. Het CPB concludeert dat het lage tarief in de vennootschapsbelasting beperkt doeltreffend en niet doelmatig is en stelt daarbij ook een beperking van de MKB-winstvrijstelling voor. Hete hangijzers zijn ook de hoge kosten van het arbeidsrecht en de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. Mijn voorstel is een ruil van rechten uit het arbeidsrecht voor een hoger loon en een basisarbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden.

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Informatiesoort: Uitvergroot

118

Gerelateerde artikelen