Jaren geleden heb ik mij verwonderd over de Duitse praktijk in de zaak-ADV Allround Vermittlungs AG. De BTW-aspecten gaan het bestek van deze column te buiten, maar wat mij intrigeerde, is dat het Finanzamt (het lokale belastingkantoor) voorschreef dat ADV Allround BTW in rekening moest brengen, terwijl het Bundeszentralamt für Steuern (het centrale belastingkantoor) teruggaafverzoeken van afnemers afwees.

Het centrale belastingkantoor weigerde de BTW terug te geven, omdat ADV Allround over de desbetreffende diensten ten onrechte BTW in rekening zou hebben gebracht. Was dit een gevalletje Freies Ermessen van de lokale inspecteur of werden belastingplichtigen hier simpelweg van het kastje naar de muur gestuurd?

Ik denk dat we in Nederland niet snel een vergelijkbare situatie zullen krijgen. De Belastingdienst streeft eenheid van beleid na en de kennisgroepen hebben daarin een belangrijke rol. Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft eind januari 2023 op het symposium ‘Publicatie kennisgroepstandpunten Belastingdienst. Naar meer fiscale rechtszekerheid voor burgers en bedrijven?’ aangegeven dat de Belastingdienst vanaf 1 april 2023 (ik hoop dat dit geen grap is) de standpunten van de kennisgroepen gaat publiceren. Althans, in elk geval de standpunten die in 2022 en later zijn ingenomen. De Belastingdienst telt 26 kennisgroepen die standpunten innemen over rechtsvragen waarin de wetgeving en rechtspraak geen uitsluitsel geven. Tevens geven de kennisgroepen aan hoe volgens hen het recht moet worden toegepast in concrete en complexe belastingvraagstukken. De belastinginspecteurs moeten de standpunten van de kennisgroepen volgen.

Enerzijds is deze eenheid van beleid wenselijk, omwille van de rechtszekerheid. Maar er zit ook een keerzijde aan de medaille. De verplichting om de kennisgroepstandpunten te volgen kan namelijk ook enige ongewenste starheid met zich meebrengen. Ik denk aan situaties, waarin inspecteurs soms (persoonlijk) de neiging hebben om het standpunt van de belastingplichtige te volgen, maar vanwege een andersluidend kennisgroepstandpunt daarin toch niet mee kunnen/mogen gaan. In Duitsland zou dat niet zo snel gebeuren, aangezien de Duitse belastingkantoren wat meer vrijheid hebben om hun eigen standpunt te bepalen. Uiteindelijk had de ADV Allround-casus helaas geen happy end. Naar verluidt is de BTW-procedure in Duitsland niet voortgezet, aangezien ADV Allround inmiddels was geliquideerd. De buitenlandse opdrachtgevers hebben de (achteraf bezien) ten onrechte gefactureerde BTW dus niet teruggekregen.

Mijn afdronk van de zaak-ADV Allround (HvJ EU 26 januari 2012, C-218/10, V-N 2012/11.20) is dat de Nederlandse praktijk met kennisgroepstandpunten vereist dat deze kennisgroepen steeds snel moeten reageren op ontwikkelingen in de rechtspraak en daarbij laten weten of het oorspronkelijke standpunt wordt gehandhaafd. Dit zal vast en zeker een pittige klus zijn ten aanzien van alle kennisgroepstandpunten, waarvan we vanaf 1 april 2023 kennis kunnen gaan nemen. Ik denk bijvoorbeeld aan het beleid inzake de fiscale eenheid-BTW met personenvennootschappen (zie V-N 2023/4.13 en V-N 2023/2.17) dat inmiddels aan een onderhoudsbeurt toe is.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Europees belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht

83

Gerelateerde artikelen