Het belang van de schatkist staat bij de inkeerregeling voorop. Maar die vraagt eerder om verruiming dan om afschaffing van de inkeerregeling.

De inkeerregeling is ingevoerd, omdat belastingplichtigen zich anders wegens het risico van een punitieve sanctie gedwongen zouden kunnen zien met een eenmaal begonnen ontduiking door te gaan. Dat is niet in het belang van de schatkist, vond men destijds. Het belang van de schatkist staat dus bij de inkeerregeling voorop. De huidige regering lijkt daarover hetzelfde te denken. De Staatssecretaris van Financiën schrijft in zijn brief van 17 januari 2017 dat de inkeerregeling een belangrijke impuls voor zwartspaarders is geweest om hun in eerdere jaren verzwegen vermogen alsnog aan te geven en zij vanaf 2002 tot 2016 al ongeveer 1,9 miljard euro heeft opgebracht.

Je zou zeggen: houden zo. Maar nee, de regeling is volgens de staatssecretaris overbodig geworden. Belastingdiensten zijn door de toenemende transparantie, onder meer als gevolg van internationale gegevensuitwisseling, beter in staat om te handhaven. De kans dat belastingplichtigen met verzwegen vermogen tegen de lamp lopen, wordt almaar groter. Daarbij past een strengere aanpak volgens de staatssecretaris. De regeling kan met ingang van 1 januari 2018 worden afgeschaft (zie de brief van de staatssecretaris van 12 juli 2017).

De staatssecretaris gaat terecht ervan uit dat het groter worden van ‘de pakkans' gevolgen heeft voor de toepasselijkheid van de inkeerregeling. De regeling is namelijk alleen van toepassing als de belastingplichtige zich meldt vóórdat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de Belastingdienst met de onjuistheid of onvolledigheid van zijn aangifte bekend is of zal worden. Inkeer is dus niet mogelijk als de belastingplichtige weet of moet vermoeden dat de Belastingdienst als gevolg van uitwisseling van gegevens over de juiste en volledige informatie beschikt of zal beschikken. Derhalve zal het aantal gevallen waarin de inkeerregeling toepassing zal kunnen vinden, door de vergroting van de transparantie afnemen. Zolang de transparantie (en dus ‘de pakkans') niet ‘100%' is, houdt de schatkist echter belang bij de inkeerregeling.

Een tweede argument tegen de overbodigheid van de inkeerregeling is dat de inkeerregeling niet alleen ziet op zwartspaarders en andere belastingontduikers. Zij ziet in de eerste plaats op de onjuiste aangiften van bonafide belastingplichtigen. Voortschrijdend inzicht kan ertoe leiden dat een belastingplichtige – soms pas na jaren – tot de conclusie komt dat in eerder ingediende aangiften (mogelijk) een niet pleitbaar standpunt is ingenomen. In zo'n geval draagt de wetenschap dat geen punitieve sanctie kan volgen, eraan bij schoon schip te maken. Als daarentegen wel met zo'n ingrijpende sanctie rekening moet worden gehouden, zal dat tot een andere afweging kunnen leiden. Dat is niet in het belang van de schatkist.

Ten slotte resulteert het afschaffen van de inkeerregeling niet in een strengere aanpak van zwartspaarders en andere belastingontduikers die tegen de lamp lopen. Die kunnen immers sowieso geen gebruikmaken van de inkeerregeling. Andere belastingontduikers zullen na afschaffing hun ontduiking hoogstwaarschijnlijk voortzetten om zo – voor zo lang als het duurt – een punitieve sanctie te vermijden. Wie wordt daar wijzer van? De schatkist in elk geval niet. Die vraagt eerder om verruiming dan om afschaffing van de inkeerregeling.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Bronbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2017

12

Gerelateerde artikelen