Vanaf dit jaar hebben we een nieuwe regel die de renteaftrek op generieke wijze beperkt: art. 15b Wet VPB 1969. Het betreft de implementatie van de earningsstripping-maatregel uit de eerste antibelastingontwijkingsrichtlijn EU/2016/1164, de Anti Tax Avoidance Directive, of kortweg ATAD 1, genoemd.
Omdat deze ATAD 1 minimumregels stelt, kunnen lidstaten keuzes maken bij de implementatie ervan. Een mogelijkheid is om leningen die voor de financiering van een langlopend openbaar infrastructuurproject worden gebruikt, buiten het toepassingsbereik te laten. Op de voorwaarde dat de Europese Commissie oordeelt dat dit geen staatssteun oplevert, zal Nederland gebruikmaken van deze mogelijkheid, zo volgt onder meer uit de recente Verzamelregeling (V-N 2019/5.2.2). Daarin worden diverse tunnels, openbare wegen en sluizen aangewezen. Dit type projecten sluit goed aan bij het begrip ‘langlopend openbaar infrastructuurproject’ als dat in letterlijke zin wordt opgevat.
Bijzonder is evenwel dat ATAD 1 een bredere definitie omvat, te weten als een project ‘dat bedoeld is om een grootschalig actief dat door een lidstaat wordt beschouwd als zijnde van algemeen belang, te leveren, te verbeteren, te exploiteren en/of te onderhouden’. Opvallend is dat in de definitie niet meer wordt gesproken over infrastructuur, maar over ‘algemeen belang’ in het algemeen. Deze omschrijving is derhalve veel algemener dan het begrip ‘langlopend openbaar infrastructuurproject’ zelf doet vermoeden. Met andere woorden, de vlag dekt de lading niet. Op zoek naar de achtergrond van deze keuzemogelijkheid komt men uit bij Actieplan 4 van het BEPS-project. Dat heeft model gestaan voor de earningsstripping-maatregel. Uit de preambule van ATAD 1 (en andere stukken) volgt duidelijk dat door middel van ATAD 1 de Europese Unie de BEPS-agenda implementeert. Raadpleging van paragraaf 66 van het definitieve rapport Actieplan 4 leert dat het inderdaad in algemene zin gaat om projecten in de publieke sector. Dit verklaart voor mij wat voor mij eerst niet verklaarbaar was, namelijk dat andere lidstaten zoals het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk een andere, meer genereuze keuze hebben gemaakt dan Nederland. Deze lidstaten kijken meer naar de vraag of het algemeen belang wordt gediend. Nu Nederland de regeling toch aan de Europese Commissie voorlegt, zou Nederland er ook voor kunnen kiezen om een betere aansluiting bij de ons omringende landen te zoeken. Die ruimte biedt het definitieve rapport voor Actieplan 4 van het BEPS-project in elk geval.
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Vennootschapsbelasting