Een relatief nieuwe ontwikkeling is nudging door de overheid. Nudging is een Engels begrip van (impliciete) duwtjes in de goede richting, gebaseerd op inzichten die uit de psychologie afkomstig zijn. In de fiscale uitvoeringssfeer gaat het dan bijvoorbeeld om het laten tekenen van een biljet voordat men het invult. De gedachte is dan dat de invuller, als hij al getekend heeft, minder snel geneigd zal zijn om te sjoemelen.
Het makkelijker maken van het doen van aangifte, bijvoorbeeld door de vooringevulde aangifte, is ook een voorbeeld van nudging. Dit jaar heeft de belastingdienst nog een extra duwtje in de richting van de vooringevulde aangifte gegeven door de aangifteperiode pas op 1 maart van start te laten gaan, zodat iedereen die aangifte doet, gelijk een vooringevulde aangifte krijgt.
Het gevolg van het later laten aanvangen van de aangiftecampagne is echter wel dat er meer aangiften in een korte tijd moeten worden gedaan. Daarom is de aangiftetermijn verlengd tot 1 mei. In de praktijk wachten veel mensen tot het laatste moment om aangifte te doen. Dat is dus tot eind april. En laat dat nu net gelijk vallen met de deadline van de ondernemersaangiften, met name de loonbelasting en de omzetbelasting. En niet alleen voor die ondernemers die op maandbasis aangifte doen, maar ook voor die ondernemers die op kwartaalbasis aangifte doen. En die ondernemers moeten, als ze zelf aangifte doen, van dezelfde website gebruikmaken. Het is niet
moeilijk te voorspellen dat dit tot problemen kan leiden.
De belastingdienst heeft dat inmiddels ook geconstateerd. De belastingdienst heeft de betreffende ondernemers daarom, in verband met de verwachte drukte op de website eind april, verzocht om eerder aangifte te doen, of anders op rustiger tijden. Dat is geen nudging, want nudging betreft juist het sturen via impliciete pogingen. Verder worden de ondernemingen verondersteld hun aangifteproces te kunnen versnellen, wat bij de grotere ondernemingen echter geen sinecure zal zijn.
Sommigen ondernemers moeten wellicht wachten tot (laat) in de avond, voordat zij aan hun wettelijke verplichting kunnen voldoen, wat tot irritatie kan leiden. De belastingdienst heeft belang bij elektronische aangifte en zou ervoor moeten zorgen dat die dan ook (tijdig) kan worden gedaan. Het verhogen van de irritatie van de belastingplichtigen bij het invullen van de aangiften is nu juist wat de overheid niet zou moeten doen. Dit lijkt meer op (expliciet) duwen en is zeker geen (impliciete) nudging. Terwijl het zo makkelijk had kunnen worden voorkomen door de aangiftetermijn voor de inkomstenbelasting – of voor de omzetbelasting en de loonbelasting – te verlengen tot 10 of 15 mei.
Dat op 30 april verder uitstel tot 5 mei is geboden, is wat mij betreft te laat en te weinig. Opvallend is trouwens ook dat in eerste instantie het nu voor velen vertrouwde aangifteprogramma niet meer beschikbaar lijkt. Via Google blijkt het aangifteprogramma 2014 echter nog wel te vinden te zijn. Kennelijk wil de belastingdienst liever dat er online aangifte wordt gedaan, maar het geheel verstoppen van het aangifteprogramma gaat verder dan een (impliciet) duwtje. Zoveel verder dat het me niet zou verbazen dat diegenen die hebben geworsteld met de online-aangifte, hier bepaald boos van kunnen worden. Ook dat lijkt mij niet nodig.
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Bronbelasting