Natuurlijk, er zijn criminelen die rechtspersonen misbruiken om zich daarachter te verhullen. En er zijn criminele ondernemers. Mij bekruipt echter steeds vaker het gevoel dat iedere ondernemer en rechtspersoon ‘er vrolijk op witwast’. Althans, dat van mij wordt verwacht dat te denken. En dat meer transparantieverplichtingen het wondermiddel zijn in de bestrijding daarvan.
Deze keer zijn cv’s aan de beurt. In oktober 2022 is een conceptwetsvoorstel ter modernisering van personenvennootschappen geconsulteerd (zie V-N 2022/37.3-4). Uit de hierin opgenomen definitie van de commanditaire vennootschap (cv) blijkt dat de commanditaire vennoten in het Handelsregister moeten worden ingeschreven. Hierdoor verdwijnt de commanditaire vennoot als stille vennoot. Ten opzichte van huidig recht is sprake van een aanzienlijke verzwaring in de transparantieverplichtingen. Op dit moment wordt alleen het aantal commanditaire vennoten gemeld.
Een toelichting bij deze transparantieverplichting ontbreekt. Zo blijft onduidelijk of de ingeschreven commanditaire vennoten ook algemeen openbaar kenbaar zijn, oftewel naast de overige vennoten zijn opgenomen in het uittreksel Handelsregister. Op grond van de openbaarheid van het Handelsregister ga ik op dit moment van deze openbaarheid uit. Uit de conceptmemorie van toelichting komt wel naar voren dat toch niet alle commanditaire vennoten hoeven te worden ingeschreven. Het gaat alleen om de commanditaire vennoten die op grond van het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 ook als UBO van de cv kwalificeren.
Wat voegt deze transparantieverplichting toe? Door de verwijzing naar het UBO-begrip lijkt het doel van de verplichting het bestrijden van witwassen en terrorismefinanciering te zijn. Maar een commanditaire vennoot die ook als UBO kwalificeert, is toch al ingeschreven in het UBO-register? Of wordt een ander doel nagestreefd? Dat de commanditaire vennoten niet bekend zijn, leidt mijns inziens voor het rechtsverkeer in elk geval niet tot grote risico’s.
Is het doel het bestrijden van witwassen en terrorismefinanciering, dan kán genoemde transparantieverplichting inmiddels ook niet meer. In november 2022 heeft het Hof van Justitie EU immers geoordeeld dat de algemene openbaarheid van het UBO-register ongeldig is (zie V-N 2022/53.20). Het Hof oordeelde dat de algemene openbaarheid een te grote inbreuk op de grondrechten van UBO’s vormt.
Direct na genoemd arrest is het Nederlandse UBO-register ‘op slot’ gegaan. Recent heeft Minister Kaag van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd dat de algemene openbaarheid van het UBO-register ook niet meer terugkomt. De wetgeving zal hier zo snel mogelijk op worden aangepast.
We gaan dus naar een meer besloten UBO-register. Daarin past niet dat dan via een omweg bepaalde UBO’s alsnog algemeen kenbaar zijn. En dat zou door de inschrijving van de commanditaire vennoten in het Handelsregister wel het geval zijn. Overigens laat het arrest van het Hof van Justitie EU nog wel ruimte om informatie over een UBO wegens andere transparantiedoelstellingen dan witwassen en terrorismefinanciering algemeen openbaar te maken. Daaraan zal dan wel een goede onderbouwing ten grondslag moeten liggen. Dit laatste is wat mij betreft een van de belangrijkste winstpunten van genoemd arrest. Het bevestigt dat met een enkel ‘het is noodzakelijk en proportioneel’ niet meer kan worden weggekomen. Zoals gezegd, tot nu toe ontbreekt de onderbouwing. Ik ben benieuwd.