Het zal je maar gebeuren. Je hebt een arbeidsleven lang spaarzaam geleefd. Je zag kans de hypotheek af te lossen en ook nog te sparen. Pure noodzaak als je niet deelneemt aan een fiscaal gefaciliteerde pensioenregeling. Na al die jaren is de waarde van je huis gestegen tot € 1 mln. en ook je spaarpot is inmiddels € 1,5 mln. waard. En dan? Dan ben je vermogend.

Niet al te lang geleden kon je daar trots op zijn, tegenwoordig krijg je het gevoel dat je een misdadiger bent. En de politiek plakt een pincode op je rug. Handig voor de wetgever als er weer geld nodig is, want in dat geval gaan de neuzen haast automatisch één kant op. Ja, ja, nu overdrijf je wel, hoor ik u denken. Misschien is dat ook zo, maar als ik zogenoemde ‘vermogenden’ spreek, dan is dit hoe zij het momenteel ervaren.

En dan ben je vermogend en overlijd je. Het wordt kommer en kwel, want de meest gehate aller belastingen veert op. Ook nu: ik geef slechts het sentiment weer van veel vermogenden. Ik ga in deze column niet in op de rechtvaardiging van de schenk- en erfbelasting. Het is een eindeloze en nutteloze discussie die vooral door emotie wordt gedreven. En als de emotie hoog zit, dan heeft rationaliseren in de regel weinig zin. De erfbelasting is er nu eenmaal. De laatste tijd wordt de roep om de erfbelasting te verhogen groter. Een reden voor verhoging wordt gevonden in de gedachte dat een hogere erfbelasting kan bijdragen aan het verminderen van vermogensongelijkheid. Dat kan zo zijn, maar dan moet je ook kijken naar de omvang van het vermogen en het doel ervan. Mijn spaarzame belastingplichtige heeft vermogen opgebouwd voor zijn oude dag en die van zijn partner. Erfbelasting doet dan pijn en schuurt wellicht met die verzorgingsgedachte. Bij een vermogen van € 10 mln. doet het vast ook pijn, maar knelt de verzorgingsgedachte aanmerkelijk minder, vermoed ik. Het ene vermogen is het andere niet.

De gedachte om vermogensongelijkheid te verkleinen door herverdeling triggert mij. De Pavlov-reactie is om belastingen te verhogen. Maar denk eens anders. Partners en kinderen betalen 10% tot 20% erfbelasting, alle anderen 30% tot 40%. Wat als we het tarief voor derden gelijkstellen aan het tarief voor partners en kinderen: 10% tot 20% voor iedereen? Het is voor iedereen een buitenkans om iets te erven, dus waarom zou je dan verschillende tarieven hanteren? De kansspelbelasting kent ook maar één tarief. Een lagere belasting voor derden maakt het voor mij als gever of erflater aantrekkelijker om iets aan derden over te dragen. Op die manier heb ik de herverdeling zelf in de hand. Budgettair maakt het niet zoveel uit, denk ik. De totale erfbelasting levert met € 2,5 mrd. maar 1% van de totale belastingopbrengsten op. Een druppel op een gloeiende belastingplaat. Ik weet het: de kans dat de schenk- en erfbelasting voor derden wordt verlaagd is gering (tot nihil). Maar toch, het kan verfrissend zijn om eens anders naar de zaak te kijken.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Inkomstenbelasting, Schenk- en erfbelasting

797

Gerelateerde artikelen