Donderdag 18 december 2014, de dag waarop de inkomstenbelasting in Nederland precies 100 jaar bestaat, neem ik afscheid als hoofdredacteur van Vakstudie Nieuws. Ik kan terugkijken op een boeiende periode. Dat zou kunnen verlokken tot enige nostalgie. Maar liever kijk ik vooruit. De toekomstbeelden die daarbij opkomen, zijn fascinerend.

De roep om hervorming van ons belastingstelsel wordt steeds luider, maar de toon klinkt bepaald niet eenstemmig. Het 150-koppige parlementaire koor bestaat steeds meer uit solisten die vooral willen zingen volgens hun eigen partituur. De bereidheid tot samenzang, nodig voor een hervormingsouverture, ontbreekt. Die wordt gesmoord door gekibbel over de muziekkeuze. Ook is afstemming nodig in Europees verband. Maar de bereidheid tot meezingen in een Europese maatvoering is nog veel minder ontwikkeld. Jammer, want de toekomstmuziek zal uiteindelijk toch steeds meer in Brussel worden gemaakt.
 
Mobiliteit en flexibiliteit zijn de drijvende krachten achter de lopende en komende innovatiepro- cessen. Daarin wordt gezocht naar nieuwe sociaal-economische verhoudingen die voldoende duurzaam en evenwichtig zijn. Dat raakt ook het hervormingsscenario voor ons belastingstelsel. Daarvoor is een indringende herbezinning nodig op de bestaande heffingsgrondslagen. De aard van de ecologische en sociaal-economische problemen vereist een Europese, zo niet mondiale, aanpak. De kredietcrisis heeft al pijnlijk duidelijk gemaakt dat een gemeenschappelijke munt ook een gemeenschappelijk fiscaal beleid vereist, waarin schadelijke vormen van belastingconcurrentie worden uitgebannen. Zonder een versterkt toekomstgericht communautair belastingbeleid is het haalbare samenwerkingsrendement ver te zoeken. Te lang waren de lidstaten van de EU verwikkeld in processen van schadelijke belastingconcurrentie die leidden tot een ‘race to the bottom'.
 
Wel heeft de kredietcrisis ook het politieke momentum gecreëerd om internationaal paal en perk te stellen aan de mogelijkheden die ondernemingen en vermogende particulieren hadden zich via belastingbesparingsroutes, belastingparadijzen en gebruikmaking van het bankgeheim te onttrek- ken aan het betalen van hun gerechtvaardigd aandeel in de belastingheffing. De internationale initiatieven in OESO- en EU-verband die beogen te bereiken dat deze ‘fair share'-benadering daadwerkelijk wordt gerealiseerd, vormen een goede ontwikkeling, mits een bureaucratische sta- peling van topdownregelgeving achterwege blijft. Het zal een krachttoer zijn een breed gedragen rechtsnorm te ontwikkelen die voldoende concreet is om te kunnen fungeren als krachtige bron voor rechtsvinding. Het werkterrein van de fiscalist wordt steeds breder en dynamischer, maar ook gecompliceerder. De Europese aanzegging ook de overheidsondernemingen in de vennootschapsbelasting te betrekken, is een voorteken van nieuwe fiscale verhoudingen.
 
De fiscaliteit is een fascinerend werkterrein. Toch komt er een moment waarop het verstandig is afscheid te nemen en het hoofdredacteurschap van dit blad, dat al deze ontwikkelingen op de voet volgt, aan een opvolger over te dragen. Ik heb mogen genieten van een plezierige redactionele samenwerking en dank u, als lezer, voor uw betrokkenheid en waardering voor ons blad. Het ga u goed! Ik wens Hans van Leijenhorst als nieuwe hoofdredacteur veel succes.

 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Belastingrecht algemeen

17

Gerelateerde artikelen