Martijn Juddu vraagt zich af hoeveel gele kaarten het plan voor een Europese winstbelasting (C(C)CTB) krijgt van het Nederlandse parlement.
Sinds het Verdrag van Lissabon hebben nationale parlementen de mogelijkheid tot het uitdelen van een gele kaart wanneer zij vinden dat een voorstel van de Europese Commissie in strijd is met het subsidiariteitsbeginsel. Indien meer dan een derde van de lidstaten een gele kaart laat zien, is de Commissie verplicht het voorstel in heroverweging te nemen.
In 2011 deed de Commissie een eerste CCCTB-voorstel. Het kabinet was er geen voorstander van.De Tweede Kamer trok een gele kaart (de Eerste Kamer overigens niet). Nederland was niet de enige lidstaat met bezwaren, maar de drempel werd niet gehaald. Een van de belangrijkste bezwaren was dat de verdeelsleutel (slechts) bestaat uit de factoren omzet, vaste activa en arbeid, en daarmee niet acceptabel was voor lidstaten met een grote dienstensector en innovatieve bedrijven. De regering wenste daarnaast een winsttoedeling met meer oog voor risicoverdeling en transfer pricing. Het 2011-voorstel heeft sindsdien op de bank gezeten, afgezien van verder overleg en een
publieke consultatie.
Sinds oktober 2016 ligt er een nieuw voorstel van de Commissie, in eerste fase voor een CCTB, in tweede fase voor een (enigszins aangepaste) CCCTB. De verdeelsleutel is echter onveranderd gebleven. Daarmee is aan een van de belangrijkste bezwaren niets veranderd. De Nederlandse regering heeft inmiddels goed onderbouwd laten weten zich ook in dit voorstel niet te kunnen vinden. Het parlement beraadt zich op een (tweede) gele kaart. De Tweede Kamer nam een motie aan voor een parlementair behandelvoorbehoud. Dat kan twee kanten op: ofwel de regering beletten om akkoord te gaan, ofwel worden de regering specifieke wensen meegegeven: coaching tijdens het spel. Overleg loopt over vervanging van het behandelvoorbehoud door informatieafspraken. Overigens nam de Tweede Kamer (ook) een motie aan opnieuw een gele kaart te trekken.
De tijdgeest is in 2016 een andere dan in 2011. Het nieuwe voorstel steunt sterk op de aanvullende motivering van bestrijding van tax planning door multinationals. Onder die druk wordt veel vloeibaar, zo blijkt in OESO/BEPS- en EU-verband. De Commissie heeft kennelijk gemeend daarvan goed gebruik te kunnen maken. De CCCTB voegt echter weinig toe aan de inmiddels vergevorderde aanpassing van de fiscale spelregels. Dan gaan de nadelen zwaar wegen: minder eigen flexibiliteit en slagvaardigheid, grote implementatie-inspanning en – voor Nederland – een negatief economisch effect. Het nieuwe voorstel geeft weinig blijk van volledige heroverweging op basis van eerdere bezwaren. Dit geldt met name voor de ongewijzigde verdeelsleutel. Daarmee gaat het voorstel er met gestrekt been in en is het een serieuze kanshebber voor een tweede gele kaart.
Het Verdrag van Lissabon voorziet niet in de regel, zoals in het voetbal, dat twee gele kaarten een rode kaart betekenen en dus vertrek van het speelveld. Maar het lijkt slecht denkbaar dat de C(C)CTB ongewijzigd in het spel kan blijven. Besluitvorming in de fiscaliteit moet immers bij unanimiteit plaatsvinden. Dat blijft hopelijk niet zonder invloed.
Tot zover de voorbeschouwing. Dan nu naar de wedstrijd. De eerste helft bij de nationale parlementen, de tweede helft op EU-niveau. Vanwege het unanimiteitsvereiste sluit ik een verlenging niet uit.
12