Als vrouw vind ik vrouwen natuurlijk buitengewoon leuke wezens. We zijn gezellig, sociaal, charmant, verzorgend en (bijna) altijd het stralende middelpunt. Maar helaas worden wij ervan beschuldigd een aantal negatieve eigenschappen te hebben: we zouden tegenstrijdige signalen afgeven, geen knopen kunnen doorhakken en oude koeien uit de sloot halen. Dit hebben wij naar mijn mening dan gemeen met de instellingen van de Europese Unie.

Het Hof van Justitie EU staat bekend om zijn tegenstrijdige uitspraken. Denk bijvoorbeeld aan de ‘‘Marks & Spencer-uitzondering''. In Marks & Spencer (C-446/03) oordeelde het Hof dat een lidstaat de aftrek van verliezen geleden door een buitenlandse dochter mag weigeren, tenzij de in de andere lidstaat bestaande mogelijkheden tot verliescompensatie zijn uitgeput. Vervolgens oordeelde hij in K (C-322/11) dat een lidstaat een verkoopverlies uit buitenlands vastgoed niet in aftrek hoeft toe te laten als het buitenland geen verliesverrekeningsmogelijkheden kent, omdat een lidstaat niet verplicht is zijn wetgeving aan te passen aan die van een andere lidstaat. Maar als er in de andere lidstaat in eerste instantie wel een mogelijkheid tot verliescompensatie is doch de termijn daarvoor is verlopen moet een lidstaat zijn wetgeving kennelijk wel aanpassen aan die in de andere lidstaat!

En dan hebben we de Raad die uiterst moeizaam knopen doorhakt op het gebied van de directe belastingen. Het unanimiteitsvereiste zit steeds in de weg. De aanname van de EG-Moeder-dochterrichtlijn was in eerste instantie al een hele klus: in 1969 kwam de Europese Commissie met een voorstel, dat pas in 1990 (!) – in enigszins gewijzigde vorm – werd aangenomen. Het laatste wijzigingsvoorstel van deze richtlijn moest in april 2014 in twee delen worden gesplitst, omdat men het niet eens kon worden over de algemene antimisbruikbepaling. Uiteindelijk is daarover in januari 2015 een akkoord bereikt, maar in mei liepen de onderhandelingen over de wijziging van de EU-rente- en royaltyrichtlijn spaak.

En zelfs als niet de instemming van alle lidstaten is vereist, zijn er problemen. Zo is men met betrekking tot de Financial Transaction Tax overgeschakeld op de afgezwakte procedure van nauwere samenwerking – waarbij slechts negen lidstaten akkoord hoeven te gaan – en nog ligt het voorstel er alweer sinds februari 2013.

Tot slot blijkt de Europese Commissie er buitengewoon goed in om oude koeien uit de sloot te halen. In 2011 kwam zij met het voorstel voor de invoering van een CCCTB. Helaas lag dit voorstel de laatste jaren in de kast te verstoffen, maar na vier jaar haalt de Commissie het eruit, echter nu onder het motto: ‘‘met behulp van een gemeenschappelijke belastinggrondslag kan belastingontwijking tegen worden gegaan'' (COM(2015) 302 final).

Ook iets waar wij dames goed in zijn: in een compleet andere context een oude koe uit de sloot halen. Dus heren, ik pleit voor meer dames aan de top op het gebied van het EU-belastingrecht. Want wij en de EU begrijpen elkaar gewoon heel goed, dankzij onze gemeenschappelijke eigenschappen.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Vennootschapsbelasting

10

Gerelateerde artikelen