Het is voorjaar, traditioneel de tijd waarin de aangifte inkomstenbelasting moet worden ingediend. In 2015 ligt het zwaartepunt voor het indienen van de aangifte over 2014 in de maanden maart en april. Vanuit de zijde van de Belastingdienst zijn er al enige tijd geleden initiatieven ontplooid om de huidige opzet (de belastingplichtige dient een aangifte in; de inspecteur stelt de aanslag vast) te vervangen door een Voldoening op Aangifte (VoA).

De formalisering van de belastingschuld in een beschikking doet de belastingplichtige bij een VoA zelf door middel van het indienen van een aangifte. Voorstanders wijzen erop dat we dat stadium eigenlijk al hebben bereikt met de vooringevulde aangifte en de grootschalige geautomatiseerde afdoening van aangiften. Tegenstanders bepleiten een uitholling van de rechtsbescherming van belastingplichtigen.
 
Hoewel prijzenswaardig dat daarover het debat wordt opgezocht, wordt de voorliggende vraag niet beantwoord. Kan het aangiftetraject in de overgrote meerderheid van de gevallen niet helemaal komen te vervallen? De gegevens van de meeste posten, zoals inkomen, hypotheek en bankstanden worden automatisch gerenseigneerd. Op basis van die (onfeilbare) informatie moet de Belastingdienst bij een gemiddelde belastingplichtige (dus in de overgrote meerderheid van de gevallen) in staat zijn om lang vóór 1 juli een aanslag op te leggen. Een aangifte van een gemiddelde belastingplichtige voegt daar niets aan toe.
 
Uiteraard zijn er situaties denkbaar dat de input van de belastingplichtige wel onmisbaar is. Het kan zijn dat de inspecteur daar zelf al wetenschap van heeft (bijvoorbeeld buitenlands inkomen dat niet wordt gerenseigneerd) uit een vorige aangifte. In dat geval verzoekt de inspecteur de belastingplichtige om die specifieke informatie zelf aan te leveren. Dat proces van het toevoegen van elementen aan de aanslag geschiedt dan via een aangifte. Het verwerken van onjuistheden (in wezen dus een bezwaar tegen de aanslag) geschiedt op dezelfde eenvoudige wijze.
 
Een aangifte kan ook nog een functie vervullen als er zich aan de zijde van de belastingplichtige bijzonderheden voor doen, zoals bij een (echt)scheiding. In dat geval kan de belastingplichtige zelf alsnog, door middel van het aangifteprogramma, aangeven hoe de aanslag er dan wel uit dient te zien door bijvoorbeeld een alimentatieplicht toe te voegen. Het aangifteprogramma heeft dan nog de functie van een correctiemechanisme. De aanslag bevat een ‘disclaimer' voor die gevallen. De medewerkers van de Belastingdienst kunnen dan ook specifieke en gerichte hulp aanbieden bij dergelijke gevallen, waardoor de kans op onjuistheden afneemt. In mijn voorstel wordt aan de rechtsbescherming dan ook niet getornd.
 
Ik zou er overigens een voorstander van zijn om op termijn de gemeentelijke heffingen in dit proces te incorporeren. Het voordeel van dit proces is dat belastingplichtigen dan niet meer geconfronteerd worden met een belastingteruggave in de inkomstenbelasting, terwijl aan de andere kant nog geld aan de gemeente verschuldigd is. Op de keper beschouwd gelden de loon- en inkomstenbelasting dan feitelijk als een voorheffing op de gemeentelijke heffing. 
 
Kijk, dat is nou leuker en makkelijker!

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Belastingrecht algemeen

10

Gerelateerde artikelen