De echte 'auteurs' van de fiscale uitspraken, waarvan een ieder van ons zo graag kennisneemt, haalden de afgelopen weken herhaaldelijk het landelijke nieuws. Voor het eerst in de geschiedenis dreigden rechters tijdelijk het werk neer te leggen. Het zijn de veel te hoge werkdruk door de instroom van heel veel zaken en de personeelstekorten binnen de rechterlijke macht die maken dat de zich meestal in de luwte begevende rechter nu zo’n sterke vuist maakt.
Als het gaat om werkdruk valt op dat in het jaarverslag van de rechtspraak van 2021 staat dat het aantal ingekomen belastingzaken bij rechtbanken met 11% daalde ten opzichte van 2020. De toename van nieuw aangebrachte belastingzaken bij gerechtshoven was ten opzichte van 2020 met 83% (ca. 3000 zaken) daarentegen fors. Zonder verklaring voorspellen de percentages helaas weinig voor de toekomst. Op zijn zachtst gezegd onhandig is bovendien de fiscale regeling inzake proceskostenvergoeding. Het feit dat een procespartij slechts op een onderdeel van het beroepschrift gelijk hoeft te krijgen om hierop aanspraak te maken leidt tot zaken, waarin alleen om die reden wordt geprocedeerd en biedt een lucratief verdienmodel voor no-cure-no-pay-kantoren.
De personeelstekorten zullen waarschijnlijk ook niet verdwijnen naar aanleiding van het inkijkje bij de rechtspraak. Vermoedelijk ontstaat door het nieuws van de afgelopen tijd juist een negatieve impact op de beeldvorming van de magistratuur en dus ook op de instroom van nieuwe rechters. Binnen de fiscaliteit speelt nog een rol dat de financiële beloning in de commerciële (advies)praktijk de (over)stap naar de rechterlijke macht vaak niet aantrekkelijk maakt.
Geen rooskleurig perspectief kortom en de vakbond van de rechterlijke macht, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR), voelde zich dan ook genoodzaakt de Minister voor Rechtsbescherming een ultimatum te stellen. Van hem werd na het vastlopen van de cao-onderhandelingen niets concreets vernomen. Inmiddels zit de NVvR weer met de minister om de tafel en is de werkonderbreking voorlopig van tafel.
Dat er weer wordt gepraat, is goed nieuws, maar dat we ons zorgen moeten maken over de toekomst van onze rechtspleging staat buiten kijf. De doorlooptijd bij belastingzaken in feitelijke instantie is nu gemiddeld twee jaar en door de werkdruk zijn rechters gedwongen zaakgericht te gaan werken ('dossiers wegwerken'). Daardoor hebben ze weinig tijd om te reflecteren en afstand te nemen, iets wat de Toeslagenaffaire misschien wel had kunnen voorkomen, aldus Fierstra, voorzitter van de NVvR. Een verstrekkende conclusie die op zijn zachtst gezegd legitimeert vraagtekens te plaatsen bij het achterwege blijven van stevig handelen vanuit Den Haag. Het verbaast me dat de cao-onderhandelingen al tot problemen leiden. Een eventuele tegemoetkoming in de arbeidsrechtelijke sfeer doet volgens mij geen recht aan de aard van het fundamentele probleem bij de rechterlijke macht. Wellicht dat de ernst van de situatie pas echt tot de minister doordringt, wanneer het Malieveld door honderden ’pinguïns’ wordt bezet.
Om de noodzaak tot verbetering kan niemand meer heen. En aan de wil van de belastingrechters zal het niet liggen: als het gaat om de afhandeling van zaken noteerden de fiscale rechtbanken in 2021 de grootste groei (44%). En ook het aantal afgehandelde belastingzaken bij de gerechtshoven steeg met 16%. Chapeau voor onze echte auteurs!
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht