Per 1 januari 2019 gaat, tenzij er iets heel spectaculairs gebeurt, het verlaagde btw-tarief omhoog van 6% naar 9%. Vanuit de wens van het kabinet om de belastingdruk te verschuiven van arbeid naar consumptie geen onlogisch voorstel.
Wat ik jammer vind, is dat het kabinet deze wens niet op een andere manier laat uitkomen. Een andere mogelijkheid zou zijn geweest het afschaffen van het verlaagde tarief. Het algemene tarief had dan iets kunnen dalen; de Btw-richtlijn eist een minimumtarief van 15%. De voordelen van één tarief op alles - vrijgestelde prestaties uitgezonderd - zijn evident. Geen afbakeningsproblemen, geen Unierechtelijke twijfel of soortgelijke producten wel onder hetzelfde tarief vallen, geen gelobby om nieuwe goederen of diensten onder het verlaagde tarief te brengen en een welkome administratieve lastenverlichting voor het bedrijfsleven.
Helaas propageert de Commissie precies het tegenovergestelde. Het aanhangige voorstel tot herziening van de btw-tarieven is een stap terug in het harmonisatieproces. De Commissie stelt voor een negatieve lijst te introduceren, waarop goederen en diensten staan die de lidstaten niet onder een verlaagd tarief mogen brengen. Daarnaast mogen de lidstaten meerdere verlaagde tarieven naar keuze op overige goederen en diensten introduceren. Indien het voorstel wordt aangenomen - en waarom niet; vrijheid blijheid - ontstaat per lidstaat een lappendeken aan tarieven. Nederland kan dan niet achterblijven. Het spiegelbeeld van de hiervóór genoemde voordelen wordt dan een spookbeeld. Het zal dan uiterst moeilijk worden een goed overzicht te krijgen van de verschillen in btw-druk tussen de lidstaten. Ook op het gebied van de btw dreigt een race naar de bodem.
Het wordt nog erger indien aanvaarding van het voorstel over de btw-tarieven ooit samengaat met aanvaarding van het voorstel van de Commissie voor een definitief btw-systeem. Volgens dat laatste systeem zal de leverancier bij een intracommunautaire handeling aan de afnemer de btw in rekening brengen van de lidstaat van bestemming. Veel succes gewenst. De btw wordt dan onuitvoerbaar. Of het dan een geluk of een ongeluk is dat de Commissie tevens het begrip ‘certified taxable person’ wil introduceren - een belastingplichtige met een keurmerk op wie de hiervóór genoemde regel voor zijn aankopen in andere lidstaten niet van toepassing is - is een mooi onderwerp voor debat. Ik zou bijna verzuchten: btw, weg ermee.
Gelukkig heeft elke lidstaat een veto. Minister Hoekstra van Financiën toont zich zeer kritisch ten opzichte van de voorstellen van de Commissie en dat is naar mijn mening volkomen terecht. Aanvaarding van alle voorstellen die er liggen, maakt de btw nıét robuuster, fraude- en misbruikbestendiger en eenvoudiger. Een meevaller is dat voorstellen op het gebied van de btw doorgaans heel lang binnen het wetgevingstraject blijven hangen. En er vaak niet uitkomen. Ik heb een wens.. .. .
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Omzetbelasting