Op vrijdag 20 mei 2022 heeft het kabinet in de Voorjaarsnota 2022 bekendgemaakt hoe het de financiële gaten zal dichten die de extra defensie-uitgaven, de koppeling van de AOW aan het wettelijk minimumloon, het Kerstarrest van de Hoge Raad over box 3 etc. hebben geslagen in de Rijksbegroting. Aangezien de aardgasbaten structureel zullen afnemen naar uiteindelijk nihil, moest die dekking wel uit belastingverhogingen komen.

Overzie ik het pakket aan fiscale maatregelen (V-N 2022/24.3), dan stemt mij dat tevreden. Ik licht er een aantal uit. Het MKB-tarief in de VPB wordt vanaf 2023 weer berekend over een winst van maximaal € 200.000. Dit tarief blijft overigens 15% maar had van mij best mogen worden opgetrokken naar de oude 20%.

Het gat van 10,8 procentpunten met het normale VPB-tarief blijft naar mijn smaak nog wel te hoog. Maar door de halvering van het winstniveau wordt het fiscale voordeel van het opknippen van concerns in diverse bv’s, fiscale-eenheidsladders etc. ook gehalveerd. Hopelijk is het genoeg om dit soort louter fiscaal gedreven gedrag te ontmoedigen.

Het aanmerkelijkbelangtarief in box 2 in de IB wordt met ingang van 2024 progressief, 26% tot een aanmerkelijkbelanginkomen van € 67.000 en 29,5% daarboven. Een getrapt box 2-tarief zal dga’s stimuleren om jaarlijks tot die € 67.000 dividend uit te keren. Dat scheelt dan toch 3,5%-punt (€ 2345) aan belasting. Het eindeloos oppotten van winsten in de bv is immers het grootste pijnpunt in box 2.

Overigens is nog wel de vraag hoe dit getrapte tarief concreet wordt uitgewerkt, want die € 67.000 is niet geheel toevallig de tweede schijfgrens in box 1. Ik kan me voorstellen dat, als in box 1 het 49,5%-tarief van toepassing is – dus het box 1-inkomen is hoger dan € 67.000 – in box 2 gelijk het hoogste tarief van 29,5% van toepassing is. Dit zou ook passen in de maatregel dat voor de afbouw van de algemene heffingskorting (vanaf 2025) voortaan ook box 2- en box 3-inkomen wordt meegeteld. Bij genoemde € 67.000 is de algemene heffingskorting namelijk nihil. Wordt dit de uitwerking, dan zal dit uiteraard niet leiden tot extra dividenduitkeringen, dus eerlijk gezegd hoop ik dit niet.

Eindelijk gaat een al jaren gekoesterde wens van mij in vervulling: De fiscale oudedagsreserve (FOR) voor ondernemers wordt afgeschaft per 2023. Weliswaar zes jaar te laat – het dga-pensioen in eigen beheer is al in 2017 afgeschaft – maar beter laat dan nooit.

Om gelijk schoon schip te maken, zou ik dan, net als destijds is geschied met het dga-pensioen, een kortingsregeling aanbieden. Dit stelt het kabinet dan weer niet voor maar misschien komt dit nog bij de nadere uitwerking van deze maatregel. In het verlengde hiervan mag van mij ook de mogelijkheid vervallen om de FOR- en stakingslijfrente te bedingen bij de eigen bv, wanneer de onderneming in die bv wordt ingebracht. De dga mag zijn pensioen ook niet meer onderbrengen bij een eigen bv, dus waarom een ondernemer dat met zijn FOR- en stakingslijfrente nog wel mag, is niet logisch. En schrap dan ook maar gelijk de stakingsaftrek van € 3630. Ruimt lekker op, zoveel stelt de aftrek toch niet meer voor.

In de zoektocht naar geld, tot slot, heeft mij wel verbaasd dat het kabinet niet de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de erf- en schenkbelasting heeft versoberd. Het is niet heel ingewikkeld, lijkt mij, om 83% terug te schroeven naar bijvoorbeeld 60% of 50%. Zelfs de ict-systemen van de Belastingdienst moeten dit aankunnen. Deze maatregel stond voor mij wel met stip op één om te versoberen en het heeft mij verrast dat het kabinet hiervan nu is afgebleven. Dus misschien had ik deze column beter kunnen noemen 'De BOR is gebleven!'.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2022

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

26

Gerelateerde artikelen