Recent las ik een bericht dat een oud-minister wordt beveiligd na ernstige bedreigingen. (Politieke) ambtsdragers op landelijk en regionaal niveau hebben soms (extra) beveiliging nodig.
Zie bijvoorbeeld https://www.raadsleden.nl/actueel/nieuws/100-miljoen-extra-voor-beveiligen-politieke-ambtsdragers. Maar ook in het niet-publieke domein kunnen werknemers beveiliging nodig hebben. De vraag komt op of sprake is van loon als een werkgever de beveiligingskosten van of voor een werknemer betaalt. Een eerste onderbuikreactie is dat het toch ernstig is dat werknemers beveiliging nodig hebben. En dat aan al dat beveiligen alleen maar nadelen kleven. Hoezo dan de vraag naar een loonvoordeel?
In een uitspraak van Rechtbank Gelderland ging het om beveiligingsmaatregelen aan het woonhuis van de directeur-grootaandeelhouder, betaald door zijn werkgever, na bedreigingen door een (ex-)cliënt. De rechtbank oordeelde dat de uitgaven voor de beveiligingsmaatregelen die niet ongebruikelijk zijn voor een woning en bijbehorende grond van vergelijkbare omvang en ligging, tot het loon behoren (V-N Vandaag 2022/2092).
De loonbelastingwetgeving kent bepalingen dat buitengewone beveiligingsmaatregelen aan een ter beschikking gestelde auto en een woning als eindheffingsbestanddeel mogen worden aangewezen (art. 31 lid 4 onderdelen a en b Wet LB 1964). Om zover te komen, moet uiteraard eerst sprake zijn van loon. In de parlementaire behandeling van de Fiscale vereenvoudigingswet 2010 (Stb. 2009,611) merkte de Staatssecretaris van Financiën op dat de kosten voor persoonsbeveiliging behoren tot het forfait (de vrije ruimte van de werkkostenregeling). Ook dan moet eerst sprake zijn van loon.
Een voordeel, uit dienstbetrekking en verstrekt door de werkgever, de drie voorwaarden voor loon. Wet en jurisprudentie geven daarmee aan dat bepaalde kosten voor beveiliging, althans de daarin gegeven voorbeelden, tot het loon behoren. Is er dan helemaal geen uitweg? Voor zover die beveiliging direct samenhangt met de verplichtingen van de werkgever op grond van de Arbeidsomstandighedenwet, is deze gericht vrijgesteld. Een muizengaatje of een brede doorgang? Het moet gaan om voorzieningen ter bestrijding of het voorkomen van veiligheids- en gezondheidsrisico’s voor werknemers die zijn verbonden met de door de werknemers verrichte arbeid die de werkgever moet vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen op grond van de Arbeidsomstandighedenwet. Generieke voorzieningen voor alle werknemers zullen daaraan veelal niet voldoen, maar wel specifieke voorzieningen voor hen bij wie een concrete (be)dreiging is vastgesteld. Voor algemene preventieve voorzieningen zonder concrete (be)dreiging rest de vrije ruimte in de werkkostenregeling. Zo heeft de wetgever de huidige systematiek bedoeld. Maatschappelijke opvattingen over het ervaren beloningsvoordeel tellen niet (meer) mee na invoering van de werkkostenregeling. Preventieve beveiligingsvoorzieningen die niet door de arbovrijstelling komen, moeten dus concurreren met het kerstpakket, het teamuitje of de niet ongebruikelijk aangewezen bonus in geld. En dat kan wringen.
Belangrijke belastingbeginselen zijn rechtvaardigheid en doelmatigheid. De vrije ruimte in de werkkostenregeling is doelmatig, maar soms minder rechtvaardig. Dat zou pleiten voor een lagere vrije ruimte in ruil voor bijvoorbeeld een minder ruim loonbegrip of meer specifieke vrijstellingen. Dat leidt ook tot iets minder weggegooid belastinggeld, voor zover de inhoudingsplichtige bijvoorbeeld zuiver beloningsloon aanwijst als eindheffingsbestanddeel.
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Loonbelasting