Een bevriende Duitse deelstaat speelde onlangs aan Nederland gegevens door van honderden Nederlandse zwartspaarders bij een Zwitserse bank. ‘Zwartspaarder de klos' kopte de Telegraaf op de voorpagina van 23 april 2016. Hoezo ‘de klos' (ofwel de dupe)? Is iemand die in Nederland woont en hier gebruik maakt van onze altijd nog uitstekende sociale en fysieke infrastructuur, de klos als hij daarvoor de door onze volksvertegenwoordiging vastgestelde belasting moet betalen?

Tijden veranderen. Volgens het OECD Global Forum of Transparency and Exchange of Information for Taxation Purposes hebben – naar de stand van 9 mei 2016 – 55 landen toegezegd vanaf 2017 fiscale gegevens te gaan uitwisselen. Vanaf 2018 zijn dat 101 landen. Dat is een ontwikkeling, waarbij geen discussie meer nodig is over ‘fishing expeditions' (zie BNB 2016/84). Dit kan dan meteen ook het einde inluiden van de toch ietwat louche praktijk rond betalingen van de Belastingdienst aan tipgevers en al het juridische gekrakeel daaromheen. Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft inmiddels de inkeerboete voor zwartspaarders per 1 juli 2016 verhoogd van 60% tot 120%.
 
Er is wel een schril contrast. Waar de kleine ondernemer en de gewone burger door de Belastingdienst nauwlettend worden gevolgd en beboet, kunnen internationaal opererende ondernemingen kennelijk naar believen het betalen van belasting naar hun hand zetten. De morele aanvaardbaarheid van internationale agressieve tax planning die anders dan het behalen van fiscale voordelen geen enkele economische functie heeft, staat terecht steeds meer ter discussie. Zie ‘Fiscale ethiek voor multinationals' van R.H. Happé in WFR 2015/938. Intussen willen nu ook de G20, OESO, EU, AFM en noem maar op,maatregelen nemen tegen belastingontwijking.
 
De internationale gemeenschap moet ook de hand in eigen boezem steken. Belastingconcurrentie tussen landen is tot op heden een minder besproken fenomeen dan multinationals die hiervan ‘immoreel' gebruik maken. Kan van multinationals worden verwacht dat zij vrijwillig afscheid nemen van agressieve tax planning? Als de wet niet wordt overtreden, is het van overheidswege moeilijk ingrijpen, ten minste als we het legaliteitsbeginsel in ere willen houden. ‘‘Als de belastingwetten niet deugen, dan moet je die aanpassen'', zei Obama. Dat lijkt het meest juiste antwoord.
 
De internationale gemeenschap moet de belastingjurisdicties met elkaar in lijn brengen. En niet minder belangrijk, de fiscale autoriteiten van verschillende landen moeten elkaar leren vertrouwen en verrekenprijzen effectiever met elkaar afstemmen. Tot die tijd herinner ik u aan hetgeen prof. Van Dijck in 1993 schreef (noot BNB 1993/111):
 
‘‘Ik neem aan dat het voor een belastingconsulent die dit soort constructies verzint ten behoeve van fiscale klaplopers (die op tientallen manieren van de Nederlandse staat profiteren zonder daar een cent voor te betalen), geen eenvoudige opgave is om een fatsoenlijk antwoord te vinden op de vraag van zijn zoontje: Pappie, wat doe jij eigenlijk de hele dag?''.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

8

Gerelateerde artikelen