De meest bekende buitenlandse belastingplichtige van Nederland is weer vertrokken uit ons land (‘Sinterklaas, wie kent hem niet’).
Samen met zijn roetveeghelpers heeft hij weer een klus van formaat geleverd door miljoenen cadeau’s op tijd te bezorgen. Over die helpers, hardwerkende pakketbezorgers die vast geen minimaal uurtarief van € 16 in rekening brengen, wil ik het nu niet hebben. En over de meldingsplicht voor buitenlandse dienstverrichters (het onderdeel van de WagwEU dat nog steeds niet is ingevoerd) ook niet.
Waar ik het wel over wil hebben, is de parallel tussen de Staatssecretaris van Financiën en het paard van Sinterklaas. Menno Snel vergelijken met een paard is niet sympathiek, dat weet ik. Toch doe ik het. Niet omdat ik vind dat hij het dak op kan, integendeel. Uit welingelichte bronnen heb ik begrepen dat het paard van de Sint - met de prachtige naam Ozosnel - dit jaar last had van koudwatervrees. En dat lijkt niet alleen voor Ozosnel maar ook voor Menno Snel te gelden. Een familietrekje?
De koudwatervrees van Menno heeft betrekking op het geven van duidelijkheid over de regels die gelden voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen. Art. 7.8 Wet IB 2001 regelt dat onder bepaalde voorwaarden een buitenlandse belastingplichtige aanspraak kan maken op een behandeling als binnenlandse belastingplichtige. Dit is met name interessant als hij daardoor aftrekposten in box 1 te gelde kan maken. Sinds het Spaanse voetbalmakelaars-arrest uit 2017 van het Hof van Justitie EU wacht de praktijk op nadere regelgeving voor situaties waarin een buitenlandse belastingplichtige onvoldoende inkomen geniet in zijn woonland om daar zijn aftrekposten te verzilveren, maar ook in Nederland minder dan 90% van zijn gezinsinkomen verdient. In het eerdergenoemde arrest ging het om een inwoner van Spanje die in 2007 60% van zijn inkomen in Nederland verdiende en de overige 40% in Zwitserland. Hij wilde in de Nederlandse aangifte inkomstenbelasting een aftrek claimen voor de hypotheekrente die hij voor zijn eigen woning in Spanje betaalde. Na een lange procedure die onder andere langs de Hoge Raad en het Hof van Justitie EU voerde, verleende Hof Den Haag eind 2017 de aftrek voor 60%. Het hiertegen ingestelde cassatieberoep trok de Staatssecretaris van Financiën begin 2018 in. Daarbij liet hij weten met een wetswijziging te komen (V-N 2018/18.13). Vooruitlopend daarop zou alvast een beleidsbesluit worden gepubliceerd, naar verwachting in het eerste kwartaal van 2019. Dat had hij daarvóor ook al aan de Tweede Kamer laten weten bij de behandeling van het wetsvoorstel Overig fiscale maatregelen 2018. Helaas is van het beleidsbesluit of de voorgenomen wetswijziging sindsdien nooit meer iets vernomen.
Het zou de staatssecretaris sieren op korte termijn alsnog de beloofde duidelijkheid te geven. Dan kunnen buitenlandse belastingplichtigen in elk geval bij het indienen van de aangifte over 2019 beoordelen of ze in aanmerking komen voor de regeling van kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen. En dan is Menno wat mij betreft meteen het beste paard van stal, ook al is hij op dit punt niet bepaald Ozosnel. En over dat minimumtarief voor zijn pakketbezorgers denk ik dat de Sint nog wel van zich zal laten horen bij de internetconsultatie.
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Inkomstenbelasting