Er liggen op dit moment voorstellen voor een EU-windfall tax voor de energiesector en voor een verhoging van de cijns in de Mijnbouwwet voor gasproducenten.
De cijns bedraagt 65% over de "excesomzet" (boven € 0,50 per m3) en de windfall tax bedraagt 33% over de "exceswinst"’ (boven 120% van de gemiddelde winst in de jaren 2018 tot en met 2021). In beide gevallen is de intentie dat het gaat om tijdelijke belastingen. Dit betekent dat de timing van resultaten van groot belang zal zijn, in het bijzonder bij resultaten uit hedging. Tijd dus voor hedging voor dummies: een Nederlandse producent van gas dekt in jaar 1 door middel van een termijncontract zijn prijsrisico voor de verwachte productie voor jaar 2 af. Afhankelijk van de marktcondities en de leveringsprijs in jaar 2 zal in jaar 1 een vergoeding worden betaald of ontvangen.
Voor de windfall tax wordt aangesloten bij de winst voor de VPB. De eerste vraag is dan of op basis van goed koopmansgebruik hedge accounting moet of mag worden toegepast. Dat is volgens mij (nog) geen uitgemaakte zaak, maar ik denk dat het niet moet, maar vermoedelijk wel mag. Als hedge accounting wordt toegepast, is sprake van afdekking van risico’s en zal dus in jaar 1 geen resultaat mogen worden genomen. Zonder hedge accounting dient het contract, afhankelijk van het waarderingssysteem, op jaareinde te worden gewaardeerd op marktprijs, kostprijs of de laagste van deze twee. Onder omstandigheden zou dit kunnen betekenen dat het aantrekkelijk is van systeem te wisselen om zo de windfall tax te minimaliseren (de vraag of dat mag en of een aangifte 2021 nog kan worden aangepast, gaat het kader van deze column te buiten).
Voor wat betreft de cijns wordt verondersteld dat contracten speculatief zijn, voor zover deze de jaarproductie te boven gaan. Er ontbreekt een regeling die duidelijk maakt welke contracten dan als speculatief respectievelijk niet-speculatief dienen te gelden. Daarmee lijkt de belastingplichtige de keuze te hebben de winstgevende contracten als speculatief aan te merken. Niet geregeld is of de betaalde of ontvangen premie in het voorafgaande jaar wordt meegenomen of niet, zodat ook hier de keuze aan de belastingplichtige lijkt te zijn. Overigens, als betaalde premies niet zouden worden meegenomen, kan de effectieve heffing over de totaalwinst gemakkelijk oplopen tot ver boven de 100%.
Dan jaar 2. Voor de windfall tax zal het restant van het resultaat op het termijncontract nu worden belast; dit is verder niet meer zo interessant. Voor de cijns ligt dat anders. Is productie lager dan verwacht en dus kleiner dan de omvang van het termijncontract, dan zal voor het exces sprake zijn van een speculatieve transactie. Dan telt het resultaat op de hedge dus in zoverre niet mee voor de berekening van de cijns. Dit betekent dat het onder omstandigheden aantrekkelijk kan zijn om te proberen productie door te schuiven naar een later jaar en zo een contract van niet-speculatief naar speculatief te verschuiven.
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Vennootschapsbelasting