Sinds 2005 groeit het aantal zelfstandigen zonder personeel fors. Nederland telt 800.000 zzp'ers, een heterogene groep die oververtegenwoordigd is in de sectoren bouw, zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg. Bijna 80% van hen biedt alleen eigen arbeid aan.

Zzp'ers zorgen voor flexibiliteit. Werkgevers zijn huiverig om werknemers in groten getale aan te nemen of hen een vast contract te geven. Het arbeidsrecht beschermt de werknemer en de werkgever ervaart het als inflexibel en knellend. Werkgeverspremies, twee jaar loondoorbetaling bij ziekte, na arbeidsongeschiktheid jarenlang een hoger premiepercentage, verplichte pensioendeelname, ontslagbeperkingen en -vergoedingen zorgen voor een opslag van kosten op het brutoloon tussen de 25% en 35%.
 
De zzp'er kan niet terugvallen op de werknemersverzekeringen bij werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Besparingen dus voor de overheid aan die zijde en minder slechte werkloosheidscijfers. De zzp'er vangt in crisistijd de eerste klappen op. De overheid heeft in de periode 2000-2011 tevens sterk ingezet op stimulering van ondernemerschap. Denk aan de uitbreiding van de rechtsgevolgen van de VAR en het loslaten van het urencriterium bij de MKB-winstvrijstelling. Zo'n beleidsintensivering mag wat belastinggeld kosten.
 
Daarnaast zorgt de zelfstandigenaftrek voor een belastingverlaging aan de voet van het winstinkomen. Is dat de overheidsbeloning voor het ontbreken van het sociale vangnet? Ja, tenzij de opdrachtnemer door een slechte concurrentiepositie dit voordeel aan de opdrachtgever moet laten. Deze aspecten hebben in de afgelopen 10 jaar voor een verslaving gezorgd bij opdrachtgevers en opdrachtnemers: een VAR-verslaving. De VAR-WUO en VAR-DGA bieden de opdrachtgever zekerheid dat hij de Belastingdienst niet achter zich aan krijgt als de zzp'er toch een werknemer blijkt te zijn. Overheid en opdrachtnemer vangen de risico's op. In het tax control framework heeft de VAR een vaste plek gevonden. Alleen bij fraude, als opdrachtgever en opdrachtnemer samenspannen met het doel een VAR te bemachtigen die niet met de feiten overeenkomt, kan de Belastingdienst bij de opdrachtgever ingrijpen. De grote aantallen zzp'ers met een VAR zorgen ervoor dat de Belastingdienst hierop moeilijk toezicht kan houden, laat staan om dan precies die fraude eruit te halen. 
 
Vanaf 2012 is het kabinetsbeleid gericht op het terugdringen van schijnzelfstandigheid. Of de reeds genomen maatregelen succesvol zijn moet nog blijken. Eén van de voorgenomen maatregelen is het Wetsvoorstel Beschikking geen loonheffingen. Die beschikking moet de opdrachtgever vrijwaren van de inhouding en afdracht van loonheffingen. Als opdrachtnemer en opdrachtgever werken conform de beschikking wordt dat doel bereikt. Maar als de werkwijze afwijkt biedt de BGL geen bescherming. Zekerheid vooraf kan dus ook schijnzekerheid betekenen.
 
Op het wetsvoorstel is inmiddels zoveel kritiek gekomen, dat een alternatief wordt onderzocht. Zie V-N 2015/12.9. Komt het alternatief tegemoet aan de VAR- en BGL-mankementen? Naar mijn mening maar beperkt of niet. De VAR-verslaving kent nog een onderliggend probleem en dat is dat het gelijke speelveld voor ondernemer, werknemer en resultaatgenieter op dit moment ontbreekt. Zonder het herstel daarvan zal een alternatief de aantrekkingskracht van het ondernemerschap moeilijk kunnen weerstaan. Of omgekeerd: loondienst stoot teveel af. Daarentegen zorgt een gelijk speelveld voor minder fiscaal of arbeidsrechtelijk gedreven keuzes. En dat is tevens eenvoudiger uitvoerbaar voor alle partijen.
 

 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Inkomstenbelasting

20

Gerelateerde artikelen