Dick van den Hoeven pleit ervoor om het aangifteprogramma eerder en offline open te stellen.
Sinds vorig jaar is het alleen nog mogelijk om de aangifte inkomstenbelasting online te doen en dat kan in verband met de vooringevulde gegevens pas vanaf 1 maart volgende op het belastingjaar; voor 2016 dus vanaf 1 maart 2017. Het onbegrip tegen deze werkwijze is begrijpelijk.
Het op de aanslag te betalen of terug te krijgen bedrag is de laatste jaren bepaald niet meer eenvoudig te berekenen. Alleen al de berekening van de verschuldigde belasting vergt een inspanning, vooral omdat naast de tarieven ook de omvang van de heffingskortingen van belang is. En de hoogte van een aantal heffingskortingen is de laatste jaren in toenemende mate afhankelijk geworden van de hoogte van het inkomen. Dat kan heel merkwaardige effecten opleveren, met name als de inkomsten van verschillende instanties worden ontvangen. Dan kan het ook tot grote verschillen leiden tussen de ingehouden belasting en de uiteindelijk verschuldigde belasting. En daar is de burger nu juist bijzonder in geïnteresseerd; het raakt hem rechtstreeks in zijn portemonnee.
De berekening van de verschuldigde belasting is dus nauwelijks meer handmatig te doen. In het huidige tijdsbestek geen probleem, zou je zeggen? Daarvoor bestaan er immers aangifteprogramma's. Maar het aangifteprogramma van de Belastingdienst is uitsluitend online te benaderen, via persoonlijke Digid-inloggegevens. Bovendien is dat programma niet eerder benaderbaar dan vanaf 1 maart volgend op het belastingjaar. Een handicap voor degenen die in het verleden eigenlijk gewend waren vlak na de jaarwisseling al de balans op te maken voor wat betreft de gevolgen voor de belastingheffing over het afgelopen jaar. Want het aangifteprogramma van de Belastingdienst was steevast kort na 1 januari al beschikbaar. Het betekent dat de burgers in de eerste maanden van 2017 nog vrijwel geen zicht kunnen krijgen op hetgeen het belastingjaar 2016 voor hen als resultaat in petto heeft. Weliswaar kunnen zij online het voorlopige aangifteprogramma benaderen maar dat zal vaak geen correct beeld geven. In dat programma kan bijvoorbeeld niet de daadwerkelijk ingehouden loonbelasting worden ingevoerd, maar wordt een berekening gemaakt van de vermoedelijke loonbelasting, ontleend aan de loongegevens. En dat kan juist in belangrijke mate afwijken van de werkelijkheid, zeker als de inkomsten van verschillende instanties zijn ontvangen.
Kortom: de burger krijgt pas duidelijkheid als de online aangifte beschikbaar is. Maar waarom kan niet net als voorheen direct na afloop van het jaar een offline aangifte worden gedownload? Het is toch ook in het belang van de fiscus dat de burger snel de omvang van zijn belastingverplichtingen kent? Daarmee zou hij bijvoorbeeld alsnog snel een aanpassing van zijn voorlopige aanslag kunnen vragen. Volgens een vorig jaar gehouden onderzoek door de Consumentenbond wil driekwart van de Nederlanders graag zo'n offline aangifteprogramma. De burger kan daarmee in alle rust zijn aangifte voorbereiden en het ontlast ongetwijfeld de druk bezette site van de Belastingdienst begin maart. Het kan dus zelfs ook op dit moment nog heel zinvol zijn voor het belastingjaar 2016. Zo'n offline aangifte kan daarnaast namelijk een dienst bewijzen aan de vele vrijwilligers die hulp verlenen bij de aangiftecampagne.
49